Chronische pijn bij kinderen: een onopgemerkte ziekte
Pijn is een ervaring die net zo complex als persoonlijk is. Daarom vergt het veel zorg en communicatie om adequaat op de behoeften van de patiënt te reageren. Wanneer we echter kinderen met chronische pijn zien, kan het echter moeilijk zijn om hier goed mee te communiceren.
Zij kennen vaak namelijk de juiste woorden nog niet om uit te drukken wat ze voelen. Dikwijls kunnen ze alleen huilen of niet specifiek melden dat ze “pijn” hebben.
Daarom bleef tijdens de 20e eeuw chronische pijn bij kinderen dikwijls onopgemerkt door moderne medische specialismen — en de psychologie!
Sterker nog, tot ongeveer halverwege de jaren ’50 geloofden doktoren dat kinderen minder gevoelig voor pijn waren dan volwassenen. Deze onbetwiste overtuiging had ernstige gevolgen. In veel ziekenhuizen voerden artsen namelijk veel chirurgische ingrepen uit bij kinderen die jonger dan 2 jaar waren — met maar weinig of helemaal geen verdoving.
Ook al kunnen ze zichzelf niet goed uitdrukken, kinderen en baby’s voelen pijn toch op dezelfde manier als volwassenen dat doen.
Geschiedenis van chronische pijn bij kinderen
Vandaag de dag erkennen de medische wereld en de psychologie dat chronische pijn bij kinderen dezelfde eigenschappen bezit als chronische pijn bij volwassenen. Daarom verschilt de behandeling tussen de twee groepen ook niet zozeer. Chronische pijn bij kinderen duurt overigens op zijn minst 6 maanden, al dan niet met identificeerbare fysiologische oorzaken.
Het probleem berust op het feit dat er vroeger geen protocollen of andere middelen waren om chronische pijn mee vast te stellen. Dat komt omdat over het algemeen de beschikbare middelen hoofdzakelijk voor volwassenen ontworpen waren en later voor kinderen werden aangepast.
Gelukkig is hier verandering in gekomen en begint ook klinische psychologie een grotere rol te spelen in deze verandering.
Mede dankzij verschillende technieken omtrent herkenning en emotionele uiting, wordt chronische pijn bij kinderen steeds beter en vaker herkend, bestudeerd en behandeld.
Pijn wordt niet meer gezien als simpel “geklaag” van kinderen. Doktoren verlenen hier nu betekenis aan en zien het niet als slechts een manier van het kind om de aandacht van zijn of haar ouders te krijgen.
Tekeningen, gezichtsuitdrukkingen of kleuren reiken verder dan de terminologie van volwassenen om pijn te uiten. Deze middelen zijn de handigste en meest gebruikte vormen om kinderen helpen hun chronische pijn te herkennen, uiten en te beheersen.
Wat betreft kinderen onder de leeftijd van drie tot vier jaar: zij hebben vaak de taalbeheersing en/of cognitieve vaardigheden om hun pijn door middel van woorden of tekeningen te uiten.
Dit zijn echter wel de meest betrouwbare diagnostische methoden. Alternatieve manieren om het probleem in kaart te brengen bij deze jonge kinderen is het vastleggen van gedrag en fysiologische symptomen.
Maatstaven voor chronische pijn bij kinderen
Oudere kinderen en tieners gebruiken andere technieken om hun leed kenbaar te maken. Hieronder volgen een paar van de meest gebruikte:
- Pijnthermometer. Deze wordt meestal genummerd van 0 tot 10, waar 0 staat voor “geen pijn” en 10 staat voor “de ergste pijn die je je kunt voorstellen.” Het kind laat zien welke score van toepassing is door het corresponderende gebied van de thermometer in te kleuren.
- Eland Colour Tool (Eland Kleur Instrument). Dit is een schaal met 8 kleuren waarbij kinderen één hiervan kiezen. De kleur correspondeert met de intensiteit van de pijn, welke van “geen pijn” tot “de ergste pijn die je je kunt voorstellen” loopt.
