Wanneer kom je vast te zitten op een emotionele leeftijd zonder genegenheid
Een gebrek aan liefde laat echt een stempel achter en vooral op bepaalde leeftijden. Maar soms heeft het een enorme invloed. Je komt dan vast te zitten in wat men een emotionele leeftijd zonder genegenheid noemt. Een tekort aan genegenheid en liefde houd je met andere woorden tegen om je te ontwikkelen. Je zal niet verder kunnen gaan tot je heelt.
Dat is eigenlijk wat het begrip “volwassenheid” alleen maar is: een concept. In de praktijk hebben we allemaal vele verschillende leeftijd binnenin onszelf. Sommige leeftijden vallen meer op. Maar de andere zijn ook aanwezig. We hebben dus echt geluk. Want het helpt ons om met een kinderlijk plezier van dingen te genieten. Tegelijkertijd gaan we met een volwassen wijsheid met problemen om.
Maar er zijn ook bepaalde omstandigheden die ervoor zorgen dat je op één specifieke leeftijd blijft steken. Als je niets aan het probleem doet, zal je meestal vast komen te zitten op een emotionele leeftijd zonder genegenheid.
Het kan zelfs zijn oorsprong hebben in je vroege kinderjaren. Als dit het geval is, dan zal het later wellicht een effect hebben. Want zelfs als je al heel wat ouder bent, kan je je nog steeds op dezelfde emotionele leeftijd bevinden als het bange gekwetste kind dat je ooit was.
“Schrijf ik alleen over oorzaken en praat ik niet over de effecten? Misschien schrijf ik het verhaal van iets dat ontbrak, maar dat betekent niet dat het een verhaal mist.”
-Andrés Rivera-
De eerste emotionele leeftijd zonder genegenheid
Wanneer je jong bent, heeft bijna elke ervaring een grote invloed op je. In deze periode van het leven leg je het fundament voor wie je bent en wie je zal zijn. Maar dat betekent niet dat je later niet nog steeds genegenheid zal nodig hebben. Het betekent alleen dat het in je eerste levensjaren absoluut noodzakelijk is.
Wanneer een kind in de leeftijd van één tot twee jaar geen genegenheid krijgt, dan is het eerste wat ze verliezen hun gevoel van vertrouwen. Kinderen verwachten altijd dat hun ouders of de personen die om hen geven, voor hun behoeften zorgen.
Maar soms gebeurt dit niet. Of het gebeurt wel maar gaat gepaard met afwijzing en agressie. Dit zal het voor het kind waarschijnlijk moeilijk maken om vanaf dan mensen te vertrouwen. Ze kunnen het zelfs moeilijk krijgen om zichzelf te vertrouwen.
Het gebrek aan genegenheid, autonomie en onafhankelijkheid
Rond de leeftijd van twee tot drie jaar beginnen kinderen meestal de weg te nemen richting autonomie. Het grootste deel hiervan bestaat uit zindelijkheidstraining.
Op deze leeftijd zullen liefhebbende ouders of verzorgers deze autonomie met genegenheid en zonder enige haast stimuleren. Ze zullen het kind niets vragen dat hun ontwikkelingsniveau en leervermogens te boven gaat.
Bovendien remmen ze de vooruitgang van hun kind niet af. Ze zullen geen dingen voor de kinderen doen die de kinderen zelf kunnen. Liefde mag nooit tot afhankelijkheid leiden. Autonomie mag ook nooit tot verlating leiden.
Meestal blijven kinderen tussen de leeftijd van drie tot zes jaar dit pad naar onafhankelijkheid volgen. Maar bij menselijke wezens is er nooit sprake van exacte leeftijden of data. Toch is er altijd de leeftijd waarop ze echt de wereld beginnen te onderzoeken.
Wanneer kinderen echt liefde krijgen dan zullen ze zonder angst aan deze reis beginnen. Als ze geen liefde krijgen, dan zullen ze zich waarschijnlijk ongemakkelijk en bang voelen. Dit is zelfs zo, ook als is er in de buitenwereld niets beangstigend of gevaarlijk.
Zodra kinderen oud genoeg zijn om naar school te gaan, ontwikkelen ze een liefde voor werk en efficiëntie. Dit zal tenminste gebeuren als ze een ondersteuningssysteem vol liefde hebben. Zonder dit systeem zullen ze hun schooltaken met een minderwaardigheidsgevoel uitvoeren.
De effecten wanneer we volwassen zijn
Wanneer begin je te beseffen dat je vastzit op een emotionele leeftijd zonder genegenheid? Meestal zie je als volwassene bepaalde persoonlijkheidstrekken en weet je niet echt waar ze vandaan komen. Bovendien ben je meestal ook niet in staat om te veranderen, ook al ben je ervan overtuigd dat het nodig is. We geven enkele voorbeelden van deze kenmerken:
- Onzekerheid, verlegenheid, angst.
- Problemen om jezelf te bekrachtigen, om te weten wat je wilt en om uit te drukken hoe je je voelt.
- Moeilijkheden om doelstellingen te vormen en ze na te streven omdat je meer angst ervaart dan hoop.
- Passiviteit in alle gebieden van je leven, ook in je liefdesleven.
- Niet in staat zijn om van dingen te genieten.
Wat kan je dus doen? Meestal is het mogelijk om een wond als gevolg van een gebrek aan genegenheid te helen. Maar die zal niet vanzelf genezen. Je moet er echt aan werken. Het is een goed idee om manieren te zoeken om een kind zonder affectie te helpen om zichzelf openlijk uit te drukken. Geef jouw innerlijke kind de ruimte om te praten en te zeggen hoe hij zich voelt. Je kan het opschrijven of erover praten met een therapeut.