Terugval bij depressie: risicofactoren en preventie
Een terugval bij depressie kan frustrerend en eng zijn. Als dat nog niet erg genoeg is, gaat de terugval meestal gepaard met een gevoel van schuld en schuld. Uit de statistieken blijkt dat depressie terugval heel vaak voorkomt: ongeveer 80 procent van de patiënten die aan een depressie hebben geleden, zal binnen tien jaar terugvallen.
Een van de aandoeningen met de hoogste recidiefpercentages is de persisterende depressieve stoornis (dysthymie). De symptomen van deze stoornis komen en gaan jarenlang.
Hoewel de intensiteit van de symptomen varieert, duren de terugvallen meestal minstens twee maanden. Zoals je je kunt voorstellen, bevinden mensen die aan dysthymie lijden zich in een uitputtende en ingewikkelde situatie.
Dit alles toont aan dat we nog steeds niet over de juiste middelen beschikken om stemmingsstoornissen aan te pakken. Er is een ernstig gebrek aan concrete en haalbare informatie over de moeilijke realiteit waarin zo veel mensen elke dag leven. Veel mensen denken bijvoorbeeld nog steeds dat mensen die aan een depressie lijden op de een of andere manier zwak zijn.
Ondanks de vooruitgang in de psychologie en alle informatie die online beschikbaar is, is er nog steeds een stigma rond cognitieve stoornissen. Niet alleen dat, maar we hebben nog een lange weg te gaan op het gebied van effectieve behandeling van depressie.
Waarom mensen terugvallen
Depressie is een aandoening die een korte- en langetermijnaanpak vereist. Als je therapeut of psychiater je na een farmacologische of therapeutische behandeling “genezen” verklaart, betekent dat niet dat je de deur voor dat hoofdstuk van je leven volledig kunt sluiten.
Depressie zal toch aan blijven kloppen. Het gaat meestal niet weg zonder geleide interventie, een wil tot verandering of steun van de omgeving. Hoewel medicatie kan helpen, geneest het de aandoening niet.
Wat vaak gebeurt is dat patiënten met een duidelijke klinische verbetering nog steeds ervaren wat deskundigen “restverschijnselen” noemen. Deze symptomen kunnen leiden tot een terugval en kunnen moeilijk te detecteren zijn. Een studie uit 2011 van de Universiteit van Dublin over de prevalentie en de aard van depressie vond dat:
- Resterende cognitieve symptomen van depressie komen het meest voor. Dit zijn gedachten, houdingen en negatieve levensvisies. Ze maken volledige remissie zeer moeilijk. Ook afleiding, moeite met het vinden van de juiste woorden, problemen met het nemen van beslissingen en traagheid van denken komen vaak voor.
- Patiënten kunnen ook last hebben van lichamelijke restverschijnselen. Weinig energie en slaapproblemen zijn enkele van de meest voorkomende.
Laten we dieper ingaan op deze ideeën.
Denkpatronen voeden het risico op depressie terugval
Als je voor een tweede keer in een depressie valt, weet je wat je kunt verwachten. Je moet weer beginnen met de behandeling en onder andere met je artsen praten.
Een studie van Dr. Norman A. Farb aan de Universiteit van Toronto suggereert dat de denkpatronen van mensen terugvallen veroorzaken. Als je het slachtoffer blijft spelen, een te kritische innerlijke dialoog gebruikt en een negatieve houding aanneemt, is het risico op een terugval groot.
Het is belangrijk om te onthouden dat deze denkpatronen lijken op het roeien naar zee in een lekke boot. Negatief denken zal je verdrinken. Het is vermoeiend en het staat creatieve en nuttige gedachten in de weg die je helpen om door het leven te navigeren.
Dit soort interne dialoog kan je zelfs overtuigen dat je niet weet hoe je moet zwemmen. Als je het zo ver laat komen, kan het heel moeilijk zijn om te herstellen. Deze cognitieve symptomen hebben meestal ook lichamelijke verschijnselen. Je zult je lusteloos en moe voelen. Je kunt moeite hebben met slapen of last hebben van spierpijn.
Cognitieve therapie gebaseerd op mindfulness
Als je een terugval hebt, heb je professionele hulp nodig. Doe niet alsof alles in orde is. Als je van binnen gebroken bent, lach dan niet alsof er niets aan de hand is. Misschien ga je elke avond naar bed in de hoop dat je je ‘s morgens beter voelt. Hoewel die hoop misschien wat verlichting biedt, zul je niet beter worden zonder hulp.
Veel mensen gaan in hun eentje met een depressie om. Anderen melden zich aan voor therapie, maar stoppen ergens tussen de eerste en zesde maand. Dat is gewoon niet genoeg. Als je echt je depressie onder ogen wilt zien en terugval wilt voorkomen, dan is cognitieve therapie gebaseerd op mindfulness een van de meest effectieve opties.
Verschillende studies, zoals die van Dr. John D. Teasdale van de Universiteit van Oxford (en later van de MRC Cognition and Brain Sciences Unit), tonen de voordelen van dit soort therapie aan (Engelse link).
Zelfs patiënten met meerdere terugvallen laten een aanzienlijke verbetering zien met dit soort therapie. Ze leren ook waardevolle strategieën om de negatieve innerlijke dialoog te verminderen, hun denkpatronen te reguleren en positieve gewoontes te oefenen om een terugval te voorkomen.
Het is mogelijk om met deze emotionele en mentale uitdagingen om te gaan. De eerste stap is het besluit nemen dat je beter wilt worden. Dat vereist doorzettingsvermogen, hard werken en vastberadenheid, maar de resultaten zijn de moeite waard.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Richards, D. (2011, November). Prevalence and clinical course of depression: A review. Clinical Psychology Review. https://doi.org/10.1016/j.cpr.2011.07.004
- Teasdale, J. D., Segal, Z. V., Williams, J. M. G., Ridgewaya, V. A., Soulsby, J. M., & Lau, M. A. (2000). Prevention of relapse/recurrence in major depression by mindfulness-based cognitive therapy. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 68(4), 615–623. https://doi.org/10.1037/0022-006X.68.4.615