Opgeven vs. weten wanneer je moet stoppen
Er zijn verhalen, relaties en verbanden die alles hebben gegeven wat ze konden. Ze zijn als een touw dat te strak is aangetrokken of een komeet die probeert te ontsnappen aan de dingen die we niet kunnen vasthouden. Ze zijn als een trein die volgens dienstregeling vertrekt, maar die we niet kunnen stoppen. Het loslaten van deze dingen is geen lafheid of overgave. Weten wanneer je moet stoppen is een daad van moed.
Als er iets is waar we niet op voorbereid zijn, dan is dat het afstand nemen van mensen die belangrijk zijn in ons leven. Het is moeilijk voor ons om te stoppen met het investeren van tijd en energie in een project dat tot voor kort belangrijk was voor ons. We zeggen ‘we zijn niet voorbereid’, omdat onze hersenen zich hevig verzetten tegen verandering. Elke vorm van onderbreking van routine of gewoonte is een sprong in het onbekende, wat angst genereert in dit prachtige en verfijnde orgaan van ons.
‘Dat is genoeg’, riep het hart. En voor één keer waren hij en de hersenen het eens over iets.
De neiging van de hersenen om ons altijd op dezelfde plaats te houden en hetzelfde te laten doen, met dezelfde mensen, maakt het moeilijk om onze comfortzone te verlaten. Deze bijna obsessieve hechting aan wat we kennen, zorgt ervoor dat we dingen zeggen als ‘Ik zal het nog wat langer uithouden’ of ‘Ik wacht nog wat langer om te zien of dingen veranderen’.
Eén ding weten we echter al zeker: bepaalde veranderingen komen nooit. Soms betekent een beetje langer wachten dat je te lang wacht. We zijn opgegroeid met het klassieke en ongerechtvaardigde idee: ‘waar je niet dood aan gaat, maakt je sterker’. We hebben geleerd dat iets of iemand loslaten betekent dat we het hebben opgegeven en dat onze wil kapot is.
Als we nu verder dan het ‘probleem’ kijken, zien we een complete en verpletterende ongelukkigheid. Dit is iets lichamelijks. Het ontneemt ons gewoon de lucht en het leven. Dit soort situaties achter je laten, tenminste voor een tijdje, is ongetwijfeld een moedige en gezonde daad.
Weten wanneer je moet stoppen is niet altijd makkelijk
Als we struikelen, vallen en onszelf pijn doen, hoeven we niet lang na te denken om er beter van te worden. We leren het gevaarlijke gedeelte van de stoep te vermijden. Waarom doen we niet hetzelfde met onze relaties? Waarom vermijden we die situaties niet die ons pijn of lijden hebben toegebracht? Deze eenvoudige vraag heeft een antwoord met zowel complexe als delicate aspecten.
Allereerst, in het echte leven gaat het niet om een stoep vol gaten of paden met uitstekende stenen. We weten dat deze metaforen erg veel worden gebruikt, maar het probleem is dat de echte gevaren nooit makkelijk te herkennen zijn. We dragen geen reclameborden met ons mee om te adverteren wat we zijn, waar we van houden, of welke bedoelingen we hebben.
Ten tweede is het belangrijk om te onthouden dat we wezens zijn met veel behoeften: gehechtheid, verbondenheid, saamhorigheid, gemeenschap, vrije tijd, seksualiteit, vriendschap, werk en ten slotte verandering. Mensen zijn van nature dynamisch van aard. We muteren.
Deze zeer menselijke variabelen dwingen ons om deze sprongen in het diepe te nemen. We nemen deze risico’ s, zodat we iets nieuws kunnen proberen, andere ervaringen kunnen opdoen en soms zelfs kunnen overleven. Soms geven we de mensen die het het minst verdienen een tweede en derde kans omdat onze hersenen sociaal zijn. Die zullen altijd waarde hechten aan verbinding boven afstand, en het bekende boven het onbekende.
Dat alles helpt ons te begrijpen waarom het voor ons zo moeilijk is om te merken wanneer iets onze grenzen overschrijdt. We hebben moeite om vast te stellen wanneer de kosten veel zwaarder wegen dan de voordelen. Wanneer onze eigen geest zich gedraagt als onze vijand, fluistert hij steeds maar weer ‘niet opgeven, geef niet toe’. We moeten echter iets fundamenteels en essentieels in ons brein opnemen: als we iets achter ons laten dat schadelijk is en ons ongelukkig maakt, geven we het niet op. Wij zijn aan het overleven.
Leer je ‘sweet spot’ te ontdekken
Het vinden van onze ‘sweet spot’ is zoals het vinden van onze eigen balans, onze psychologische en emotionele homeostase. Het gaat erom dat je te allen tijde weet wat het beste is voor jezelf. Het is het vermelden waard dat dit vermogen niet intuïtief is. Het is objectieve kennis die verworven wordt door ervaring, observatie en reflectie op ons eigen leven, het leren van onze successen en van onze fouten.
“Niets is genoeg voor de man voor wie genoeg te weinig is.”
-Epicurus-
De ‘sweet spot’ is wanneer alles wat we doen en bereiken voordeel biedt en bevredigend is. Maar op het moment dat stress, verbijstering, angst, tranen of extreme uitputting op het toneel verschijnen, zijn we overgestoken naar de ‘bitter spot’: een ongezonde ruimte die we zo snel mogelijk moeten verlaten.
Let op dat deze eenvoudige strategie kan worden toegepast in elke situatie in ons leven. Het vinden van de sweet spot is een daad van wijsheid. Het is een persoonlijk hulpmiddel dat ons helpt begrijpen dat alles in het leven zijn grenzen heeft, en dat weten wanneer je moet stoppen niet hetzelfde is als opgeven. Het is begrijpen wat en waar onze grenzen zijn. We hebben het hier over de lijn die geluk scheidt van ongelukkigheid, en bitterheid van kansen.
Laten we deze sweet spot in ons dagelijks leven opnemen en de kwaliteit van ons leven verbeteren.