Waarom imiteren kinderen volwassenen?
In goede en slechte tijden imiteren kinderen volwassenen. Bijna zonder dat we het beseffen, bestuderen hun kleine ogen ons en richten zich op ons, waarbij ze ons gedrag bepalen, gebaren kopiëren en woorden, uitdrukkingen en zelfs rollen internaliseren. We weten dat kinderen nooit exacte kopieën van hun ouders zullen zijn, maar de afdruk die wij op hen achterlaten is toch doorslaggevend.
Dit is iets dat altijd duidelijk is geweest op het gebied van de psychologie van de ontwikkeling. Albert Bandura bijvoorbeeld, een erkend psycholoog op het gebied van sociaal leren, heeft uitvoerig geschreven over een van zijn sleutelbegrippen, “modeling.” Volgens hem leren mensen door het imiteren van de gedragingen die ze om zich heen zien, de sociale modellen waarmee ze opgroeien of omgaan.
Kinderen imiteren niet alleen hun ouders. Zoals we goed weten, ervaren ze niet alleen geïsoleerde scenario’s. Tegenwoordig hebben ze meer sociale prikkels dan ooit, en zelfs “modellen” buiten hun eigen huis of school. Ook de televisie en de nieuwe technologieën die ze van jongs af aan gebruiken, mogen niet worden vergeten.
Alles wat ze zien, horen en om hen heen gebeurt, beïnvloedt hen. Wij volwassenen vormen dat grote theater van personages die zij imiteren en die hun gedrag en zelfs hun manier om de wereld te begrijpen zullen beïnvloeden. Hierover later meer.
Waarom imiteren kinderen volwassenen?
We weten dat kinderen volwassenen imiteren, maar waarom doen ze dat? Ontwikkelingspsycholoog Moritz Daum van de Universiteit van Zürich wees op iets interessants. Dit bijna instinctieve gedrag bij mensen (en bij andere dieren) dient niet alleen om te leren. Imiteren creëert ook een gevoel van saamhorigheid, en het helpt mensen zich te identificeren als deel van groepen.
Zijn kinderen dan echt net sponzen die de neiging hebben om alles wat ze zien te imiteren? Bovendien, op welke leeftijd beginnen ze op te merken wat hen omringt en beginnen ze ernaar te modelleren? Laten we eens kijken.
Wanneer beginnen kinderen hiermee?
We weten dat nabootsen begint kort na de geboorte. Sommige pasgeborenen kopiëren gezichtsbewegingen zoals het uitsteken van hun tong. Dit proces wordt echter pas volledig als ze meer dan een jaar oud zijn.
Baby’s die zes maanden oud zijn, begrijpen al opzettelijk gedrag. Wat betekent dat? Het betekent bijvoorbeeld dat als ze hun vader of moeder dichtbij zien komen om hen op te pakken, ze zich goed voelen. Ze begrijpen welke dingen leuk en niet leuk zijn aan hun dagelijkse routines.
Dit alles vormt een basis voor hen om patronen en gedragingen te herkennen, en te begrijpen dat er na bepaalde handelingen weer andere plaatsvinden.
Tussen 19 en 24 maanden beginnen kinderen veel dingen te kopiëren die ze bij anderen zien. Ze imiteren hun ouders, hun oudere broers en zussen, en degenen die ze op TV zien. Ze doen dit om te leren, maar ook om hetzelfde te zijn als anderen en om zich deel te voelen van een sociale groep.
Kiezen kinderen wie en wat ze imiteren?
Voordat we ingaan op de vraag of kinderen imiteren omwille van het imiteren of dat ze kiezen wie ze imiteren, is het interessant te weten dat er bepaalde prikkels zijn die hen meer aanspreken dan andere.
Men heeft ontdekt dat wanneer een kind omringd is door andere kinderen van dezelfde leeftijd, maar ook door volwassenen, het kind meer geneigd is het gedrag van zijn leeftijdsgenoten te imiteren. Hun spiegelneuronen worden veel sterker geactiveerd als ze in gezelschap zijn van iemand met dezelfde kenmerken als zijzelf.
Als een kind iets concreets moet leren, zal het naar volwassenen gaan. Dit principe sluit aan bij de proximate zone of development van Lev Vygotsky. Met andere woorden, ze weten dat ze, met adequate ondersteuning, een ander niveau, een nieuwe fase van grotere bekwaamheid kunnen bereiken. Om dit te doen, hebben ze echter wel “deskundige modellen” nodig, namelijk volwassenen.
Een ander detail zal zeker ook van belang zijn. Volgens een studie uitgevoerd aan de Universiteit van Londen door Dr. Victoria South, hebben kinderen die 18 maanden oud zijn al de neiging om wat vertrouwd is te imiteren wanneer het een paar keer herhaald wordt. Naast het gedrag gaat ook de taal ermee gepaard. Sterker nog, het is precies de manier waarop communicatieve processen rijpen.
Kinderen weten niet of wie ze imiteren gepast is of niet
Enkele bevindingen uit een studie aan de universiteit van Yale waren veelzeggend. Derek Lions, de auteur, toonde aan dat kinderen gedurende een concrete periode van hun leven volwassenen buitensporig en mimetisch imiteren.
Deze “over-imitatie” gebeurt tijdens de eerste vijf jaar. Dit betekent dat zij geen verfijnde criteria of denkprocessen hebben om af te leiden of wat die volwassenen zeggen en doen passend, nuttig of moreel is of niet.
Tijdens deze studie werd een experiment uitgevoerd. Daarin liet een groep volwassenen aan driejarige kinderen zien hoe ze een doos moesten openen. De manier waarop ze dat deden was zo ingewikkeld en bevatte zoveel stappen die volkomen nutteloos en bijna belachelijk waren, dat het heel lang duurde voordat ze het doosje open hadden.
Toen de kinderen het zelf probeerden, deden zij alle stappen na die de volwassenen deden, ook die stappen die nutteloos waren.
Ditzelfde experiment werd toegepast op een andere groep kinderen van dezelfde leeftijd, die werden uitgenodigd hetzelfde te doen, maar zonder van tevoren een voorbeeld te hebben gezien. De kinderen losten het probleem op zonder extra stappen.
Al deze feiten ondersteunen onze intuïtie. Kinderen leren door alles in hun omgeving te observeren, maar ze letten vooral op hun moeders en vaders. Een goed rolmodel zijn is een grote verantwoordelijkheid, en misschien wel de belangrijkste van allemaal.
Van ons leren ze het goede en het slechte, en elke volwassene zal een spiegel zijn waarin ze zichzelf, gedurende een bepaalde tijd in hun ontwikkeling, zien. Laten we er dus voor zorgen dat ons eigen gedrag, elk gebaar, elk woord, als uitgangspunt dient voor onze kinderen op weg naar geluk en welzijn.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Southgate, V., Chevallier, C., & Csibra, G. (2009). Sensitivity to communicative relevance tells young children what to imitate. Developmental Science, 12(6), 1013–1019. https://doi.org/10.1111/j.1467-7687.2009.00861.x