Harald Schultz-Hencke: een dissidente psychoanalyst
Harald Schultz-Hencke was een Duitse psychiater en psychotherapeut die op 18 augustus 1892 in Berlijn werd geboren. Hoewel er niet veel informatie is over zijn jeugd, weten we wel dat zijn moeder een grafoloog was en zijn vader een fysiochemicus. Zijn familie was welvarend en voor zover wij weten, waren Schultz-Hencke’s eerste jaren aangenaam en onbewogen.
We weten ook dat Harald Schultz-Hencke in de loopgraven van de Eerste Wereldoorlog gevochten heeft, wat voor hem een traumatische ervaring lijkt te zijn geweest. Na de oorlog keerde hij terug naar zijn geboortestad om medicijnen te studeren. Tijdens zijn studie raakte hij zeer geïnteresseerd in het werk van Sigmund Freud.
Vandaag gaan we ons verdiepen in het leven en werk van deze enigszins tegenstrijdige en mysterieuze Duitse psychoanalyticus. Blijf dus vooral lezen!
“Probeer geen man van succes te worden, maar probeer een man van waarde te worden.”
-Albert Einstein-
Harald Schultz-Hencke introductie tot de psychoanalyse
Een psychoanalytische sessie met Sandor Rado inspireerde Schultz-Hencke om zijn carrière te richten op psychotherapie. Vanaf het begin was hij het echter niet eens met bepaalde aspecten van Freuds theorie over seksualiteit en het onbewuste.
Als gevolg hiervan werd Schultz-Hencke uitgesloten van de Duitse Psychoanalytische Vereniging. Daarna begon hij het werk van Alfred Adler te onderzoeken en identificeerde hij zich als socialist.
Zijn meningsverschillen met Freud leidden tot de ontwikkeling van een nieuwe theorie. Hij hoopte een nieuwe denkschool voor psychoanalyse op te richten, hoewel hij deze school in het begin nog geen naam gaf.
In 1926 richtte hij de Allgemeine Ärztliche Gesellschaft für Psychotherapie (AAGP) op, een vereniging die enkele onorthodoxe psychiaters en psychoanalytici samenbracht. Hij hoopte dat deze groep zijn nieuwe theorie zou ondersteunen.
Het meest controversiële aspect van zijn carrière ontstond al snel daarna. Harald Schultz-Hencke was een van de hoofdrolspelers in wat we nu de nazificatie van de Duitse psychoanalyse noemen.
Tijdens de opkomst van de NSDAP kreeg Schultz-Hencke een nauwe band met collega Matthias Heinrich Göring. Samen met andere psychoanalytici richtten zij het beroemde Berlijnse Psychoanalytische Instituut op, later bekend als het Göring Instituut.
Hij richtte ook de eerder genoemde AAGP op. Het primaire doel van deze vereniging was om les te geven over zijn bijzondere vorm van psychotherapie, die hij aanpaste aan de nazi-principes.
Een aantal van zijn tijdgenoten zag dit als een opportunistische en zwakke zet van zijn kant. Dat is niet verwonderlijk, gezien het feit dat mensen de boeken van Freud verbranden en andere psychoanalytici verbannen en vervolgen.
Neo-psychoanalyse
Historici beschouwen Harald Schultz-Hencke, Felix Boehm, Carl Mueller-Braunschweig en Werner Kemper als de auteurs van de “nieuwe Duitse zielsgeneeskunde” die de nazi’s promootten. Met andere woorden, Schultz-Hencke stond aan de spits van de “psychotherapie voor de in Duitsland geboren mensen.”
Veel mensen geloven dat hij dit eigenlijk deed om het regime te vleien, en niet uit echte persoonlijke overtuiging. Toch bleef hij zijn ideeën vormgeven en ontwikkelen. Hij noemde zijn theorie en methoden “neo-psychoanalyse” of “neo-analyse.”
Het doel van Harald Schultz-Hencke was om een synthese te creëren tussen klassieke psychoanalyse, marxisme en Pavloviaanse uitgangspunten. Toen Duitsland zich overgaf, organiseerde Schultz-Hencke een bijeenkomst van psychiaters in het door de Sovjet-Unie bezette Oost-Berlijn.
Tijdens deze bijeenkomst presenteerde hij voor het eerst zijn ideeën over neo-psychoanalyse. Hij betoogde dat zijn nieuwe denkschool alle tegenstrijdigheden van de klassieke psychoanalyse behandelde en ook het beste van de communistische uitgangspunten in zich had opgenomen.
Een controversiële rol
Schultz-Hencke begon met dezelfde bijzondere toewijding die hij aan het nazi-regime had getoond ook samen te werken met de Russen. Hij werkte aan de opbouw van de DDR (het voormalig Oost-Duitsland) en was in de stalinistische tijd sterk betrokken bij de vervolging van Freudiaanse ideeën. Waarschijnlijk was hij ook zeer geïnteresseerd in Pavloviaanse ideeën.
De psychoanalytici van de International Psychoanalytical Association (IPA) waren kritisch over Schultz-Hencke. De organisatie twijfelde niet zozeer aan zijn duidelijk opportunisme, maar wel aan de wetenschappelijke onderbouwing van zijn ideeën. Ze waren boos dat hij de term “psychoanalyse” gebruikte voor een theorie die ver afweek van de uitgangspunten van het IPA.
Ondanks de kritiek speelde Harald Schultz-Hencke een belangrijke rol in het communistische Duitsland. Hij schreef zelfs een bekend boek met de titel Inhibited Man. Hij overleed op 23 mei 1953 in Oost-Berlijn. Hoewel zijn ideeën werden erkend in de socialistische wereld, besteedde niemand veel aandacht aan zijn werk na de val van de Berlijnse Muur.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Schultz-Hencke, H. (1951). Sobre el desarrollo y el futuro de los conceptos psicoanalíticos. Revista de psicoanálisis, 8(2), 283-284.