De verborgen kostprijs van beloningen
Wanneer je iemand op een bewuste manier beloont, dan doe je het met de bedoeling om bepaalde gedragingen of houdingen te versterken. Dit is vooral waar bij kinderen. Er is echter sprake van een verborgen kostprijs wanneer we beloningen gebruiken om gedrag te beïnvloeden.
Je maakt hier dan gebruik van motivatie op basis van een beloning. Na verloop van tijd ondermijnt dit echter de intrinsieke motivatie die een persoon bezit voor de activiteit die hij uitvoert.
Intrinsiek en extrinsiek gedrag
Om het effect van de verborgen kostprijs van beloningen te verklaren moeten we het verschil tussen beide vormen van motivatie begrijpen. Gedrag dat intrinsiek gemotiveerd is, is het gedrag dat we spontaan voor het plezier of uit persoonlijke interesse vertonen.
Deze dingen doen we zonder dat er sprake is van enige beloning, aansporing of uitwendige controle. Als gevolg daarvan zijn deze activiteiten geen middelen tot een doel. Ze zijn op zich de moeite waard.
Anderzijds is extrinsieke motivatie afkomstig van aansporingen en gevolgen uit de uitwendige omgeving. Het komt dus uit een gedragsmatig contract. Dit zegt dan “doe dit” (het vereiste gedrag) en je zal “dat” (de prijs die ermee samenhangt) krijgen.
Op het eerste zicht kunnen gedragingen intrinsiek of extrinsiek lijken. Het fundamentele verschil tussen beide vormen bevindt zich in de bron die het gedrag energie verschaft en stuurt.
Bij intrinsieke motivatie komt het van de spontane vervulling van de psychologische behoefte die de activiteit verschaft. In het geval van extrinsieke motivatie is het afkomstig van uitwendige aansporingen en gevolgen.
Inmenging in het leerproces
Mensen geven beloningen omdat ze verwachten dat het de motivatie en het gedrag zal vermeerderen. Wanneer je een beloning geeft, komt deze extrinsieke prijs tussen in het leerproces. Het komt ook in de weg te staan van de manier waarop iemand zichzelf autonoom stuurt. Dit is één van de verborgen kostprijzen van beloningen.
Beeld je in dat ouders hun kinderen altijd met geld zouden belonen als ze goede schoolresultaten hebben. Nadat dit meerdere keren gebeurt, zal de leerling alleen maar informatie uit het hoofd willen leren om te slagen.
Ze zullen zich met andere woorden niet langer intrinsiek gemotiveerd voelen om een begripsmatig inzicht in het materiaal te verwerven. De enige reden waarom ze zullen studeren, is om er iets in ruil voor te krijgen.
Mensen voelen zich creatiever wanneer ze vooral gemotiveerd zijn uit interesse, plezier, tevredenheid en de uitdaging van het werk zelf, meer dan door uitwendige drukkingsmiddelen.
Om het in fundamentele termen uit te leggen kunnen we zeggen dat iemand dwingen of overdreven aansporen, een verandering teweeg brengt in het gewicht van de redenen om de taak uit te voeren.
Dit is zelfs waar wanneer de beloning heel aantrekkelijk is (zoals bijvoorbeeld geld). De redenen veranderen dan immers. Ze zijn niet langer verbonden met autonomie maar met de omgeving.
Verwachte en tastbare beloningen
Verwachte beloningen ondermijnen de intrinsieke motivatie. Onverwachte beloningen doen dat echter niet. De verborgen kostprijs van beloningen is meer of minder nadrukkelijk afhankelijk van de aard van de bekrachtiging.
Tastbare beloningen oefenen een vorm van controle uit over het gedrag. Voorbeelden zijn geld, prijzen en trofeeën. We gebruiken ze vaak in verschillende contexten (familie, werk, school) om mensen aan te moedigen dingen te doen die ze anders niet zouden doen.
Talrijke studies hebben aangetoond dat onverwachte en onvoorwaardelijke tastbare beloningen de intrinsieke motivatie niet op een negatieve manier beïnvloeden. Ze verhogen de intrinsieke motivatie niet en verminderen het ook niet.
Onthoud dat die laatste de beloningen zijn die een persoon krijgt onafhankelijk van zijn prestatie. Beloningen die afhankelijk zijn van deelname, afwerking en uitvoering verminderen echter wel de intrinsieke motivatie.
Wanneer is uitwendige motivatie positief?
In bepaalde situaties werkt extrinsieke motivatie dus toch goed. In die gevallen is er geen verborgen kostprijs. Er zijn met andere woorden uitzonderingen waarin de aansporingen, gevolgen en uitwendige beloningen een gunstig effect hebben. We hebben het hier specifiek over die activiteiten die op zich een heel lage intrinsieke motivatie bezitten.
Voorbeelden van dit soort activiteiten zijn recycleren, energie besparen, de verkeersregels volgen of oudere burgers aanzetten om deel te nemen aan een lichamelijke activiteit. In al deze voorbeelden werkt het positief om goed gedrag te belonen. Als we dit gedrag niet belonen, dan zullen mensen zich niet actief inzetten om het te doen.
De verborgen kostprijs van uitwendige beloningen op intrinsieke motivatie beperkt zich tot de activiteiten waarvoor mensen zich toch geïnteresseerd kunnen voelen (afwezige externe motivatie).
Zoals je kan zien, zijn er altijd twee manieren om van een activiteit te genieten. Stel dat jij een instrument bespeelt omdat je het leuk vindt. Je besteedt er tijd aan omdat je jouw vaardigheden wilt ontwikkelen. In dat geval doe je het wegens je intrinsieke motivatie.
Als je het echter doet omdat het een kans biedt om geld, prijzen en trofeeën te verdienen of om indruk te maken op anderen, dan speelt hier extrinsieke motivatie. Welke motivatie herken je bij jezelf? De ene, de andere of beide?