Haloperidol: wat is het en waarvoor wordt het gebruikt?
Haloperidol is een antipsychoticum of neurolepticum. De chemische structuur maakt het een butyrofenon. Het werd voor het eerst ontdekt in 1958 door Paul Janssen en het is een typisch antipsychoticum. Daarom helpt het bij de behandeling van de positieve symptomen van schizofrenie, zoals hallucinaties, waanideeën of agitatie.
Het is een centraal zenuwstelsel deprimerend middel, dus het heeft een kalmerend effect. Dit effect wordt gebruikt om agressiviteit en agitatie te behandelen.
Waar wordt Haloperidol voor gebruikt?
Bij mensen ouder dan 18 jaar schrijven artsen haloperidol voor om de volgende aandoeningen te behandelen:
- schizofrenie
- staten van verwarring waarbij geen reactie is op therapieën zonder medicatie
- manische episodes geassocieerd met bipolaire stoornis
- psychomotorische agitatie geassocieerd met psychotische stoornissen
- agressiviteit en psychotische symptomen bij patiënten met Alzheimer, dementie en vasculaire dementie
- stoornissen met tics, zoals het syndroom van Gilles de la Tourette, die niet reageren op andere soorten behandelingen
- de ziekte van Huntington die niet reageert op andere behandelingen
Bij kinderen schrijven deskundigen haloperidol voor als laatste redmiddel wanneer andere behandelingen niet werken of wanneer de patiënt er niet tegen kan. Haloperidol wordt voorgeschreven om onder andere het volgende te behandelen:
- schizofrenie bij tieners van 13 tot 17 jaar
- agressiviteit bij kinderen en tieners in de leeftijd van 6 tot 17 jaar, die ook last hebben van autisme of een soort ontwikkelingsstoornis
- stoornissen met tics, zoals Gilles de la Tourette, bij kinderen en tieners van 10 tot 17 jaar
Ook bestuderen wetenschappers momenteel het gebruik van haloperidol om delirium te voorkomen. In lage doses lijkt het nuttig om de effecten van een delier te verminderen bij risicopatiënten en patiënten die op het punt staan een operatie te ondergaan.
Het kan ook helpen om misselijkheid en braken te voorkomen, vooral na een operatie of chemotherapie. Verschillende studies hebben bevestigd hoe effectief en veilig het is voor dit laatste specifieke gebruik.
Het actiemechanisme
Haloperidol is een krachtige antagonist van dopamine receptoren. Het werkt door het niet-selectief blokkeren van centrale D2-receptoren. Het blokkeert ook alfa-1 adrenerge receptoren, maar in mindere mate.
Door de ontvangst van dopamine te blokkeren, vermindert het eventuele overschot in de hersenen. Haloperidol onderdrukt dus waanideeën en hallucinaties. Het produceert ook psychomotorische sedatie, wat nuttig is bij veel schizofrenie en bipolaire stoornissen.
Bijwerkingen
Haloperidol kan, zoals bijna alle psychotrope drugs, een aantal bijwerkingen hebben. Deze hebben meestal betrekking op het werkingsmechanisme. In feite zijn de meeste bijwerkingen van haloperidol te wijten aan de dopamine blokkade in andere delen van het lichaam. De meestvoorkomende bijwerkingen zijn:
- extrapyramidale symptomen
- slapeloosheid
- agitatie
- hyperkinesie
- migraine
Andere minder voorkomende bijwerkingen zijn onder andere:
- psychotische stoornis
- depressie
- gewichtstoename
- tremors
- hypertonie
- orthostatische hypotensie
- dystonie
- slaperigheid
- urineretentie
- erectiele disfunctie
- misselijkheid en braken
- visuele beperking
Haloperidol en andere medicijnen
Deskundigen raden niet aan om deze medicatie in combinatie met andere antipsychotica, omdat het de intensiteit van de bijwerkingen kan verhogen. Ook kunnen extrapyramidale symptomen verergeren.
Een ernstige bijwerking kan de manifestatie van het maligne neurolepticasyndroom (MNS) betekenen. Hoewel het niet gebruikelijk is, is het goed om ervan bewust te zijn om een vroege diagnose te krijgen. De manifestatie hiervan ontstaat meestal aan het begin van de behandeling.
Het veroorzaakt onder andere spierstijfheid, hoge koorts en aritmie. Het is dus belangrijk om het advies van de deskundige op te volgen, omdat hij of zij verantwoordelijk is voor het controleren van de behandeling en voor de evaluatie van de doeltreffendheid en de potentiële risico’s ervan.
De behandeling met haloperidol moet beginnen met een kleine dosis. Vervolgens kan de arts voorstellen om de dosis te verhogen, afhankelijk van de reactie en de behoeften van de patiënt.
Ook kan hij of zij de relatie tussen de voordelen en de kosten van de behandeling te beoordelen. Om bijwerkingen te vermijden, moet de dosis bovendien altijd zo laag mogelijk zijn.
Artsen moeten voorzichtig zijn als het gaat om het voorschrijven van haloperidol aan oudere patiënten en jonge kinderen. Hij of zij moet ze de dosis aanpassen en opletten op andere bijwerkingen die kunnen verschijnen.