Doe elke dag iets goeds; vriendelijkheid loont meer dan geld
Doe elke dag iets goeds voor jezelf en voor anderen. Vriendelijkheid is de beste investering. Het verandert in goede gevoelens, goede ervaringen en goede gevolgen. Soms vergeten we dit echter, omdat we te veel bezig zijn met iets dat veel minder belangrijk en essentieel is voor ons leven: geld.
Onlangs bracht de media een verhaal naar voren over een vrouw die zich had gehouden aan de interessante belofte die zij haar man deed voor hij stierf. Hij had haar gevraagd om al het geld dat ze samen opgespaard hadden gedurende hun leven te begraven en dit deed ze. Toen haar familieleden ernaar vroegen, zei ze dat ze al het geld op een rekening had gestort en dat ze een cheque ter waarde van het bedrag in de kist van haar man had gelegd zodat hij deze kon inwisselen als hij wakker werd.
De waarheid is dat we nooit zullen weten of deze rijke overleden man ooit nog naar de bank zal kunnen gaan met een dergelijke intentie. Wat we wel weten, is dat de metafoor van dit verhaaltje ons verrijkt, omdat het ons helpt om de manier waarop we ons leven leiden te heroverwegen.
Er is leven voor de dood
Eduardo Punset, een bekend wetenschappelijk schrijver, werd in een interview gevraagd wat zijn favoriete uitspraak of citaat was. Hij zei dat hij als wetenschapper onder de indruk was van een citaat dat hij had gezien op een van de muren van een metrostation in New York. Het citaat luidt als volgt: “Er is leven voor de dood.” Eenvoudig, makkelijk en verontrustend.
Het wordt over het algemeen aangenomen dat onze huidige westerse cultuur haar wortels heeft in bepaalde historische perioden. Een hiervan is de klassieke oudheid met diens klassieke filosofie en de andere de geboorte van het christendom en de invloed hiervan op de klassieke filosofie.
Door de geschiedenis heen hebben religies getracht om te maatschappij te controleren. Het christendom kon dit, net als andere religies, in het verleden doen door het leven voor te stellen als een voorbereiding op de dood, op de ontmoeting met God. Op de een of andere manier werd het leven aan de kant geschoven door onze ogen gericht te houden op de horizon, ver weg van de modder waar we doorheen liepen. Met andere woorden: het ging over overleven om daarna te kunnen leven; om die laatste en eeuwige beloning te kunnen ontvangen.
Wat is er over van het paradijs?
Gedurende de twintigste eeuw heeft de religie veel verloren. Haar macht is sterk afgenomen, evenals haar vermogen om de weg te wijzen en om gehoord en gehoorzaamd te worden. Maar de gloeiende as van haar vuur is overgebleven en blijft de manier waarop we naar onze essentie zoeken beïnvloeden. We kijken nog altijd naar de horizon, voeden onze kinderen op met de gedachte dat ze moeten studeren, voorbereiden, veel moeten leren, veel geld moeten verdienen.
Er is nog een verhaal, een bekende fabel, die deze mentaliteit weerspiegelt…
De cicade was gelukkig, ze genoot van de zomer. De zon scheen, de bloemen verspreidden hun geur… en de cicade zong en zong. Ondertussen was vriendin en buurvrouw, juffrouw Mier, de hele dag hard aan het werk om eten te verzamelen.
– “Juffrouw Mier! Wordt u niet moe van al dat werk? Rust even samen met mij uit dan zing ik een liedje voor u,” zei de cicade tegen juffrouw Mier.
– “Je zou er verstandiger aan doen om een voorraad te verzamelen voor de winter in plaats van zo te luieren,” antwoordde zij terwijl ze druk bezig was met het verplaatsen van het graan.
De cicade lachte en ging vrolijk door met zingen en het negeren van juffrouw Mier. Tot ze op een dag wakker werd en de intense kou van de winter voelde. De bomen waren hun bladeren verloren en er vielen sneeuwvlokjes uit de lucht. En daar stond de cicade dan in het veld, bevroren en hongerig. Van een afstand zag ze het huis van buurvrouw Mier en ze klopte bij haar aan voor hulp.
– “Buurvrouw Mier, ik heb het koud en ik heb honger. Kunt u me niet wat te eten geven? U heeft eten genoeg en een warm huis en ik heb niets.”
Juffrouw Mier opende de deur van haar huis en zei tegen de cicade:
– “Vertel me eens lieve Cicade, wat deed jij voor mij toen ik vroeg opstond om te werken? Wat deed jij toen ik het graan heen en weer sleepte?”
– “Ik zong voor u,”antwoordde de cicade zacht.
– “Inderdaad,” zei juffrouw Mier. “Toen zong je en nu ben je arm. Dus dans nu maar, dan krijg je het warm!”
En de cicade, die haar lesje geleerd had, bleef buiten achter.
Moraal: Hij die wenst de winter goed door te komen, moet zijn voordeel doen met de tijd wanneer hij nog jong is.
Er is leven voor het leven
Psychologen hebben het over een existentiële crisis, over bepaalde leeftijden waarop we getroffen kunnen worden door een zekere verwarring. Dit zijn momenten waarop we naar onze voeten kijken en duizelig worden, omdat we het niet gewend zijn om ons bewust te zijn van het gegeven dat ze in werkelijkheid een reflectie zijn van tijd; ze stoppen niet.
En dus is het het beste om elke dag iets goeds te doen, omdat vriendelijkheid ons veel rijker maakt dan geld, zowel gedurende het leven als aan het einde ervan. Uiteindelijk gaat het om zaaien wat je oogst. De vraag die we moeten stellen is dan ook: wat is er nu beter dan het planten van vriendelijkheid om rijkdom te oogsten? Het antwoord is duidelijk: zonder goede gevoelens hebben we aan het einde van ons leven… NIETS, en dit is de waarheid.
Het is daarom van cruciaal belang dat we het huidige moment door deze gedachte laten doordrenken, ‘Doe elke dag iets goeds, want het is niet geld, maar vriendelijkheid dat ons werkelijke rijkdom geeft.’ Dat zal onze ware beloning zijn: leven.