Bestaat de ziel werkelijk?
Door de geschiedenis heen hebben mensen zich afgevraagd of de ziel bestaat. Het is een vraag die tot grote discussies heeft geleid en die verschillende disciplines herhaaldelijk hebben geprobeerd te beantwoorden.
Hier bekijken we de vraag vanuit wetenschappelijk perspectief en de huidige uitdagingen op dit gebied. We zullen ook Robert Lanza’s fascinerende theorie over biocentrisme onderzoeken.
In de loop der jaren hebben verschillende religieuze tradities bevestigt dat de ziel bestaat. Maar we gaan verder dan het spirituele en gaan het onderzoeken vanuit een wetenschappelijk perspectief. In feite gaan we uitzoeken hoe dit veld de vraag vandaag behandelt.
De ziel
De ziel is een ongrijpbare entiteit (Engelse link) die kan worden afgesplitst van het lichaam. Daarom suggereert het idee over het bestaan van de ziel een dualisme van substantie, of het bestaan van twee substanties: een materiële en een immateriële en niet-fysieke.
Een vraag die we allemaal geneigd zijn te stellen is waartoe dient de ziel? Wat doet ze? Wat zijn haar functies in ons leven? Volgens degenen die erin geloven is de ziel de plaats waar al onze mentale activiteiten plaatsvinden.
Daar zetelen onze emoties, beslissingen, gewaarwordingen, herinneringen, persoonlijkheden en redeneringen. Maar is dit niet allemaal ondergebracht in de hersenen(Engelse link), vraag je je misschien af? Heeft de neurowetenschap niet aangetoond dat dit orgaan het fundament is van al onze mentale processen?
Tegenwoordig ontkennen mensen die het bestaan van de ziel bepleiten niet dat de hersenen er invloed op hebben. De visuele systemen in onze hersenen produceren bijvoorbeeld visuele ervaringen in onze ziel. Men houdt echter vol dat de ziel haar eigen processen kan uitvoeren, en dat ook doet, zonder hulp van de hersenen.
Bovendien wordt gesuggereerd dat deze entiteit gescheiden kan worden van de hersenen. Men gelooft dus dat de ziel bij onze dood “wegzweeft” en dat haar bestaan ervoor zorgt dat ons geestelijk leven ononderbroken doorgaat (Johnson, 2013).
Bestaat de ziel echt?
Het idee van het bestaan van de ziel brengt men vaak in verband met het geloof in leven na de dood. Inderdaad is dit idee van de ziel verbonden met de overtuiging van een toekomstig leven. Men gelooft ook dat onze zielen gidsen zijn die ons helpen denken en voelen en dat ze onderscheiden zijn van ons lichaam.
Zeker, de opvatting van de ziel verschilt per specifieke context, godsdienst en discipline. In de loop der jaren is het religieuze perspectief het meest dominant geweest. Dit komt vooral omdat zielen worden gezien als verbonden met de spirituele dimensie, die verantwoordelijk is voor de verklaring van hun bestaan.
Of de ideeën nu wel of niet geassocieerd worden met het spirituele, het idee van de ziel wordt afgeleid, waarbij gesuggereerd wordt dat het bewijs van haar bestaan de mysteries omvat die samenhangen met geboorte, dood, verschillende bewustzijnstoestanden, geheugen en verbeelding. In feite wordt gesuggereerd dat de ziel een soort kracht of vitale impuls is.
Het wetenschappelijk paradigma en het bestaan van de ziel
Volgens de filosoof en wetenschapshistoricus Thomas Kuhn is een wetenschappelijk paradigma een verzameling van bepaalde realisaties die universeel erkend worden. Naast het genereren van modellen van oplossingen en problemen in de wetenschappelijke gemeenschap, zijn paradigma’s onderhevig aan kritiek.
Het huidige wetenschappelijke paradigma erkent de spirituele dimensie meestal niet. In feite wijst het erop dat er geen behoefte is aan een ziel. Het verklaart ons het leven door middel van vergelijkingen en de activiteit van koolstof en eiwitten, enz.
Daarom, terwijl religie het antwoord op het bestaan van de ziel geeft vanuit het spirituele gezichtspunt, en haar associeert met het transcendente en onstoffelijke; de wetenschap, als ze die al opvat, associeert haar met het materiële.
Dat wil zeggen, ze vat haar op als een synoniem van de geest, wanneer ze vanuit een poëtische visie wordt beschouwd. Of ze reduceert het tot het begrip cognitie en bewustzijn.
