De behandeling van depressie: drie misvattingen

Mentale gezondheidsproblemen waren tot voor kort taboe. Als gevolg daarvan is er veel misinformatie over psychotherapie en psychofarmacologische behandelingen.
De behandeling van depressie: drie misvattingen
Gema Sánchez Cuevas

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Gema Sánchez Cuevas.

Geschreven door Sergio De Dios González

Laatste update: 02 september, 2024

Er bestaan nogal wat misvattingen over de behandeling van depressie. Vroeger waren het verkeerde ideeën die gewoon via via bij ons terechtkwamen. Maar tegenwoordig komen de misvattingen zelfs voort uit zogenaamd accurate, deskundige bronnen online.

De farmaceutische industrie met haar belangen is hiervoor deels verantwoordelijk. Ideeën worden verspreid die slim gebruikmaken van de onwetendheid van de samenleving. Mensen nemen de ideeën als waarheid, zonder de boodschap van bepaalde autoriteiten in twijfel te trekken.

In deze context zijn onjuiste ideeën en argumenten zonder wetenschappelijke basis echter niet onschadelijk. Vanwege deze misvattingen, zoeken mensen geen psychologische behandeling.

Het creëert ook een situatie waarin artsen en psychiaters geen behandeling bieden. Ze verwijzen patiënten niet door naar bekwame en getrainde psychologen.

Laten we eens kijken naar de drie belangrijkste misvattingen over de behandeling van depressie.

Vrouw wordt duizelig van alle misvattingen over de behandeling van depressie

3 misvattingen over de behandeling van depressie

1. Psychotherapie kan depressie niet genezen

De website DMedicine, onderdeel van de krant El Mundo, stelt (citaat is vertaald), “er is geen onderzoek waaruit blijkt dat psychologische technieken ernstige depressies kunnen genezen. […] In gevallen van ernstige depressie is farmacologische behandeling de enige bewezen effectieve behandeling.”

Het is interessant dat we met een beetje zoeken veel serieuze, rigoureuze studies vinden die in tegenspraak zijn met de vorige verklaring.

Daarbij komt dat we het hier niet eens hebben over individuele onderzoeken. We hebben het over meta-analyses. Dit zijn studies die gegevens verzamelen uit verschillende individuele onderzoeken. Vervolgens gebruiken ze statistische technieken om het resultaat dat uit de vergelijking van meerdere onderzoeken naar voren komt, te analyseren.

Meta-analyse voor de behandeling van depressie

Dit soort onderzoeken zijn erg waardevol om tot algemene conclusies te komen. Ze omvatten veel verschillende deelsteekproeven in plaats van slechts één grote steekproef.

Voorbeelden van dit type meta-analyse die de effectiviteit van psychotherapie voor de behandeling van depressie aantoont, zijn het onderzoek van Cuijpers en Berking et al. (2013) of de meer recente studie van Johnsen en Fribourg (2015).

In deze laatste analyseerden onderzoekers meer dan 43 verschillende onderzoeken. Zij ontdekten dat 57% van de patiënten als ‘genezen’ van hun depressie kon worden beschouwd na het voltooien van cognitieve gedragstherapie.

Het is waar dat cognitieve gedragstherapie de meest voorkomende vorm van therapie is voor het behandelen van depressie. Het is ook het type therapie dat wetenschappers het meest hebben bestudeerd. Dat is de reden waarom het zo zwaar weegt in meta-analyses.

Niettemin tonen onderzoeken aan dat ook andere therapieën effectief zijn voor de behandeling van depressie. De American Psychology Association (APA) bevestigt dat de volgende therapieën effectief zijn:

  • Gedragsactivatie
  • Cognitieve gedragstherapie
  • Probleemoplossende therapie
  • Kortdurende dynamische psychotherapie volgens McCullough (KDP)
  • Rehms zelfbeheersingstherapie

Behandeling van depressie: ernst

Een andere veelvoorkomende misvatting over de behandeling van depressie is dat psychotherapie alleen effectief is bij milde of matige depressie. Niet bij ernstige depressies.

Driessen, Cuijpers, Hollon en Dekler (2010) weerleggen dat idee echter met hun analyse van 132 studies. Uit deze analyse bleek dat de variabele van de ernst van de depressie geen opmerkelijke invloed had op de verschillen tussen mensen die therapie kregen en de mensen die behoorden tot de controlegroep.

