Zeg gedag tegen slachtofferschap
Eens en voor altijd de slachtofferol van je afschudden, is de sleutel tot een enerverend en gelukkig leven. Niemand is graag de spreekwoordelijke pineut, maar toch blijven we geloven dat ons opstellen als slachtoffer bepaalde voordelen biedt, namelijk het opeisen of afdwingen van andersmans zorg en aandacht, waar we – zonder het zogenaamde haasje te wezen – geen aanspraak op zouden kunnen maken. Of althans niet in dezelfde mate.
Het leven is vaak hard en zwaar, zowel voor onszelf als voor de rest van de wereld. Iedereen krijgt, vroeg of laat, te maken met serieuze tegenslagen. Obstakels en uitdagingen, de ene beter te verteren of behappen dan de andere, zijn inherent aan de gift van het leven en aan het voorrecht om überhaupt te bestaan.
Het fundamentele inzicht, zoals Boeddha 2500 jaar geleden al aangaf, is dit: pijn is onvermijdelijk, lijden niet. We hebben, met andere woorden, geen complete controle over wat ons in het leven overkomt. We zijn hoogstens in staat min of meer de juiste beslissingen te nemen, zonder garantie op een smartenvrij bestaan. Waar we daarentegen wél zeggenschap over hebben, is hoe we met onze problemen omgaan.
Schuilen in slachtofferschap
We kennen allemaal wel iemand die voortdurend aan het klagen is. Door in de rol van gedupeerde te kruipen, van de beschadigde of benadeelde persoon, wordt anderen, of de wereld, de schuld in de schoenen geschoven. Zelf doen ze echter bar weinig om aan hun misère te ontsnappen, om uit het zwarte gat te geraken. Klinkt dit je bekend in de oren?
Sommige mensen hebben zichzelf stevig verankerd in het slachofferschap. Wat kenmerkt dit complex? Je gelooft stelselmatig dat het lot tegen je gestemd is en dat anderen kwade intenties hebben en eropuit zijn om je te krenken. Zelfs als dat in werkelijkheid totaal niet het geval is. Er kan dan ook zowel sprake zijn van ongekunstelde illusie als van manipulatief acteerwerk gericht op effectbejag.
De sociale omgeving probeert deze professionele pechvogels tevergeefs te helpen, met als enig resultaat een nog pessimistischer houding. Kortom: iedereen verliest. Al is de martelgang het grootst voor het slachtoffer zelf, dat vergeefs verzuipt in zelfmedelijden. Door de pose van gewond dier aan te nemen, hopen ze liefde en aandacht van anderen te forceren en zo hun gebrek aan zelfvertrouwen te compenseren.
Iemand die van en via anderen bevestiging zoekt voor zijn onheil, is het slachtoffers’ prototype
Wanneer hun familie- en vriendenkring de helpende hand uitsteekt, voelen ze zich aangevallen, omdat ze heimelijk hun tragische toestand eindeloos willen verlengen. Ze horen liever ‘arme ziel’, ‘het zit je ook niet mee, hé’, ‘wat wordt je slecht behandeld’ enzovoorts. Zodra je een poging waagt het over een positieve boeg te gooien, hen aanmoedigt het heft in eigen hand te nemen of zelf oplossingen te vinden, zijn ze gelijk beledigd. Vaak luidt het verwijt dat je je niet voldoende in hen verplaatst en te weinig begrip toont.
Ze proberen anderen en het leven de schuld te geven
We gaven eerder al aan dat hoewel het leven zelden zonder horten of stoten verloopt, ons geluksniveau nauw samenhangt met hoe we reageren op rampspoed, klein en groot.
Anderen en de wereld de schuld geven, leidt nergens toe. Het is een houding die je problemen enkel in stand houdt en qua beleving bevestigt dat je het (vermeende) slachtoffer bent. Mensen die zichzelf telkens weer tot het slachtofferschap veroordelen, zoeken niet naar echte oplossingen. Ze verschansen zich achter de verkondigde oneerlijkheid van het leven en vermoeien daarmee zowel zichzelf als hun omgeving.
Ze manipuleren anderen met emoties
Op tactische wijze weten ze bij anderen verdriet, medelijden of schuldgevoelens op te wekken, puur om hun zin krijgen.
Een aantal van zulke uitspraken heb je vast wel eens gehoord: ‘Van kleins af aan heb ik voor je gezorgd en je alles gegeven, en nu verlaat je me om te gaan samenwonen met je partner?’. Of: ‘Als je goede cijfers haalt op school, zal mama beter worden.’ Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid onterecht bij jou gelegd, aan je opgedrongen zelfs.
Hoe laat je je niet voor hun karretje spannen?
Simpel gezegd: speel het spel niet mee. Als we meegaan in het ‘welles-nietes’, in de chantage en het drama van het zelfbenoemde slachtoffer, versterken we die identiteit alleen maar. We moeten juist het tegenovergestelde doen. Wat dit helaas ingewikkeld maakt, is dat we van jongs af aan geleerd worden om compassie te tonen voor mensen die het moeilijk hebben en worden geïnstrueerd om hen te helpen. Dit zou echter niet ten koste moeten gaan van ons gezonde eigenbelang.
Met familieleden worden zulke afwegingen extra netelig en beladen… Wie vertikt het om zijn zieke, depressieve of bedroefde moeder te helpen, zelfs als ze niets doet om haar penibele situatie te boven te komen? Zou niet iedere goede zoon of dochter zich aan haar beklag overgeven, haar verdedigen nota bene? Toch zal zo’n strategie absoluut geen uitkomst bieden, omdat we op die manier blijven beamen dat er geen oplossing is, dat haar niets rest dan klagen.
Hoe hartverscheurend het ook is, als we inderdaad zien dat iemand zich vastbijt in diens slachtofferrol, getuigt het van meer mededogen om daar niet aan toe te geven, hen te helpen die fixatie los te laten.
Geef duidelijk aan dat je bereid bent hen terzijde te staan in het creeëren van duurzame oplossingen, maar dat je weigert te fungeren als klaagmuur of als vergaarbak voor hun negativiteit. Zonder dit heel explicitiet en nadrukkelijk als voorwaarde voor jullie contact te stellen, zal het ‘slachtoffer’ namelijk blijven terugvallen in doemdenken.