De hersenen houden van verrassingen
Waarom houdt het brein van verrassingen? Verrassing is een basisemotie die veroorzaakt wordt door een onvoorziene stimulus. Als de verrassing niet aangenaam is, wordt het een negatieve emotie, zoals angst, woede of verdriet.
Als de verrassing positief is, is het resultaat echter plezierig en wordt een aantal gebieden in de hersenen intens geactiveerd. Deze gebieden zijn verantwoordelijk voor andere emoties, zoals tevredenheid. We kunnen dus zeggen dat er fysiologisch bewijs is dat de hersenen van verrassingen houden.
Betrokken gebieden van de hersenen
De nucleus accumbens, die deel uitmaakt van de basale ganglia, speelt een belangrijke rol bij het verwerken van verrassingen.
Blijkbaar wordt hij geactiveerd wanneer je je in een onvoorspelbare situatie bevindt. Dit gebeurt omdat de hersenen, onbewust, een beloning verwachten.
Net als bij andere emoties, speelt de amygdala ook een belangrijke rol bij verrassing. Het helpt je beslissen of wat je ontdekt hebt goed voor je is of niet. In dit verband worden twee verschillende groepen neuronen geactiveerd:
- Aan de ene kant activeert een groep neuronen wanneer je een beloning krijgt.
- Aan de andere kant activeren andere neuronen wanneer je iets onaangenaams ontvangt.
Net als twee tegengestelde facties, wordt de ene niet geactiveerd als de andere dat wel doet.
De hersenen houden van verrassingen
Zoals we hierboven al zeiden, wanneer de verrassing niet plezierig is, leidt dat tot negatieve emoties. Wanneer de verrassing echter niet kwetsend is, leidt ze tot positieve emoties die je een lange tijd kunt ervaren. Negatieve verrassingen vragen meestal een snelle reactie van je, terwijl positieve verrassingen leiden tot kalmte en geluk.
Talrijke onderzoekers hebben zich ingespannen om te weten waarom dit gebeurt en of een verrassing kan worden gebruikt om een positieve interventie voor therapeutische doeleinden toe te passen. In dit verband hebben enkele Amerikaanse wetenschappers aangetoond dat de nucleus accumbens wordt geactiveerd wanneer zich een onverwachte stimulus voordoet.
Vreemd genoeg is de nucleus accumbens een uiterst belangrijk gebied van genot in de hersenen. Dit is waarschijnlijk de reden waarom de hersenen van verrassingen houden. Het maakt niet uit of de verrassing goed of slecht is, want dit gebied licht telkens op en activeert pleziermechanismen.
Een perfect voorbeeld is het feit dat veel mensen graag naar spookhuizen gaan. Ze vinden er veel “verrassingen” die op het eerste gezicht negatief zouden moeten zijn en leiden tot emoties als angst of afkeer.
Effect op leren en geheugen
Leren is een van de meest bestudeerde cognitieve processen in de psychologie en de neurowetenschappen. In de afgelopen 50 jaar hebben wetenschappers de factoren geïdentificeerd die leren beïnvloeden of produceren dat mensen niet vergeten, en verrassing is daar één van.
Volgens sommige auteurs wordt de kracht waarmee het ene element met het andere wordt geassocieerd steeds sterker tot het ophoudt verrassend te zijn. Met andere woorden, als je Stimulus A een paar keer met Stimulus B (onvoorspelbaar) presenteert, zal iemand Stimulus B verwachten.
Zodra hij zich realiseert dat ze altijd verbonden zijn, zal zijn reactie minder intens zijn. Als gevolg hiervan hebben wetenschappers voorgesteld dat, wanneer een stimulus verrassend is, de kans groter is dat hij in het geheugen blijft. Deze relatie tussen leren en verrassingen in de hersenen is bewezen in recente onderzoeken door neuroimaging.
In 2001 observeerde een groep Britse en Australische onderzoekers wat er met de hersenen gebeurde als men een verrassing toevoegde terwijl men iets aan het leren was. Zij concludeerden dat de nucleus accumbens steeds minder activeerde naarmate de deelnemers vertrouwd raakten met de presentatie van de stimuli. Wanneer zij echter weer een verrassing zagen, activeerde deze opnieuw.
Studies toonden ook aan dat, wanneer situaties zich rond dezelfde tijd voordoen als een verrassing, ze langer in het geheugen van een persoon blijven hangen. Dit zou kunnen komen doordat verrassingen een reeks cholinomimetische en dopaminerge mechanismen in gang zetten die de aandacht en motivatie verhogen.