Vincent van Gogh en de kracht van synesthesie in kunst
Vincent Van Gogh legde in zijn brieven uit dat klanken voor hem kleuren hadden en dat bepaalde kleuren, zoals geel en blauw, voor zijn zintuigen als vuurwerk waren. Zijn schilderijen Zonnebloemen en De Sterrennacht zijn nog steeds betoverende doeken vol met leven en beweging. Het is nu duidelijk dat het beroemde post-impressionistische genie synesthetisch was.
Dit kan voor veel mensen nieuwe informatie zijn. Dat blijkt echter al lang uit de analyse van vele brieven die Van Gogh aan zijn broer Theo stuurde, of zelfs uit de analyse van zijn schilderijen. Zo liet de American Synesthesia Association (ASA) zien dat hij “fotismes” in zijn stijl had. Het is een soort sensorische respons ervaren door mensen die klanken in kleur omzetten.
“Wat kleur is in een foto, is enthousiasme in het leven.”
-Vincent van Gogh-
Een vorm van synesthesie is een zintuiglijke ervaring waar de persoon geluiden associeert met kleuren. De scherpste tinten zorgen er bijvoorbeeld voor dat je intensere, levendigere en glanzende kleuren waarneemt. Kleur kan op zijn beurt ook auditieve of muzikale sensaties creëren.
Dat was wat Franz Liszt overkwam tijdens het componeren. Het was ook wat Van Gogh ervoer, een genie halverwege tussen waanzin en manische depressie. Hij verliet deze wereld zonder te weten wat er zou gebeuren of hoe zijn creaties de tijd zouden overstijgen.
Vincent van Gogh en de wereld van de kleuren
In 1881 schreef Vincent van Gogh een brief aan zijn Haagse broer. In de brief legde hij uit dat elke schilder zijn favoriete kleurenpalet had, en dat die favoriete tonen een manier waren waarop de kunstenaar door de duisternis van zijn hart heen kon breken om licht te vinden. Hij merkte ook op dat sommige schilders de majestueuze kwaliteit hadden dat ze hun handen met de virtuositeit van een violist konden gebruiken, en dat bepaalde werken in pure muziek veranderden.
Enkele jaren later, in 1885, besloot Van Gogh piano te gaan studeren. Die ervaring was echter van korte duur en eindigde voor hem op een verschrikkelijke manier. Kort na het begin van de lessen verklaarde de artiest dat de ervaring van het spelen overweldigend was: elke noot evoceerde een kleur. Zijn leraar, gealarmeerd door wat hij zei, gooide hem uit het centrum nadat hij verklaard had dat hij “gek” was.
Je kunt er nu een beetje om glimlachen. De “gekheid” van Vincent van Gogh, zijn ervaringsgerichte associatie van chromatische sensaties met muziek, zou immers ongetwijfeld zijn grootste gave worden. Het is een nuance die zijn kunst misschien een uitzonderlijke uitdrukkingskracht en gevoelige rijkdom gaf die tot dat moment zelden te zien was geweest.
Zijn krachtige verfstreken bijvoorbeeld gaven beweging aan elk detail. Geel gaf hem een ervaring van vreugde, een sprankje van die hoop die Van Gogh zo miste in zijn leven.
“Als ik een vreselijke behoefte heb aan – ik zeg het woord – religie. Dan ga ik naar buiten en schilder de sterren.”
-Vincent van Gogh-
Synesthesie en kunst
Synesthesie is geen ziekte, dat moeten we vanaf het begin duidelijk maken. Het is een neurologische aandoening waar communicatie tussen de zintuigen ongebruikelijk is, in die zin dat het een persoon in staat stelt om geluiden te zien, kleuren te proeven of vormen te horen.
Elisabeth Sulser is daar een goed voorbeeld van. Ze is de enige vrouw ter wereld die al deze kenmerken heeft: ze neemt kleuren waar bij het luisteren naar muziek of een geluid, en ze kan ze ook proeven.
Neurologen zeggen dat wanneer we ter wereld komen, we allemaal synesthetisch zijn, maar als onze neuronale structuren zich ontwikkelen, beginnen deze zintuigen zich te specialiseren om het ene van het anderen te onderscheiden.
4% van de bevolking beschikt over synesthetische capaciteiten, verreweg de meesten daarvan ontwikkelen artistieke vaardigheden.
Synesthesie komt bijvoorbeeld veel voor bij musici, maar ook bij schilders als Van Gogh en schrijvers als Vladimir Nabokov. In feite legde de laatste uit dat een groot deel van zijn familie ook deze gave had, maar hij voelde zich alsof ze er niet zo veel van profiteerden als ze hadden moeten doen – vooral omdat ze het niet begrepen.
Dat was wat Vincent van Gogh zelf heeft moeten ervaren: het gevoel dat de wereld voor zijn ogen, voor zijn oren, onmiddellijk chaotisch en onthutsend was. Hij had het gevoel dat het slechts een onderdeel van zijn waanzin was in de ogen van de wereld. Vandaag de dag weten we echter d at synesthesie een speciaal type bril over iemands ogen legt om een fantastische realiteit te zien.