Het Hawthorne-effect: we veranderen wanneer mensen naar ons kijken
De verandering bij mensen wanneer ze weten dat iemand naar hen kijkt, noemen we het Hawthorne-effect. Mensen begonnen hierover te praten na een studie in 1955 van Henry A. Landsberger. Landsberger analyseerde experimenten die door Elton Maya uitgevoerd waren in 1924 en 1932 in een fabriek met de naam Hawthorne Works.
Met zijn experimenten wilde Mayo nagaan of er sprake was van veranderingen in de productiviteit van de arbeiders als gevolg van een verandering in de verlichting. Hij kwam uiteindelijk tot de vaststelling dat de verlichting geen enkele invloed had op hoe doeltreffend de arbeiders werkten zolang het maar boven een zeker niveau was.
“We zijn één persoon wanneer we alleen zijn, een andere bij mensen die onze naasten zijn, en nog een andere wanneer de hogere machten, naar ons kijken.”
-Lucas Rigattieri-
Toch stelde hij een stijging in productiviteit bij sommige werknemers vast. Maar het had niets te maken met het licht. Het was gewoon dat mensen die dachten dat ze geobserveerd werden, productiever werden. De efficiëntie verhoogde automatisch wanneer werknemers merkten dat ze voortdurend bekeken werden.
De eerste conclusie van Mayo was dat de werknemers zich speciaal voelden omdat ze voor dit onderzoek uitgekozen waren. Hij dacht dat dit ervoor zorgde dat ze efficiënter werkten. De andere factoren zoals licht, ventilatie en infrastructuur hadden zelfs niet het kleinste effect op hen. Dit effect gaf hij de naam het Hawthorne-effect.
De meningen van de werknemers over het Hawthorne-effect
Om het bestaan van het Hawthorne-effect te checken interviewden de onderzoekers de werknemers. Ze wilden rechtstreeks nagaan welke factor of factoren volgens de werknemers de verhoging van hun productiviteit veroorzaakt had. Wat de werknemers zeiden, was een echte verrassing voor de uitvoerders van het onderzoek.
Volgens de werknemers was de beslissende factor die ervoor zorgde dat ze efficiënter waren, een zichtbare verbetering van de relaties tussen hen. Zonder het te beseffen, bleek dat de onderzoekers de werksfeer verbeterd hadden door de werknemers te laten deelnemen aan het experiment.
Wegens deze resultaten vormde zich een nieuwe tak in de psychologie: de organisatiepsychologie. Ze gingen ervan uit dat menselijke relaties een element waren dat een beslissende rol speelde in de productiviteit. Maar de oorspronkelijke vraag bleef onbeantwoord. Waarom veranderden de proefpersonen alleen maar omdat ze geobserveerd werden?
Het Hawthorne-effect in de wereld van vandaag
Mensen hebben sinds de eerste poging nog andere studies over dit onderwerp gedaan. Maar tot nu toe heeft nog steeds geen enkel onderzoek een volledig sluitend antwoord gegeven. Toch aanvaarden mensen het bestaan van het Hawthorne-effect als een positieve reactie op het feit dat men tijdens een experiment bekeken wordt.
Het effect is vooral positief wanneer de opdracht waarmee we te maken hebben, niet erg ingewikkeld is. In het andere geval kan het ‘observatie-effect’ erg averechts werken op de doeltreffendheid van de werknemer.
Het blijkt dat mensen zich voorstellen wat de onderzoekers van hen verwachten. Ze zien er het nut niet van in op een normale manier te handelen of hoe ze handelen in hun alledaagse routine. Want ze denken dat ze hun gedrag moeten verbeteren tot het niveau dat de onderzoekers graag zouden zien. Ze passen dus met andere woorden hun gedrag aan, aan wat ze denken dat het zou moeten zijn.
Dit geldt natuurlijk niet alleen voor experimenten die in werkomgevingen worden uitgevoerd. Want we kunnen het ook uitbreiden naar alle experimenten met menselijke wezens. Het Hawthorne-effect introduceert dus een effect veroorzaakt door het onderzoek zelf en waarmee elke onderzoeker rekening moet houden.
Andere aspecten van het Hawthorne-effect
Het Hawthorne-effect wordt beschouwd als een factor die vooral bij medisch onderzoek problematisch is. Wanneer patiënten weten dat ze geobserveerd worden, dan zullen sommigen van hen zeggen dat ze verbetering voelen, hoewel de testen iets anders aantonen. Objectieve klinische resultaten bewijzen dit. De patiënt zegt dat het beter met hem gaat. Maar de medische testen tonen aan dat er geen enkele verandering is.
Het Hawthorne-effect of de verbetering in het gedrag treedt niet alleen op wanneer een persoon weet dat iemand naar hem kijkt. Het gebeurt ook in andere omstandigheden, zoals de volgende:
- er is een nieuwe situatie die de routine van iemand verandert.
- mensen hebben het gevoel dat ze deel uitmaken van een kunstmatige situatie, wanneer ze zich bijvoorbeeld in een laboratorium bevinden.
- het experiment is een tijdje bezig en dan brengen de onderzoekers een verandering aan.
- de mensen denken dat ze zich in een situatie bevinden waar ze iets uit kunnen halen als ze beter presteren.
- er is sprake van nieuwe factoren die hun gevoel van verveling door elkaar schudden.
Vele mensen hebben echter hun twijfels geuit over hoe nauwkeurig onze informatie over het Hawthorne-effect werkelijk is. Het is een begrip dat mensen nog steeds onderzoeken. Want er blijven vele vragen.
Maar het is een erg interessant psychologisch fenomeen. We kunnen het gebruiken om de prestatie van mensen in verschillende situaties te verbeteren. En zoals we al vermeld hebben, geldt dit vooral wanneer mensen eenvoudige repetitieve opdrachten uitvoeren.