Met andere woorden, de interactie tussen de variabele van de ernst van de ziekte en de voordelen van psychotherapie week niet significant af van nul.

Op basis van deze resultaten kunnen we zien dat de perceptie van de effectiviteit van psychotherapie voor de behandeling van depressie vaak onjuist is. Het idee dat psychotherapie nutteloos is bij een ernstige depressie is eveneens verkeerd.

Een ander gerelateerd probleem is de kwestie van medicatie. Het kan nuttig zijn in gevallen van ernstige depressie. Het kan de patiënt helpen om voldoende te normaliseren om de therapie in een meer gebalanceerde toestand te kunnen starten.

Handen steken uit het water, ze wachten op hulp die ze niet krijgen als gevolg van de misvattingen over de behandeling van depressie

2. Psychotherapie is minder effectief dan medicatie

Het onderzoek van Cuijpers, Berking, et al (2013) dat we eerder aanhaalden, brengt nog meer interessante gegevens naar voren. Hun meta-analyse bevat ten minste twintig studies naar de effectiviteit van verschillende behandelingen voor depressie. Ze vergelijken medicatie met cognitieve gedragstherapie.

Ze ontdekten dat het verschil in effectiviteit bijna nul was (g = 0,03). Bovendien was de afwezigheid van enig verschil onafhankelijk van de evaluatieprocedure en de gebruikte medicatie. (De interactie tussen de factoren was niet significant verschillend van nul.)

Welnu, het is belangrijk om dit punt toe te lichten. De studies die de resultaten van interpersoonlijke psychotherapie vergelijken met medicamenteuze therapie hebben wel een verschil laten zien. Behandelingen met medicatie kwamen iets beter uit het onderzoek dan interpersoonlijke psychotherapie.

Toch moeten we deze laatste gegevens met een korrel zout nemen. Er is namelijk veel minder onderzoek gedaan naar interpersoonlijke psychotherapie dan naar cognitieve gedragstherapie.

Het idee dat psychotherapie minder effectief is dan medicamenteuze behandeling is een misvatting.

3. Het behandelen van depressie duurt lang

Om te beginnen hangt ‘lang’ of ‘kort’ af van waar we schatten dat het midden is. Momenteel is het tijdsbestek van de eerder genoemde therapieën zestien tot twintig sessies gedurende drie tot vier maanden. Natuurlijk zijn er altijd gevallen waarin psychotherapie minder of meer tijd kan kosten.

In elk geval neemt geen van de therapieën die we hebben genoemd langer dan zes maanden in beslag. Als de patiënt zijn doel in deze periode niet bereikt, moet de therapeut de situatie opnieuw beoordelen. Niet alle psychotherapieën werken voor alle patiënten onder alle omstandigheden.

Daarbij komt dat niet alle psychologen gelijk zijn geschapen. Net zoals bepaalde chirurgen operaties anders zullen benaderen dan andere, zullen ook niet alle psychologen de stoornissen elke keer vanuit dezelfde hoek behandelen.

Desondanks laten onderzoeken ons weten dat de gemiddelde duur van succesvolle cognitieve gedragstherapie vijftien sessies is (Cuijpers, Berking, et al.).

Terugvallen moeten we echter scheiden van deze gevallen. Terugvallen kunnen om vele redenen gebeuren die niet altijd verband houden met de psychotherapeutische interventie. De verschillende oorzaken van een terugval omvatten:

Er bestaan nog meer misvattingen over de behandeling van depressie dan we hier hebben genoemd. Psychologen zijn weliswaar goed in het onderzoeken en ontwikkelen van effectieve therapieën, maar we zijn niet goed in het uitleggen ervan aan het grote publiek. We hebben op dat vlak nog heel wat werk te doen.

Tot slot

Voel je je somber leeg en eenzaam? Dit kunnen tekenen van een depressie zijn. Kijk voor meer informatie en hulp op deze website: 113 zelfmoordpreventie.

Referenties

Cuijpers, P, Berking, M. et al. (2013). A meta-analysis of cognitive behavior therapy of adult depression, alone and in comparison with other treatments. Candian Journal of Psychiatry.

Cuijpers, P., Hollon, S.D. et al. (2013). Does cognitive behavior therapy have an enduring effect that is superior to keeping patients on continuing pharmacotherapy? A meta-analysis. BMU OPen, 3.

Sanz, J. y García-Vera, M.P. (2017). Ideas equivocadas sobre la depresión y su tratamiento (II). Papeles del psicólogo. Vol. 38.


Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.