Exposure en responspreventie om OCS te behandelen

Exposure en responspreventie (ERP) is momenteel een van de behandelingen voor OCS (obsessieve-compulsieve stoornis) die ondersteund worden door het meeste empirische bewijs. In dit artikel bespreken we de therapeutische voordelen van deze methode, evenals de nadelen ervan.
Exposure en responspreventie om OCS te behandelen
Alicia Escaño Hidalgo

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Alicia Escaño Hidalgo.

Laatste update: 27 december, 2022

Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) is een psychische stoornis die gepaard gaat met obsessies (gedachten, beelden of impulsen) en dwanghandelingen. Exposure en responspreventie is een effectieve methode om OCS te behandelen.

Dwanghandelingen zijn de mentale of fysieke handelingen die OCS-patiënten uitvoeren om de angst die hun obsessies opwekken te neutraliseren en een ingebeelde bedreiging te voorkomen.

Wanneer gedachten ongezond zijn

Iedereen heeft weleens obsessieve neigingen of gedachten. Als bewuste wezens creëert onze geest soms absurde, onrealistische of overdreven scenario’s en ideeën. De meeste mensen zijn echter in staat om weinig tot geen waarde of belang te hechten aan dit soort gedachten. Ze laten ze gewoon komen en gaan en gaan vrolijk verder met hun dag.

Deze mensen weten namelijk dat dit slechts gedachten zijn, meer niet. Ze weten dat ze niets of heel weinig te maken hebben met de realiteit. Mensen met OCS zijn echter niet in staat om op deze manier te redeneren. Integendeel, OCS-patiënten maken zich juist erg veel zorgen over hun gedachten en hechten er veel te veel waarde aan.

Hierdoor veroorzaken deze gedachten erg veel angst. Zelfs als mensen met OCS doorhebben dat ze last hebben van deze gedachten, of als ze zich er eigenlijk helemaal niet mee identificeren, geloven ze ze nog steeds. Als gevolg daarvan voelen ze de behoefte om iets te doen waarmee ze hun angst kunnen neutraliseren en de veronderstelde bedreiging kunnen voorkomen.

Dit leidt tot dwangmatige handelingen. Wanneer een OCS-patiënt deze handelingen uitvoert, ervaart hij verlichting. Zijn angst verdwijnt en daarmee ook zijn obsessie. Daarbij heeft hij het gevoel alsof hij een mogelijk zeer verwoestende ramp heeft weten te vermijden. Zoals je ziet is het redeneerproces, ondanks het feit dat de meeste OCS-patiënten behoorlijk intelligent zijn, volledig bevooroordeeld.

Vrouw die lijdt aan obsessieve-compulsieve stoornis

De meesten van ons weten dat gedachten op zichzelf geen echte bedreiging kunnen vormen. Dit is echter het denkpatroon dat bestaat in de hoofden van OCS-patiënten, een patroon dat ze nauw volgen. Bijgevolg raken OCS-patiënten uitgeput en hopeloos omdat ze nooit echt vrij zijn van hun obsessies.

Op basis hiervan zou je kunnen zeggen dat exposure en responspreventie (ERP) misschien wel de meest succesvolle vorm van behandeling is die experts hebben bedacht voor OCS.

Blootstelling aan obsessies

Over het algemeen is blootstelling meestal de voorkeursbehandeling voor aandoeningen waarbij sprake is van veel angstig gedrag. Angst is een normale emotionele reactie die ontstaat wanneer je een feit, situatie of stimulus als bedreigend interpreteert en denkt dat iets jouw leven of dat van andere mensen in gevaar kan brengen.

In die zin is angst een bondgenoot die je helpt de inherente problemen van het leven het hoofd te bieden. Dezelfde angst die in bepaalde situaties nuttig kan zijn, dient niet meer hetzelfde doel op het moment dat je je in een situatie bevindt die eigenlijk geen echt gevaar inhoudt.

Dit is het moment waarop dezelfde angst een probleem wordt. Dat komt omdat het geen reactie is op echte dingen, het is eigenlijk een reactie op een onrealistische verwachting.

Wanneer iemand bepaalde obsessies heeft, denkt hij ten onrechte dat er iets gaat gebeuren dat schade kan veroorzaken, immoreel is of wijst op een gebrek aan verantwoordelijkheid. Deze obsessies zijn niet echt, er is namelijk geen bewijs om ze te ondersteunen. OCS-patiënten kunnen ze echter niet uit hun hoofd krijgen zonder zich tot dwang te wenden.

