Ons archaïsche brein is vandaag de dag nog steeds belangrijk
We moeten proberen ons millennial-brein te trainen. Dat komt omdat, hoewel ons archaïsche brein ons probeert te beschermen, de alarmsignalen die het verzendt vaak weinig zin hebben in de wereld waarin we tegenwoordig leven.
Onze voorouders leefden in een vijandige omgeving met onophoudelijke bedreigingen. Om deze reden hebben onze hersenen uiterst bruikbare mechanismen ontwikkeld. Deze werden geconsolideerd in de hersenschors. Dit is het gebied dat ons in staat stelt te denken, dromen, herinneren, geloven en anticiperen.
Ons emotionele brein regelt alles, zelfs de emoties die ons in staat stellen te overleven. We hebben bijvoorbeeld een sterk ontwikkeld vermogen om te voorzien en te onthouden wat slecht is. Bovendien weten we dat bepaalde emoties de kracht hebben om ons aandachtssysteem te kapen.
Een van de problemen is dat de energie die we verspillen aan zorgen, kan worden gebruikt voor reflectie en creativiteit. Daarom moeten we de basismechanismen van de geest begrijpen, zodat we in feite onze hersenen kunnen updaten. Onderzoek beweert inderdaad dat we met onze gewoonten de configuratie van onze hersenen kunnen beïnvloeden.
“We denken dat je in feite televisie kijkt om je hersenen uit te schakelen, en je werkt op je computer wanneer je je hersenen wilt inschakelen.”
Onze hersenen hebben primitieve afweermechanismen
De Portugese schrijver, José Saramago, legde uit dat hij, hoewel hij geen filosoof of wetenschapper was, niet geloofde dat de principes van kwaad of goed bestonden. Het enige wat hij dacht te weten, was dat alles zich in onze hersenen bevond. Het is zeker waar dat ons archaïsche brein een afweermechanisme bevat dat in staat is om werkelijkheden te ontkennen die ons lichaam niet zou kunnen verdragen.
Aan de andere kant raken onze hersenen gedesoriënteerd als het gaat om het genereren van alarmen en het werken in een routine met slechte lichaamsbeweging. Dit slecht werkende afweermechanisme ligt aan de basis van veel angststoornissen.
“Als ons brein zo eenvoudig was dat we het konden begrijpen, zouden we zo dom zijn dat we het toch niet begrepen.”
-Jostein Gaarder-
Het primitieve brein, 250 keer sneller dan het rationele brein (Antonio Damasio, 2009), staat ook bekend als het reptielenbrein. Het heeft te maken met ons overlevingsinstinct. De beslissingen of neigingen van het reptielenbrein gaan gepaard met veel energie. Daarom is het uiterst moeilijk om ze tegen te gaan.
Verschillende wetenschappers beweren dat het reptielenbrein, dat meer dan 400 miljoen jaar oud is, het brein is dat domineert en bepaalt wat we doen. In feite zoekt het de meest directe voordelen. Bovendien suggereren ze dat het trainen van ons brein, gebruikmakend van zijn plasticiteit, ons zou kunnen helpen bepaalde aspecten van ons archaïsche brein te verbeteren. Besluitvorming bijvoorbeeld.
Neuroplasticiteit is het vermogen van ons zenuwstelsel om zichzelf aan te passen om zenuwverbindingen te vormen als reactie op nieuwe informatie, sensorische stimulatie, ontwikkeling, disfunctie of schade.
Onze hersenen kunnen opnieuw worden geprogrammeerd
Hoewel ons archaïsche brein oud is, kan zijn kennis en intelligentie systematisch worden uitgebreid. Voeg daarbij ook nog het feit dat geest en materie niet gescheiden zijn. Bovendien kunnen we als mensen onze wil, kennis en intelligentie gebruiken om onze fysieke wereld te beïnvloeden.
Uit onze hersenen komen vreugde, plezier, gelach, verdriet, pijn, neerslachtigheid en spijt. Het is mogelijk om onze mentaliteit te veranderen door nieuwe verbindingen of ‘bedrading’ in ons brein aan te leggen en dit te versterken met ons denken.
Over het algemeen wordt neuroplasticiteit meestal geassocieerd met leren dat plaatsvindt in de kindertijd. Het gaat echter verder.
In feite zitten er namelijk verschillende biochemische en fysiologische componenten achter het proces van neuroplasticiteit. Dit leidt tot verschillende biomoleculaire, chemische, genomische en proteomische reacties die ons gedrag beïnvloeden.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Immordino-Yang, MH, McColl, A., Damasio, H. y Damasio, A. (2009). Correlatos neurales de la admiración y la compasión. Actas de la Academia Nacional de Ciencias , 106 (19), 8021-8026.
- Vieira, M. V. G., & Escudero, J. C. S. (2014). Neuroplasticidad: aspectos bioquímicos y neurofisiológicos. Ces Medicina, 28(1), 119-132.