Ik zou heel graag niet aan je denken
Ik zit hier in dit café en vraag mezelf af hoeveel ik bereid zou zijn om te betalen om alles te kunnen vergeten. Kleding kan me niks schelen. Ik zou mijn kleding zelfs verkopen en in mijn blootje rondlopen. Het kan niet veel kouder zijn dan hoe ik me nu al voel en de vorst zal me niet veel meer pijn doen dan de pijn die zich bevindt in de ruimte tussen mijn glas en mijn lippen.
De pijn brandt nog heftiger dan de alcohol en ik geniet van de bedrieglijke hoop die in de pijnscheuten schuilgaat, net als druppels regen die op een rots vallen. Ik stel mij twee werelden voor die van elkaar gescheiden zijn door een grote afgrond. Jij staat aan de ene kant en niet aan de andere en ik heb het gevoel dat ik op geen van beide kanten zou kunnen leven.
Dit is niet de eerste keer dat ik verliefd ben. Ik zeg je dit, zodat je niet naar me toekomt met de geruststellende woorden dat het allemaal wel weer overwaait. Daar ben ik me van bewust; ik ken de weg vrij goed, bedankt.
Ik heb hem ontmoet in een zelfde soort café als dit café. Hij stond achter de bar en ik was op zoek naar een einde voor mijn roman. Hij dacht dat ik mijn verdriet aan het wegdrinken was en ik speelde de rol goed uit.
In deze rol hield ik al mijn angsten verborgen, maar het enige wat hierdoor gebeurde is dat mijn angsten ontsnapten op plekken die ik niet kende. Nu zit ik in een ander café, met mijn hart gebroken in duizenden stukjes.
Ik ben net een harde waarheid, iemand die je helemaal aan het einde van de rij zou plaatsen en alleen naar voren zou laten komen wanneer je helemaal geen ideeën meer hebt om dit te kunnen vermijden. Om dat punt te vermijden waarop alles in je gezicht ontploft en je je realiseert dat je niet meer terug kunt.
Hoewel ik niet weet wat voor soorten lijm er allemaal bestaan, ben ik tot de conclusie gekomen dat geen één soort lijm de pijn van je laatste val kan herstellen. Droog, doof en blijkbaar zelfs onschuldig. Dat is het punt waarop de liefde overgaat in een bubbel die je niet kunt aanraken, maar waar je je ogen ook niet vanaf kunt houden, totdat hij knapt in de meest verschrikkelijke stiltes.
In de tussentijd heb je de kans om te bedenken hoe je iedereen in je omgeving kan gaan vertellen dat de persoon waar je gisteren nog bereid was voor te sterven, vandaag niet meer hetzelfde is. En dat je niet langer met hem kan zijn, omdat die rol niet bij jou past. Dat is hoe het is en de realiteit wordt beetje bij beetje steeds duidelijker. Net als golven die steeds verder het strand op komen rollen naarmate de vloed hoger en hoger wordt en je de hele nacht hebt om er goed over na te denken.
Zonder op de klok te kijken, heb ik ineens het gevoel dat het al erg laat begint te worden en dat de ober die die laatste tafel aan het schoonmaken is niet mijn inspiratie zal zijn voor mijn volgende leven.
Toch wordt ik overvallen door een extreme luiheid. Het idee om naar huis te moeten lopen terwijl ik continu achterom kijk, het hek open te maken, mijn kleding uit te trekken en om te proberen warm te blijven onder de dekens legt de wereld die zo overweldigend voor mij is een dagelijkse eentonigheid op.
Ik betaal met al het losgeld dat ik in mijn zak heb en ga naar buiten. Het is ijskoud en je kunt gemakkelijk uitglijden. Ik zie een leeuw getekend op een lichtbord en vraag me af wat er zou gebeuren als ik op dit moment oog in oog met een leeuw zou komen te staan. Dan bedenk ik me dat ik onzichtbaar ben en dat die leeuw mij sowieso niets kan maken.
Een zacht stemmetje in mijn hoofd noemt mij een leugenaar. De tranen beginnen lijnen te tekenen op mijn wangen. Net als hoe ik de stilte op straat doorbreek met het geluid van mijn voetstappen, voel ik plotseling hoe een deel van mijn hart de leeuw begint te vrezen.
Tegelijkertijd realiseer ik me dat het leven me nog heel veel dingen kan ontnemen en kom ik ook tot de conclusie dat sommige van die dingen het waard zijn om voor te blijven leven.
Terwijl de slaap mijn lichaam begint over te nemen, begin ik na te denken over wie de hoofdrol zou kunnen spelen in mijn volgende roman.