Lake Wobegon-effect: jezelf als bovengemiddeld beschouwen
De schrijver Garrison Keillor creëerde een fictieve stad genaamd ‘Lake Wobegon’. Het is een plek waar alle vrouwen sterk zijn, alle mannen er goed uitzien en alle kinderen bovengemiddeld intelligent zijn. Het is een beeld van een cognitieve vertekening die het Lake Wobegon-effect wordt genoemd: het overschatten van onze vermogens en het negeren van onze negatieve eigenschappen.
Het fenomeen wordt ook wel illusoire superioriteit genoemd, en het komt hartstikke vaak voor. Zo schat 95% van de bestuurders zichzelf hoger in dan de rest; hetzelfde geldt voor de meeste studenten. Denken dat we bovengemiddeld zijn is heel gebruikelijk. Sterker nog, we hebben de neiging om de wereld te beoordelen op basis van onze verdiensten, stereotypen en onbewuste houdingen.
Als ons wordt gevraagd om ons intelligentieniveau te evalueren in vergelijking met dat van andere mensen, zouden de meesten van ons zeggen dat we bovengemiddeld zijn. Voor sommigen is dit misschien waar, maar slechts weinigen zullen het herkennen als ze onder het gemiddelde zitten.
Het Lake Wobegon-effect is de overtuiging dat we superieur zijn aan anderen en het onvermogen om onze zwakheden en fouten te herkennen. We hebben een vals gevoel van superioriteit, of het nu gaat om intelligentie, schoonheid of gedrag.
“Velen van ons gaan door het leven in de veronderstelling dat we in principe gelijk hebben, eigenlijk altijd, over alles: over onze politieke en intellectuele overtuigingen, onze religieuze en morele overtuigingen, onze beoordeling van andere mensen, onze herinneringen, ons begrip van feiten. Zo absurd als het klinkt als we er even over nadenken, lijkt onze stabiele toestand er een te zijn die onbewust aanneemt dat we eigenlijk bijna alwetend zijn.”
-Kathryn Schulz-
De illusoire superioriteit van jezelf als bovengemiddeld beschouwen
Zoals Charles Darwin zei: “Onwetendheid wekt vaker vertrouwen dan kennis.” De illusoire superioriteit is dan ook meer aanwezig bij incompetente mensen die hun capaciteiten overschatten. Dit zijn mensen die kortzichtig zijn als het gaat om het herkennen van het vermogen en de vaardigheden van anderen.
Dit zelfbedrog en gebrek aan cognitief bewustzijn is meestal verbonden met verwaandheid. Behalve dat ze zichzelf superieur vinden, missen ze het vermogen om in te zien dat ze het bij het verkeerde eind hebben. Het is onmogelijk voor ze om te accepteren dat ze iets niet weten of dat ze niet over bepaalde vaardigheden beschikken.
Het meest interessante aan deze cognitieve vooringenomenheid is dat hoe incompetenter je bent, hoe minder je je er bewust van bent. Het zijn meestal mensen die graag opscheppen, over hun cultuur, over hun intelligentie. Maar ze hebben eigenlijk niet zo veel om over op te scheppen. Wat het nog erger maakt is dat ze zich hier niet bewust van zijn. Hun houding komt voort uit onzekerheid, of ze het nu weten of niet.
Het is niet slecht of zelfzuchtig om een positief standpunt in te nemen ten opzichte van onze vermogens, het betekent ook niet dat we onwetend zijn. Integendeel, het helpt ons. Overdrijven is echter ook een vak. Het wordt dan ook problematisch wanneer we denken dat we overal de beste in zijn, waarbij we vergeten dat we ook tekortkomingen hebben en dat er nog zoveel andere mensen zijn met goede eigenschappen.
“In de wereld van vandaag lopen de domkoppen over van zelfverzekerdheid, terwijl de slimmeriken een en al twijfel zijn.”
-Bertrand Russell-
De gevolgen van het Lake Wobegon-effect
Psychologen Justin Kruger en David Dunning van Cornell University ontdekten dat mensen die qua intellectuele capaciteit en kennis duidelijk onder het gemiddelde lagen, zichzelf als de slimste mensen beschouwden. Nietzsche noemde deze groep mensen bildungsphilisters, of culturele filistijnen, ofwel onwetende mensen die opscheppen over hun diploma’s en jarenlange ervaring.
Sterker nog, vier van de belangrijkste studies over het Lake Wobegon-effect kwamen tot dezelfde conclusie. Mensen met iets lagere vermogens zijn er vaak van overtuigd dat ze over overdreven goede vaardigheden beschikken. Ze hebben ook grote moeite om hun eigen incompetentie te herkennen.
Mensen die wel bovengemiddeld competent zijn hebben daarentegen over het algemeen juist de neiging om hun eigen vermogens te onderschatten. Ze twijfelen aan hun eigen capaciteiten omdat ze ervan uitgaan dat anderen net zo, zo niet meer, capabel zijn als zijzelf. Hierdoor zijn ze vaak onzekerder en hebben ze minder zelfvertrouwen.
Wat kunnen we hieruit opmaken?
Mensen die lager dan gemiddeld presteren overschatten zichzelf dus vaak terwijl voor mensen die bovengemiddeld presteren juist het tegenovergestelde geldt. Wat betekent dit? Dit betekent dat de eerste groep zichzelf meer zal laten gelden en ons dus meer zal opvallen. Natuurlijk betekent dit niet dat ze gelijk hebben. Het betekent alleen maar dat eerste indrukken veel voor ons betekenen.
Daarnaast hebben mensen onder invloed van het Lake Wobegon-effect moeite met twee dingen: goede beslissingen nemen en zelfkritiek hebben. Daarom groeien ze ook niet.
Laten we er dus even over nadenken: hoe zien we onszelf? En hoe schatten we anderen in? Kijken we naar de capaciteiten en kwaliteiten van mensen? Of gaan we eenvoudigweg af op hoe zelfverzekerd ze op ons overkomen?
“Slechts twee dingen zijn oneindig, het universum en de menselijke domheid; en van het universum weet ik het niet zeker.”
-Albert Einstein-