Wat is prosociaal gedrag en hoe ontwikkelt het zich?
Elke dag neem je veel beslissingen die je confronteren met het dilemma dat je aan jezelf of aan anderen moet denken. Op het eerste gezicht lijken prosociaal gedrag en egoïstisch gedrag lijnrecht tegenover elkaar te staan, maar vergeet je echt je eigen behoeften om die van anderen te bevredigen? Welke persoonlijke en culturele factoren leiden ertoe dat je zo handelt?
Men heeft ontdekt dat mensen de enige dieren zijn die coöperatief gedrag vertonen met individuen waarmee we niet nauw verwant zijn. In de rest van het dierenrijk vormen verwantschap en wederkerigheid de grenzen van positief gedrag ten opzichte van anderen.
Daarom zouden we kunnen zeggen dat de biologie onze prosociale neiging niet volledig verklaart. In feite is het onze cultuur die deze taak overneemt.
Prosociaal gedrag
Prosociaal gedrag kan worden gedefinieerd als elk gedrag dat anderen ten goede komt of positieve sociale gevolgen heeft. Solidariteit, samenwerking, anderen helpen, altruïsme… het zijn allemaal voorbeelden van deze brede term.
In de volksmond kunnen we zeggen dat we prosociaal gedrag vertonen als we iets voor een ander doen. Dit soort acties zijn essentieel om sociale relaties op te bouwen en te onderhouden, omdat ze positieve interacties met anderen vergemakkelijken.
Prosociaal gedrag is de tegenpool van antisociaal gedrag. Onder asociaal gedrag verstaan we geweld, intolerantie en onverschilligheid voor anderen en de omgeving. Maar wat bepaalt onze persoonlijke neiging naar de ene of de andere kant?
Prosociaal gedrag en persoonlijkheid
Er is ontdekt dat er een verband (Engelse link) bestaat tussen bepaalde persoonlijkheidskenmerken en de grotere neiging om prosociaal gedrag te vertonen:
- Zelfbeeld. Deze term verwijst naar de perceptie, mening en overtuigingen die je over jezelf hebt. De beoordeling die je van jezelf maakt lijkt direct verband te houden met je prestaties op het gebied van prosociaal gedrag en, omgekeerd, met antisociaal gedrag. Daarom zijn mensen met een gezonder en meer solide gevoel van eigenwaarde eerder geneigd om anderen te helpen.
- Impulsiviteit. Impulsieve mensen hebben de neiging om snel en reactief te reageren zonder na te denken over de gevolgen. Hun impulsiviteit vermindert de kans dat ze prosociaal gedrag vertonen omdat ze niet nadenken voordat ze handelen.
- Empathie. Dit is het vermogen om in andermans schoenen te staan en hun gevoelens en percepties te begrijpen. De meest empathische mensen zijn degenen die vaak prosociaal gedrag vertonen. Dat komt door hun gevoeligheid voor de emotionele toestand van anderen.
Leren en cultuur
Naast de biologische component die ons ertoe aanzet om onder bepaalde omstandigheden met anderen samen te werken, zijn het leren en de cultuur die deze vergelijking compleet maken.
Ten eerste weten we dat elk gedrag dat wordt gevolgd door versterking de neiging heeft om in frequentie toe te nemen. In het geval van prosociaal gedrag is de beloning die we ontvangen als we dit gedrag vertonen van sociale aard. Bijvoorbeeld een bedankje, een glimlach, de erkenning van anderen, etc.
We zouden dus kunnen zeggen dat zelfs bij altruïsme (het hoogste morele gedrag), de persoon die het uitvoert ook een soort voordeel ontvangt. Als het alleen maar kosten met zich mee zou brengen voor het individu, zou het in de loop van de tijd geen stand hebben gehouden.
Aan de andere kant spelen socialisatiemodellen een fundamentele rol in de ontwikkeling van prosociaal gedrag. Tijdens onze kindertijd observeren en imiteren we het gedrag van de mensen om ons heen. Bovendien krijgen we informatie over welk gedrag wenselijk is en welk niet.
De waarden die tijdens deze cruciale fase worden doorgegeven, zijn doorslaggevend. Maar zelfs op volwassen leeftijd kan blootstelling aan bepaalde modellen ertoe leiden dat we meer prosociale gewoonten aannemen. Een voorbeeld hiervan is het grotere milieubewustzijn dat veel mensen de laatste tijd hebben ontwikkeld.
Kortom, prosociaal gedrag is van grote waarde voor het leven in de maatschappij en voor het individuele welzijn. Daarom moeten we empathie, zelfvertrouwen en zelfbeheersing bij kinderen stimuleren. Daarnaast moeten we als volwassenen meer van deze handelingen laten zien in ons dagelijks leven. Interesse tonen in elkaar is goed voor iedereen die erbij betrokken is.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Calvo, A. J., González, R., & Martorell, M. C. (2001). Variables relacionadas con la conducta prosocial en la infancia y adolescencia: personalidad, autoconcepto y género. Infancia y aprendizaje, 24(1), 95-111.
- Moñivas, A. (1996). La conducta prosocial. Cuadernos de trabajo social, 9(9), 125-142.