- Faces Pain Scale (Gezichten Pijn Schaal). Deze wordt gebruikt bij kinderen die minstens 5 jaar oud zijn. Hij bestaat uit 9 gezichtjes. Vier hiervan staan voor verschillende niveau’s van positieve uitdrukkingen, weer vier anderen staan voor negatieve uitdrukkingen, en de laatste is neutraal. Het kind kiest het gezichtje uit dat het meest past bij wat hij of zij op dat moment voelt.
- The Pediatric Pain Questionnaire (Pediatrische Pijn Vragenlijst). Deze zet men in bij oudere kinderen en tieners. Hierbij wordt de pijn gemeten middels 8 directe vragen hierover.
- Pijndagboek. Dit is een middel van zelf-rapportage in de vorm van een dagboek. Hierbij hoort een pijn schaal die van 0 (“geen pijn”) tot 5 (“ernstige pijn”) loopt. Hiermee geeft het kind aan hoeveel pijn hij of zij op een gegeven moment heeft. Doktoren evalueren de pijn tweemaal daags, met name na een chirurgische ingreep.
Psychologische behandeling voor chronische pijn bij kinderen
Wanneer we eens goed kijken naar de beschikbare behandelvormen voor chronische pijn bij kinderen, stuiten we op een alarmerend feit. Het merendeel van de beschikbare pijnstilling is niet per definitie goedgekeurd voor gebruik bij kinderen. Daarom legt men speciale nadruk gelegd op multi-disciplinaire behandelingen voor kinderen.
Klinische psychologie draagt in dit geval een reeks behandelvormen bij. Deze zijn erg effectief en efficiënt gebleken voor kinderen van 7 jaar of ouder. Deze behandelingen wierpen ook veelbelovende vruchten af bij jongere kinderen met chronische pijn. De behandelvorm hangt in principe wel af van het type pijn en hoe deze beoordeeld wordt.
Veelgebruikte psychologische behandelvormen
- Biofeedback-training. Deze wordt vooral bij verschillende soorten hoofdpijn gebruikt. Hierbij wordt aangeleerd hoe je de fysiologische factoren die bijdragen aan de spanning (in en/of rondom het hoofd) kunt beheersen. Ook wordt getracht de lichaamstemperatuur onder controle te houden.
- Ontspanningstechnieken. Denk hierbij aan ademhalingstechnieken of spierontspanning. Het is erg effectief gebleken bij kinderen omdat het het pijn vermindert die veroorzaakt wordt door bepaalde activiteiten.
- Mindfulness. Onderzoek hiernaar is nog in volle opkomst, maar datgene wat we hebben is veelbelovend. Resultaten laten vooralsnog opmerkelijke verbeteringen zien op het gebied van de intensiteit en frequentie van de pijn.
- Hypnose. Hierbij probeert men de fysiologische reacties, aandachtsvermogen en cognitieve onderdelen van pijndetectie onder controle te krijgen en houden.
- Visualisatie. Men gebruikt hierbij mentale beelden of interne representaties om de ervaring van pijn te verminderen. Dit produceert op zijn beurt een analgetisch (pijnstillend) effect.
- Afleiding. Men heeft inmiddels bewezen dat je pijn alleen maar erger wordt als je je hier op focust. Zo geldt het omgekeerde dus ook: afleiding laat minder ruimte in je gedachten over voor de pijn.
- Contingency control (Toekomstcontrole). Door middel van een functionele analyse van het kind, probeert men de omgeving te herorganiseren. Dit op een manier dat ruimte creëert voor aangepast gedrag (gericht op beheersing van de pijn) en het onderhouden hiervan. In dit proces wordt passend gedrag dan ook aangemoedigd en beloond.
Ondanks al deze vooruitstrevende interventies en de gebleken effectiviteit en efficiëntie hiervan, is de toegang tot psychologische behandelvormen in dit traject niet toereikend.
Daarom zijn multi-disciplinaire vooruitgang en meer onderzoeken in dit kennisgebied van uiterst belang in het gevecht tegen chronische pijn bij kinderen.