Dit maakt het noodzakelijk om de patiënt bloot te stellen aan de stimulans waarvan hij denkt dat die hem schade kan berokkenen. Op die manier zal hij, zonder zich tot dwang te wenden, zelf kunnen zien dat datgene waar hij zo bang voor is eigenlijk nooit echt plaatsvindt.

Gewenning

Het idee van exposure en responspreventie is dat patiënten hun obsessies leren te verdragen, beheren en beheersen zonder dwangmatige handelingen uit te voeren. Ze doen dat door een proces dat gewenning of habituatie wordt genoemd.

ERP houdt in dat je patiënten laat zien dat er niets gebeurt als ze bijvoorbeeld liftknoppen aanraken. Door middel van ERP zijn we in staat om met de realiteit de verwachtingen van OCS-patiënten keer op keer onderuit te halen. Hierdoor zullen ze uiteindelijk stoppen.

Als je een persoon met OCS namelijk altijd de ruimte geeft om zijn dwanghandelingen uit te voeren, zul je nooit in staat zijn om zijn onrealistische gedachten te weerleggen.

Dit komt omdat hij hierdoor vast kan houden aan de overtuiging dat het juist zijn dwangmatige handeling is die de slechte dingen helpt te voorkomen. In werkelijkheid is het echter zo dat zijn angsten niet uitkomen omdat ze irrationeel zijn.

Exposure en responspreventie om OCS te behandelen

Studies tonen aan dat ERP als behandeling voor OCS, de beste resultaten heeft. Het werkt het beste bij patiënten die obsessieve rituelen uitvoeren.

Het uitdagende aan de toepassing van ERP is dat OCS-patiënten vaak niet openstaan voor de hoge mate van angst die ERP in het begin met zich meebrengt. Dit terwijl de angst eigenlijk juist een teken is dat de behandeling werkt. Het betekent namelijk dat de patiënt zichzelf blootstelt en zijn angst niet verdoezelt.

Het is daarom van essentieel belang om aan de patiënt uit te leggen hoe ERP werkt, zodat hij weet hoe belangrijk het is om zichzelf bloot te stellen aan zijn angsten. Ook moet hij leren inzien dat zijn rituelen juist de reden zijn waarom zijn problemen niet verdwijnen.

Een consult bij de psycholoog

Om te beginnen moet de patiënt een hiërarchie van angstprikkels doorlopen. Het is aan de therapeut om deze hiërarchie op te stellen. Als de patiënt het doet, kan hij namelijk te lief zijn voor zichzelf.

De lijst moet dingen bevatten die daadwerkelijk angst opwekken. De patiënt moet de triggers beoordelen op basis van de Subjective Units of Distress Scale (SUDS). Deze varieert van 1 tot 100.

Ideaal gezien begint de patiënt met dingen die een SUDS-score hebben van rond de 40-50. De angst van de patiënt moet met minstens 50% worden verminderd in de werkruimte van de therapeut. Als dit niet het geval is, gaan ze door naar het volgende item. Gebeurt dit niet, dan lopen ze het risico dat de patiënt nog gevoeliger wordt voor de stimulus in plaats van eraan te wennen.

De sessies zouden zo lang mogelijk moeten duren. Soms kan exposure-therapie tot wel 24 uur duren door bijvoorbeeld bepaalde prikkels in het huis van de patiënt te wijzigen. Dit is echt handig voor het gewenningsproces.

Uitdagingen van exposure en responspreventie

ERP is zeer effectief, maar het kan voor mensen met OCS moeilijk zijn om door te gaan met de behandeling. Vaak vinden ze het namelijk erg moeilijk om de angst te tolereren die hun obsessies veroorzaken zonder hun rituelen uit te voeren.

De sleutel is om kwaliteitsvolle psycho-educatie aan te bieden. Bovendien moet je een goede therapeutische relatie met de patiënt tot stand te brengen. Hierdoor zal hij meer vertrouwen krijgen in de behandeling. De patiënt moet zich zoveel mogelijk inzetten voor het proces. Hij moet alle oefeningen correct uitvoeren, zowel tijdens als na de sessie.

Het is ook erg handig om samen te werken met het gezin, de partner of vrienden van de patiënt om ervoor te zorgen dat ze het obessieve-compulsieve gedrag niet versterken. Het hebben van een co-therapeut die dicht bij de patiënt staat, kan het herstelproces bevorderen door de patiënt te motiveren om zijn rituelen te vermijden en de ERP correct uit te voeren.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Vallejo, P, M.A. (2016). Manual de Terapia de Conducta. Editorial Dykinson-Psicología. Tomo I y II.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.