Twee vormen van geheugenverlies
Geheugenverlies is een van de meest bekende geheugenstoornissen. Het gaat om aanzienlijke tekortkomingen in het coderen, opslaan en terughalen van informatie. De psychologische geheugenprocessen zijn echter buitengewoon complex en veelzijdig. Er zijn meerdere vormen van geheugenverlies en daarom kan het lastig zijn om dit probleem in detail uit te leggen.
Het is ook waarom mensen met geheugenverlies zo’n waardevolle bron zijn geweest om dieper begrip te krijgen van hoe het geheugen werkt. Onderzoek naar geheugenstoornissen helpt ons om de structuur en het functioneren ervan te begrijpen.
Deze onderzoeken richten zich met name op vormen van geheugenverlies waarbij het episodisch geheugen van iemand beschadigd is geraakt en niet meer goed werkt.
Als we geheugenverlies en het episodisch geheugen willen onderzoeken, moeten we ons dus richten op het effect dat die schade heeft. In dat geval kunnen we spreken van twee basisvormen van geheugenverlies.
De eerste vorm is retrograde amnesie: wanneer iemand dingen vergeet die hem zijn overkomen vóór zijn ziekte of ongeval. En de tweede vorm is anterograde amnesie: wanneer iemand geen nieuwe herinneringen meer kan maken. In dit artikel gaan we dieper in op beide vormen van geheugenverlies.
Twee vormen van geheugenverlies
Retrograde amnesie
Retrograde amnesie wordt gekenmerkt door een onvermogen om toegang te krijgen tot herinneringen van vóór het moment waarop het geheugen werd beschadigd. De tijdsperiode die het beïnvloedt varieert erg. Sommige mensen vergeten gewoon een paar dagen en anderen vergeten een heel leven.
Het is ook belangrijk om te onthouden dat iemand met dit soort geheugenverlies nog steeds nieuwe herinneringen kan maken. Ook kan hij nog andere delen van zijn geheugen gebruiken, zoals zijn impliciet geheugen en zijn procedureel geheugen.
De oorzaak van deze aandoening is meestal lichamelijk. Met andere woorden, het doet zich voor wanneer er sprake is van een bepaald soort hersenschade. Meestal gaat het dan om beschadiging in of rond de hippocampus, basale ganglia of de tussenhersenen.
Er zijn echter ook gevallen waarin retrograde amnesie optreedt zonder enige vorm van letsel. Dit wordt dan dissociatieve amnesie genoemd.
Clive Wearing was een van de meest bestudeerde patiënten met een ernstige geheugenstoornis. Clive kon zich helemaal niets herinneren van wat hem was overkomen vóór zijn ongeluk in 1985. Een ongeluk waarbij zijn hippocampus volledig verwoest werd en zijn temporale kwabben zwaar beschadigd raakte.
Clive had ook anterograde amnesie. Hij kon dus ook geen nieuwe herinneringen meer maken. Hierdoor zat hij voortdurend vast in het heden.
Anterograde amnesie
Anterograde is in principe het tegenovergestelde van retrograde amnesie. Het houdt in dat je na een bepaald letsel geen nieuwe herinneringen meer kunt maken. Alle informatie die je voor het letsel hebt opgeslagen, zal daarom nog steeds aanwezig zijn.
Net als retrograde amnesie, is anterograde amnesie het gevolg van een lichamelijk letsel. De hersengebieden die in dit geval worden aangetast zijn echter de hypothalamus en de temporale kwabben.
Een uniek aspect van deze aandoening is dat het alleen invloed heeft op het expliciet geheugen. Dit houdt in dat hoewel iemand geen nieuwe herinneringen meer kan maken, hij wel nog steeds nieuwe vaardigheden kan aanleren, of ze nu procedureel of impliciet zijn.
Als iemand met anterograde amnesie bijvoorbeeld elke dag piano speelt, zal hij er na verloop van tijd beter in worden. Helaas zal hij het zich echter niet kunnen herinneren dat hij piano heeft gespeeld, omdat elke dag voor hem als zijn eerste dag is.
Een van de bekendste gevallen van anterograde amnesie was de patiënt HM (wat staat voor Henry Molaison). Hij moest een operatie ondergaan om zijn epileptische aanvallen aan te pakken.
Tijdens de operatie haalden de artsen echter te veel weg van zijn hypothalamus. Na de operatie had hij geen epileptische aanvallen meer, maar helaas wel ernstige geheugenproblemen.
HM kon geen nieuwe herinneringen meer opslaan. Zijn procedurele en uitvoerende geheugenfuncties werkten echter wel nog steeds. Tijdens een gesprek was hij dan ook altijd duidelijk en coherent. Het leek niet alsof er iets mis met hem was. Als het gesprek echter even onderbroken werd en er later weer op terug werd gekomen, herinnerde hij zich er niets meer van.
Tot slot
Eerder zeiden we al dat deze twee vormen van geheugenverlies onafhankelijk van elkaar zijn. Met andere woorden, je kunt last hebben van de ene vorm zonder ook last te hebben van de andere. Het is echter belangrijk om te onthouden dat geheugenverlies veel gecompliceerder zijn dan dat.
Normaal gesproken tasten dit soort letsels meer dan één gebied van de hersenen aan, wat leidt tot een gemengd soort geheugenverlies. Toch is het ook interessant om ‘pure’ vormen van geheugenverlies te bestuderen en meer te leren over hoe geheugen werkt.