De matching-hypothese: het kiezen van partners op hetzelfde niveau

We houden allemaal van aantrekkelijke mensen. Als het echter gaat om het kiezen van partners, kiezen we voor degenen die op ons lijken. Waarom gebeurt dit? Het kan te wijten zijn aan de matching-hypothese.
De matching-hypothese: het kiezen van partners op hetzelfde niveau
Elena Sanz

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Elena Sanz.

Laatste update: 30 januari, 2023

Wie trekt ons aan en waarom? Op basis waarvan kiezen we onze partners? Liggen sommige mensen echt buiten ons bereik? Deze kwesties wekken veel belangstelling. In feite is het waar dat we allemaal lijken te houden van een hegemoniale lichaamsbouw, het soort dat positieve reacties en emoties in ons opwekt.

Maar in werkelijkheid komen mensen van alle vormen, maten, achtergronden en kenmerken bij elkaar, paren en zijn volledig tevreden met hun relaties. Dit kan het gevolg zijn van Walsters bekende matching-hypothese.

Elaine Walster (nu bekend als Elaine Hatfield) is een sociaal psycholoog. Ze is lang een pionier geweest in de wetenschap van relaties. Zij stelde voor dat mensen de voorkeur geven aan en de neiging hebben relaties aan te gaan met partners die qua mate van aantrekkelijkheid op hen lijken. Maar, is dit echt waar? Zo ja, welke implicaties heeft het?

Stel in gesprek
Bij korte uitwisselingen is aantrekkelijkheid het aspect dat het meest overheerst.

Het belang van fysieke verschijning

Ons uiterlijk bepaalt hoe anderen ons zien en hoe ze ons aanspreken. In het dagelijks leven is het gemakkelijk te zien dat mensen die zich conformeren aan de canons van schoonheid nogal bevoorrecht zijn wat betreft de mening die ze bij anderen opwekken. Dit is herhaaldelijk door de wetenschap bevestigd.

We zijn geneigd positiever te oordelen over aantrekkelijke mensen. Bovendien kennen we hen extra kwaliteiten toe (zoals vriendelijkheid, sympathie of goede bedoelingen), zelfs zonder ze te kennen.

Uit een studie (Engelse link) bleek bijvoorbeeld dat volwassen deelnemers de overtredingen van minder aantrekkelijke kinderen harder beoordeelden. Bovendien waren ze sympathieker en optimistischer over de aantrekkelijker kinderen.

In een ander experiment (Engelse link) moesten mensen oordelen over een vermeende roofmisdaad. Wanneer de crimineel aantrekkelijk was, adviseerden ze een veel lagere straf dan wanneer hij dat niet was.

Het bovenstaande helpt ons een idee te krijgen van hoe belangrijk beeld voor ons is. Het verklaart waarom we allemaal de aantrekkelijkste mensen kiezen en verkiezen als het gaat om het aangaan van relaties. Dit gebeurt echter niet altijd.

De matching-hypothese

Volgens Walster is het de gelijkenis of het op hetzelfde niveau zitten qua fysieke aantrekkelijkheid die ons doet kiezen voor bepaalde partners. Dit is de hypothese die ze testte in een onderzoek (Engelse link) uit 1966.

Meer dan 700 jonge mensen namen deel aan het experiment en werden willekeurig aan elkaar gekoppeld voor een ‘computer match dance’. Ze beoordeelden of kwalificeerden allemaal hoeveel ze van hun partners hielden. Na zes maanden werd een vervolgonderzoek uitgevoerd.

Uit de resultaten bleek dat de meest aantrekkelijke personen hun partners het hardst scoorden. Dit was ongeacht of ze op hun partners leken of niet, en ongeacht andere persoonlijkheidskenmerken. In het vervolgonderzoek bleek dat paren eerder geneigd waren om met elkaar om te blijven gaan als ze vergelijkbaar aantrekkelijk waren. Dit ondersteunde Walsters hypothese.

Enkele jaren later, in 1971, herhaalden ze het onderzoek (Engelse link). Maar bij deze gelegenheid lieten ze de deelnemers elkaar van tevoren ontmoeten en nadenken over wat voor soort partner ze zouden willen hebben. In dit geval bleken paren die meer op elkaar leken (qua fysiek uiterlijk) zich meer tot elkaar aangetrokken te voelen.

Blij stel
Bij lange uitwisselingen is het aspect dat het meest overheerst gelijkenis.

Zijn we bang voor afwijzing?

De matching-hypothese is meermalen getest. Het is aangetoond dat mensen inderdaad geneigd zijn om degenen die ‘op hun niveau’ zijn als partner te kiezen. Waarom gebeurt dit dan?

Het antwoord zou kunnen liggen in de angst voor afwijzing. We passen onze verwachtingen aan aan wat we denken dat we te bieden hebben. Proberen in de buurt te komen of aansluiting te vinden bij sociaal wenselijkere mensen brengt ons in kwetsbare posities die we niet lijken te willen innemen.

In een onderzoek (Engelse link) van Huston uit 1973 werd zelfs waargenomen dat, wanneer de kans op afwijzing nihil was, de deelnemers mensen die aantrekkelijker waren dan zijzelf als partner kozen.

Het is echter nog niet duidelijk of dit werkelijk de oorzaak is en er is meer onderzoek nodig. Wat we wel kunnen zeggen is dat angst en een laag zelfbeeld ons vaak beperken als het gaat om het tonen van ons volledige potentieel. Als we deze obstakels zouden overwinnen, zouden er misschien nieuwe en opwindende mogelijkheden voor ons opengaan.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Berscheid, E., Dion, K., Walster, E., & Walster, G. W. (1971). Physical attractiveness and dating choice: A test of the matching hypothesis. Journal of Experimental Social Psychology, 7(2), 173–189. http://www2.hawaii.edu/~elaineh/28.pdf
  • Dion, K. K. (1972). Physical attractiveness and evaluation of children’s transgressions. Journal of Personality and Social Psychology, 24(2), 207–213.
  • Huston, T. L. (1973). Ambiguity of acceptance, social desirability, and dating choice. Journal of Experimental Social Psychology9(1), 32-42.
  • Sigall, H., & Ostrove, N. (1975). Beautiful but dangerous: Effects of offender attractiveness and nature of the crime on juridic judgment. Journal of Personality and Social Psychology, 31(3), 410–414.
  • Walster, E., Aronson, V., Abrahams, D., & Rottman, L. (1966). Importance of physical attractiveness in dating behavior. Journal of Personality and Social Psychology, 4(5), 508–516. https://doi.org/10.1037/h0021188

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.