De Grote Vijf: Goldbergs persoonlijkheidskenmerken
De persoonlijkheidstheorie van Lewis Goldberg staat ook bekend als ‘De Grote Vijf’ of het ‘Vijf-Factoren-Model’. Het kwam voort uit verschillende studies die een herhaalde nadruk op bepaalde persoonlijkheidskenmerken zagen als een manier om te bepalen hoe een persoon is.
Hoewel er al sinds 1933 over dit model wordt gesproken, werd het pas in 1993 een gestructureerde theorie.
Goldberg identificeerde de Grote Vijf persoonlijkheidskenmerken met hoofdletters. Hij noemde ze ook primaire factoren.
De eerste is de O, of Openheid.
De tweede is C, Consciëntieusheid.
De derde is E, of Extroversie.
De vierde is A, Aangenaamheid.
En het laatste is N, wat staat voor Neuroticisme.
De eerste letters vormen het acroniem OCEAN (wat oceaan betekent).
“Ieder mens is zoals God hem gemaakt heeft, maar wordt wat hij van zichzelf maakt.”
-Michael Servetus-
Tegelijkertijd bestaat elk van deze persoonlijkheidskenmerken uit meer specifieke eigenschappen. Op basis van dit model hebben wetenschappers verschillende persoonlijkheidstesten ontwikkeld. Ze maken het mogelijk om te evalueren en te meten hoe degene die de test aflegt in elkaar steekt. Laten we deze eigenschappen en persoonlijkheidskenmerken van dit specifieke model eens wat beter bekijken.
Openheid, de eerste van de persoonlijkheidskenmerken
Openheid verwijst naar het vermogen van een persoon om op zoek te gaan naar nieuwe ervaringen. Niet alleen dat, maar ook het vermogen om ruimte voor die ervaringen te maken en de toekomst creatief te visualiseren.
Mensen die openstaan voor ervaring zijn fantasierijk en waarderen kunst. Ze werken goed samen met andere mensen. Ze zijn ook nieuwsgierig en verkiezen afwisseling boven routine.
Degenen met een lage score in deze categorie zijn mensen die zich hebben afgesloten voor nieuwe ervaringen. Ze vertonen alle tegenovergestelde eigenschappen. Met andere woorden, ze geven de voorkeur aan veiligheid en routines. Het is moeilijk voor hen om zich aan te passen aan nieuwe dingen, dat is de reden waarom ze de voorkeur geven aan een strak schema. Ze neigen naar technische activiteiten en tonen weinig belangstelling voor het abstracte.
Consciëntieusheid
Deze factor heeft betrekking op het vermogen tot zelfcontrole en het vermogen tot effectief handelen. Het is gerelateerd aan plannings-, organisatorische en uitvoeringsvaardigheden. Bewustzijn hangt ook samen met doorzettingsvermogen, het vermogen om doelen na te streven en punctualiteit.
Mensen die hier hoog in scoren zijn vaak goed georganiseerd. Door anderen worden ze gezien als betrouwbaar en nauwgezet. Aan het extreme eind zijn mensen met deze eigenschap perfectionisten en kunnen het workaholics zijn. Zij hebben een sterke behoefte aan succes.
Extroversie
Extroversie is het vermogen om met anderen om te gaan en van hun gezelschap te genieten. Aan de ene kant van deze factor vinden we extroverte mensen. Zij hebben graag gezelschap en voelen zich prettig in een groep. Ze werken goed in teams en zijn optimistisch en enthousiast. Als ze bij andere mensen zijn, voelen ze zich als een vis in het water.
Aan de andere kant hebben we introverte mensen, die beter alleen kunnen werken. Introverte mensen voelen over het algemeen een zekere argwaan of voorzichtigheid ten opzichte van anderen. Ze geven de voorkeur aan kleine vriendengroepen en ze voelen zich ongemakkelijk in grote groepen.
Aangenaamheid
Dit heeft vooral te maken met iemands inlevingsvermogen. De mensen aan de ene kant van deze factor beschikken over veel begrip en verdraagzaamheid ten opzichte van andere mensen. Ze zijn zeer goed in het begrijpen van de behoeften en gevoelens van anderen.
De mensen aan de andere kant van het spectrum zijn moeilijk en strijdlustig. Ze genieten van debat en argumenten en proberen hun mening op te leggen aan anderen. Vijandigheid is hun handelsmerk. Dit soort mensen zijn zeer goed in concurrerende activiteiten en krijgen energie als ze beter zijn dan anderen.
Neuroticisme of emotionele instabiliteit
Deze factor heeft betrekking op het vermogen of onvermogen om moeilijke situaties in het leven het hoofd te bieden. Aan de ene kant hebben mensen die hoog scoren in deze factor de neiging zich onvoorspelbaar te gedragen. Ze vertonen geen consistent gedrag en hun reacties lopen sterk uiteen, al is het niet duidelijk waarom.
Aan de andere kant hebben we mensen die stabiel, voorzichtig en gematigd zijn. Ook in tijden van crisis gedragen ze zich op deze manier. Mensen als deze zijn kalm en zeker van hun vermogen om problemen en fouten te hanteren. Ze zijn over het algemeen positief en blijven dit ook, ongeacht de moeilijkheid.
Volgens dit model, is het resultaat van de persoonlijkheidstest een score in elke categorie die het onderwerp in een hoog, gemiddeld of laag niveau plaatst voor elke eigenschap. Soms wordt het gebruikt in het selectieproces voor banen. Leerkrachten gebruiken het met studenten om hen te helpen een beroep te vinden dat bij hun persoonlijkheid past. Het wordt ook gebruikt in sommige klinische settings.