De huidige wetenschappelijke theorieën uitdagen
Maar hoewel de neurowetenschap grote vooruitgang heeft geboekt bij het verklaren van de werking van ons zenuwstelsel en heeft geprobeerd de reden voor subjectieve ervaringen te verklaren, blijven ze nog steeds een mysterie. Dit betekent dat het probleem van het al dan niet bestaan van de ziel te maken heeft met het begrijpen van de aard van het zelf.
Momenteel zijn er verschillende theorieën die het wetenschappelijke paradigma uitdagen. Een voorbeeld hiervan is het biocentrisme, dat moeilijke vragen over de menselijke natuur belicht. Men vraagt zich bijvoorbeeld af of de ziel bestaat of dat er iets is dat voorbij de tijd gaat.
Deze nieuwe visie op het zijn, op de kosmos en op de werkelijkheid gelooft dat het leven verder gaat dan atomen en deeltjes. Het verklaart dingen als kwantumverstrengeling en het onzekerheidsprincipe.
Sommige auteurs wijzen er zelfs op dat kwantumwaanzin in de wereld voorkomt op menselijke schaal, zoals Gerlich et al. (2011) suggereren in hun artikel,”Quantum Interference of large organic molecules”(Engelse link).
Robert Lanza, een Amerikaanse wetenschapper, opperde de theorie van het biocentrisme. Hij is van mening dat leven en biologie essentieel zijn voor het zijn, de werkelijkheid en de kosmos. Ook beweert hij dat het bewustzijn het universum schiep en niet andersom. Hij negeert de fysisch-chemische benadering van de verklaring van de zijnszaken niet, maar geeft meer belang aan de biologische.
Voor andere vlakken van wetenschappelijke kennis zijn ruimte en tijd instrumenten van de geest en associëren ze de ziel met het bestaan. Het is een uitdaging die ons wegvoert van de klassieke intuïtie en suggereert dat een deel van de geest of de ziel onsterfelijk is en buiten deze categorieën bestaat.
Onderzoeken om het bestaan van de ziel te bewijzen
Tegenwoordig zijn steeds meer medische onderzoekers geïnteresseerd in de onsterfelijkheid van de ziel. In feite bereikte de literatuur over dit onderwerp zijn hoogtepunt met de publicatie van de neurochirurg, Eben Alexander.
Het was getiteld: Proof from Heaven: A Neurosurgeon’s Journey into the Afterlife. In dit boek vertelt de neurochirurg over zijn kennelijke ervaring in het hiernamaals, terwijl hij in coma lag.
Om een einde te maken aan de onzekerheid over het bestaan van de ziel, financiert de John Templeton Stichting fondsen een serie onderzoeken naar bijna-doodervaringen. Het heet The Immortality Project.
Een van de onderzoekers is Sam Parnia, directeur reanimatieonderzoek aan de New York University. Zijn doel is vast te stellen of bijna-doodervaringen echt zijn. Met andere woorden, te onderscheiden of de oorzaken ervan fysiek zijn of juist parapsychologisch of metafysisch.
Om dit te bereiken wil Sam Parnia de hersenactiviteit van patiënten met een hartstilstand analyseren. Hij gaat proberen vast te stellen of neurale verbindingen in staat zijn een subjectieve ervaring te veroorzaken. Met andere woorden, of de patiënt zichzelf ziet als uit zijn lichaam en als een andere entiteit, terwijl de artsen hem proberen te reanimeren.
Zoals je ziet, erkennen bepaalde takken van wetenschap wel dat de ziel bestaat. De reden hiervoor is dat ze er poëtische connotaties aan verbinden of ze reduceren tot cognitie.
Anderen houden vast aan de traditionele visie om haar te ontkennen. Aan de andere kant beginnen sommige huidige theorieën, dankzij nieuwe ontdekkingen, haar bestaan te zien als verbonden met tijd en ruimte.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Johnson, D. K. (2013). Do souls exist?. Think, 12(35), 61-75.
- Lanza, R. Does The Soul Exist? Evidence Says ‘Yes’. (2011). Psychology Today. Recuperado de: https://www.psychologytoday.com/us/blog/biocentrism/201112/does-the-soul-exist-evidence-says-yes
- Pandya, S. K. (2011). Understanding brain, mind and soul: Contributions from neurology and neurosurgery. Mens sana monographs, 9(1), 129.
- Ruiz, F.A. (2009). ¿Sabes realmente qué es un paradigma? El Cid.