De renaissance van de antipsychiatrie
De antipsychiatrie is een omstreden beweging die in de late jaren zestig en in het begin van de jaren zeventig opdook. Het haalde één van zijn voornaamste inspiraties bij de Hongaarse psychiater Tomas Szasz. Hij was ook professor aan de universiteit van Syracuse in New York. Maar de persoon die de term verzon was David Cooper in 1967.
De antipsychiatrie beweging riep zichzelf uit, zoals de naam ook zegt, tot een beweging tegen de theorie en de praktijk van de psychiatrie. Of ze waren toch minstens tegen de methoden die in die tijd gebruikt werden.
De voorstanders van deze beweging beweerden dat de psychiatrie een pseudowetenschap was met een erg zwakke basis. Ze hielden ook vol dat het geen medische discipline was maar meer op een ideologie leek. Bovendien probeerde de psychiatrie volgens hen controle over de menselijke geest uit te oefenen door etiketten te gebruiken als “normaal” en “abnormaal.”
“Geestelijke gezondheid heeft heel veel aandacht nodig. Het is het laatste taboe en moet geconfronteerd en aangepakt worden”
-Adam Ant-
Deze beweging vond weerklank bij de mensen omdat zijn benaderingen revolutionair waren. Het werd een relevante en doeltreffende stem tegen omstreden behandelingen als lobotomie en elektrische schokken. Na verloop van tijd raakte het veel van zijn invloed kwijt. Maar het is nooit volledig verdwenen. Nu lijkt het dat we met een hergeboorte te maken hebben, met de hulp van Dr. Bonnie Burstow. Zij is professor aan de universiteit van Toronto. Onlangs heeft zij aan de universiteit een opleiding in de antipsychiatrie opengesteld.
Het betoog van de antipsychiatrie
De antipsychiatrie is een beweging die toebehoort aan psychiaters, psychologen, artsen, filosofen en vele “geesteszieke” mensen die bekend zijn als “overlevers.” Zij zijn van mening dat geestesziekte op zich niet bestaat. Eén van hun voornaamste argumenten is het feit dat er tot nu toe geen klinisch bewijs is dat aantoont dat de geest ziek kan worden. Want noch hersenscans of CAT-scans, geen enkele andere test, hebben bewijs geleverd dat ons toelaat de term “geestesziekten” te gebruiken.
De leden van de antipsychiatrie-beweging hebben zich ook uitgesproken tegen de manier waarop veronderstelde geestelijke pathologieën bepaald en ingedeeld worden. Volgens hen zit er achter de psychiatrische praktijk geen wetenschappelijke methode, in de strikte betekenis van de term. Ze zeggen dat de “geesteszieken” dankzij de beslissing van ongeveer drieduizend Amerikaanse psychiaters op deze manier een etiket krijgen.
De beweging heeft ook strenge kritiek geleverd op de manier waarop de lobotomie geïntroduceerd was als een methode om “geestesziekten” te behandelen. De uitvinder van de lobotomie, Egas Moniz, voerde een ingreep uit waarbij hij de prefrontale hersenkwab bij een aap verwijderde. Het resultaat was dat de aap rustiger gedrag vertoonde. Hij paste de methode dus onmiddellijk toe op mensen. Voor zijn “uitvinding” ontving hij de Nobelprijs. Die was alleen gebaseerd op een eenmalig experiment en slechts met één enkele aap.
De antipsychiatrie beweert dat de medicatie voor “geestesziekten” eigenlijk een vorm van chemische lobotomie zijn. In plaats van de patiënt te genezen leidt het volgens hen alleen maar op een voortschrijdende manier tot aftakeling en dood. Zij denken dat psychotherapie veel nuttiger is. Want een “geestesziekte” is niet biologisch maar symbolisch en cultureel.
Bonnie Burstow en de antipsychiatrie
In de wereld zijn er vele stemmen die de biologische psychiatrie in twijfel blijven trekken. Toch heeft bijna elk gezondheidssysteem ter wereld het als een vorm van behandeling opgelegd. De volgers van de antipsychiatrie menen dat dit gebeurd is omdat het veel goedkoper en winstgevender is om mensen met problemen te behandelen met medicatie. De farmaceutische industrie zou achter dit alles zitten. Terwijl een pil de angst in slechts een half uur kan verzachten, duurt therapie vele uren.
Bonnie Burstow
Het effect van medicatie in de psychiatrie is in meerdere studies in vraag gesteld. Er zijn erg weinig gevallen waarbij men een echte verbetering vastgesteld heeft. Het tegendeel treedt eerder op. De ernstige nevenwerkingen van deze medicatie tasten het lichaam en de geest van de patiënt enorm aan.
Professor Bonnie Burstow heeft al deze beweringen opnieuw opgepikt. Haar verbintenis met de opleiding in de antipsychiatrie is de eerste stap om deze denkstroming vast te leggen. Het is een echte mijlpaal.
Maar de meeste psychiaters doen deze hele beweging af als pure ideologie zonder ook maar enige wetenschappelijke basis. Ze beweren dat het een absurde aanval is. Volgens hen heeft het meer met politiek dan met wetenschap te maken. Maar toch is het waar dat sommige tests die tegenwoordig het bestaan van “geestesziekten” ondersteunen, op zijn minst twijfelachtig zijn.
Therapie op basis van gesprekken
Bonnie Burstow moedigt de behandeling van problematische geestelijke aandoeningen aan door middel van verschillende therapievormen op basis van gesprekken. Mensen met de diagnose schizofrenie hebben deze methoden gebruikt. In sommige gevallen hebben ze goede resultaten behaald. Dit was vooral zo bij de mensen die niet te erg uit evenwicht waren.
Het is een feit dat vele psychiaters medicatie misbruiken. Maar het is ook waar dat deze medicatie vele mensen in extreme situaties helpt. In die zin is medicatie iets positief om de symptomen van de patiënt te verlichten. Het geeft hen de tijd om een doeltreffende therapie te vinden die geschikt is voor de behoeften van de patiënt.
Misschien is de beste optie een opbouwende dialoog tussen de psychiatrie en de antipsychiatrie aan te moedigen. Want op die manier kunnen we in dit moeilijke werkveld een menselijkere en doeltreffendere behandeling vinden voor de mensen die hulp nodig hebben.