Wanneer buitensporig dagdromen een probleem wordt
Buitensporig dagdromen is een aandoening waarbij mensen een groot deel van hun tijd in hun eigen fantasiewereld doorbrengen. Dit is natuurlijk belemmerend voor hun verbinding met de werkelijkheid. Daarnaast belemmert het ook hun verantwoordelijkheden, inclusief hun werkgerelateerde verantwoordelijkheden.
We dagdromen allemaal, daar is geen twijfel over mogelijk. Want laten we eerlijk zijn, dagdromen helpt ons te ontsnappen aan onze routines en de druk die onze dagelijkse problemen op ons kunnen leggen.
Jezelf toestaan om af en toe gebruik te maken van deze effectieve tactiek is verre van pathologisch, eigenlijk is het juist gezond en soms zelfs noodzakelijk.
Onze hersenen hebben deze fantasieën en die denkbeeldige wereld namelijk nodig om stress te verlichten en een ruimte te vinden om in na te denken en onze creativiteit uit te breiden. De geest houdt ervan om rond te dwalen.
Er zijn zelfs verschillende hersengebieden, zoals de hersenschors en het limbisch systeem, die deze omzwervingen juist aanmoedigen.
Tot op zeker hoogte stelt dagdromen ons in staat onze emoties beter te beheren en betere beslissingen te nemen.
De meesten van ons weten hoe ze die momenten waarop hun geest onberekenbaar wordt kunnen beheersen. Er zijn echter ook mensen die niet in staat zijn om deze impuls onder controle te houden.
Dit kan zelfs zo erg worden dat ze op een gegeven moment meer tijd doorbrengen in hun fantasiewereld dan in de werkelijkheid. Ze gaan helemaal op in die fantasiewereld en verwaarlozen vervolgens hun echte leven.
Het is het meer dan waard om iets meer over deze klinische aandoening te weten te komen.
Buitensporig dagdromen, gevangen in dwangmatige fantasieën
Er is niets mis met fantaseren. Wanneer dit gedrag echter dwangmatig wordt, kan het gevaarlijk worden. Voortdurend fantaseren wijst vaak op een onderliggende stoornis die moet worden opgehelderd.
Leven met deze aandoening is niet eenvoudig. Er zijn daarom tal van forums en steungroepen zoals het ‘Wild Minds Network’, waar veel patiënten ervaringen, informatie en advies delen.
Tegelijkertijd moet echter worden opgemerkt dat het Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen V (DSM-V) tot op heden nog geen dagdroomsyndroom bevat. Toch is het zeer waarschijnlijk dat hier in de aankomende jaren verandering in zal komen.
Dit is voornamelijk dankzij bestaande gevallen en verschillende onderzoeken, met name de onderzoeken die zijn uitgevoerd door Dr. Eliezer Somer van de Universiteit van Haifa.
Dr. Somer is een psychiater die sinds 2002 onderzoek doet naar de verschillende gevallen, symptomen en therapeutische benaderingen van dit syndroom. Laten we nu eens kijken naar het klinische beeld dat patiënten die buitensporig dagdromen vaak presenteren:
- Ze creëren zeer complexe interne verhalen, om zo vorm te geven aan redelijk gedefinieerde personages uit hun fantasieën.
- Ze beleven hun fantasieën heel levendig. Het is zelfs gebruikelijk dat ze gezichtsuitdrukkingen maken op basis van hun fantasieën.
- Ze besteden veel van hun tijd aan fantaseren, dagdromen en het creëren van een parallelle wereld. Hierdoor verwaarlozen ze vaak belangrijke zaken als eten en baden.
- Ze zijn niet in staat verantwoordelijkheid te nemen voor hun studie, werk, interpersoonlijke relaties etc.
- Tegelijkertijd werken deze fantasieën als authentieke verslavende processen. Het plotseling moeten verlaten of onderbreken van hun fantasie maakt hen boos en angstig.
Hoe wordt buitensporig dagdromen behandeld?
Dr. Somer ontwikkelde een schaal die werd gebruikt om dit type klinische aandoening te diagnosticeren. Hij noemde deze schaal de “Maladaptive Daydreaming Scale (MDS)” die zowel valide als effectief is en kan helpen om een juiste diagnose te stellen.
Laten we namelijk niet vergeten dat deze aandoening soms verward kan worden met andere aandoeningen zoals schizofrenie of psychose, ziekten die ook gekenmerkt worden door constante fantasieën en een gevoel van onwerkelijkheid.
Voordat er een beslissing kan worden genomen over de behandeling die een persoon met deze aandoening moet volgen, is het echter noodzakelijk om de oorzaak ervan te weten (wat dit gedrag uitlokte). Buitensporig dagdromen gaat vaak gepaard met zeer complexe psychologische realiteiten die moeten worden opgemerkt en begrensd.
- Mensen die een traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt, gebruiken vaak dagdromen als een tactiek om te ontsnappen.
- Depressie kan ook deze aandoening veroorzaken.
- Mensen met een autismespectrumstoornis (ASD) hebben ook vaak de neiging om veel te fantaseren.
- Obsessief-compulsieve stoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis gaan hier ook vaak mee gepaard.
Zodra de zorgverlener de triggers heeft begrepen, de behoeften van de patiënt en, in het algemeen de aandoening heeft gedefinieerd, kiest hij vaak voor een farmacologische en/of een psychotherapeutische benadering. Over het algemeen hebben mensen goede resultaten gezien met het gebruik van fluvoxamine, een type antidepressivum.
Met betrekking tot de psychologische reactie is ook bekend dat cognitieve gedragstherapie vaak erg behulpzaam kan zijn.
Dit is waar de psycholoog aan werkt met de patiënt:
- De psycholoog moedigt zijn patiënt aan om nieuwe interesses, motivatiedoelen en een verbinding met de realiteit te ontwikkelen.
- Hij stelt een planning op, waarin precies staat wat er op elk moment van de dag van de patiënt wordt verwacht. Hierdoor kan hij zijn tijd beter beheren.
- Hij identificeert de triggers die het dagdromen veroorzaken.
- Hij zorgt ervoor dat de patiënt beter in staat is om zijn aandacht ergens op te richten.
Hoewel deze aandoening wellicht vrij buitengewoon lijkt, kunnen we wel zeggen dat bijna niets zo belemmerend is als buiten de realiteit leven. Niet deelnemen aan ons echte leven zorgt er namelijk ook voor dat we niet in verbinding staan met onszelf. Eigenlijk verdient niemand het om op die manier te leven.