Zeven waarschuwingssignalen dat je serotonineniveau te laag is
Wanneer er in de hersenen voldoende serotonine wordt aangemaakt, dan helpt dit om ons positief, gelukkig, kalm en veilig te voelen. Wanneer het serotonineniveau te laag is, dan kan dit negatieve of bezorgde gevoelens en geïrriteerdheid veroorzaken. Als gevolg van een tekort kan je je pessimistisch, verdrietig en wantrouwig voelen. Het kan zelfs leiden tot paniekaanvallen, depressie, angst of andere gezondheidsproblemen. In dit artikel willen we de signalen bespreken die aangeven dat je serotonineniveau te laag is.
Serotonine is een neurotransmitter. Dit chemisch element helpt om signalen van het ene deel van de hersenen naar het andere te sturen. Het is een krachtig chemisch hersenbestanddeel. Zijn aan- of afwezigheid heeft een grote invloed op je gemoedstoestand. Probeer dus te bepalen of de neuronen voldoende van dit element vrijmaken of ontvangen. Dat is de eerste stap om problemen met impulsbeheersing of met de gemoedstoestand te overwinnen.
Met de geschikte hoeveelheid serotonine kunnen de hersenen op de juiste manier functioneren.
Deze neurotransmitter vervult vele taken in de hersenen en in het lichaam. In de hersenen regelt het de gemoedstoestand, het sociale gedrag, het libido, de slaap, het geheugen en het leervermogen.
Wat doet serotonine?
Het helpt om boodschappen over te brengen van het ene deel van de hersenen naar het andere. Een grote hoeveelheid cellen bezit serotonine-ontvangers. Daarom gelooft men dat dit element niet alleen verschillende psychologische functies beïnvloedt, maar dat het ook zorgt voor de fysiologische processen.
Het grootste deel van de ongeveer veertig miljoen hersencellen wordt dus rechtstreeks of onrechtstreeks beïnvloed door deze neurotransmitter. De gemoedstoestand, het verlangen, de seksuele functie, de eetlust, de slaap, het geheugen, leren, de lichaamstemperatuur en sommige sociale gedragingen zijn afhankelijk van deze hersencellen. Maar ook het cardiovasculaire systeem, de spieren en verschillende elementen van het endocrien systeem worden geregeld en bepaald door dit bestanddeel.
De relatie tussen serotonine en depressie
Volgens vele onderzoekers kan een onevenwicht in serotonine de gemoedstoestand erg beïnvloeden. Het kan zelfs een depressie veroorzaken. Dit zijn enkele mogelijke problemen:
- Een lage productie in de hersencellen
- Te weinig receptoren die in staat zijn om het geproduceerde serotonine te ontvangen
- Het onvermogen van deze neurotransmitter om tot bij de receptoren te geraken
- Een tekort aan tryptofaan. Dit is een onontbeerlijk aminozuur dat noodzakelijk is om serotonine samen te stellen.
Onderzoekers geloven ook dat deze biochemische problemen meerdere gevolgen kunnen hebben. Het kan depressie, obsessief-compulsieve stoornis, angst, paniekaanvallen of zelfs extreme woede veroorzaken. Toch moet het verband tussen serotonine en depressie nog verder onderzocht worden.
Is mijn serotonineniveau te laag?
Probeer om vast te stellen of je al of niet te weinig serotonine hebt. Dit helpt om de correcte maatregelen te nemen en het serotonineniveau te doen stijgen. Depressie en het onvermogen om te genieten zijn de meest gekende symptomen. Maar dit zijn niet de enige waarschuwingstekens. Leer ook de andere signalen en symptomen herkennen. Zo kunnen we depressie, angst en ergere dingen voorkomen.
Wat zijn de symptomen van te weinig serotonine? Vaak kwaad worden, ongewone gevoeligheid voor pijn, de drang om koolhydraten te eten en alcohol te drinken, constipatie en verteringsproblemen. Maar dat zijn niet de enige kenmerken. Je voelt je niet goed omdat je te weinig zonlicht ziet. In je houding ben je te afhankelijk van anderen. Je voelt je overweldigd. Bovendien heb je last van slapeloosheid, migraine en een laag zelfbeeld. Je cognitieve functies werken niet goed.
Deze signalen wijzen dus op een laag serotonineniveau. We willen hier nu de meest belangrijke symptomen analyseren. Waarom zijn ze van belang? In de beginfase zijn ze erg gemakkelijk vast te stellen, zodat je het probleem tijdig kan aanpakken.
De drang om zoetigheden en voedingsmiddelen met veel koolhydraten te eten
We weten dat koolhydraten een rechtstreekse invloed hebben op het niveau van deze neurotransmitter. Dit geldt vooral voor zoetigheden en voeding met zetmeel. Voorbeelden hiervan zijn gebakjes, chocolade, fruitsnoep, frieten, hamburgers en andere snacks. Mensen met weinig serotonine hebben dus vaak zin in voeding met veel koolhydraten. Ze gaan ook vaak compulsief eten.
Wanneer je dit soort voeding eet, zal het serotonineniveau tijdelijk stijgen. Je zal je eventjes beter voelen. Maar korte tijd na het eten daalt het niveau aanzienlijk. Deze drastische daling veroorzaakt slaperigheid, vijandigheid, angst en depressie.
Slapeloosheid
De hoeveelheid beschikbare serotonine heeft ook een onmiddellijke impact op de productie van melatonine. Dit domino-effect zal uiteindelijk het circadiaan ritme veranderen.
Wanneer dit gebeurt, is het voor de persoon heel erg moeilijk om zijn natuurlijke waak-slaap-patroon te behouden. Je krijgt het moeilijk om in te slapen en door te slapen. Maar je mag niet vergeten dat slapeloosheid ook andere oorzaken kan hebben dan een tekort aan serotonine.
Serotonine moet beschikbaar zijn om in melatonine omgezet te worden. Melatonine is het hormoon dat verantwoordelijk is voor onze biologische klok.
Angst
Aan de hand van hersenscans kunnen wetenschappers een verband aantonen tussen deze neurotransmitter en angst. Mensen die vaak angstig zijn, maken een kleinere hoeveelheid van dit chemisch bestanddeel vrij. In de hersendelen die verantwoordelijk zijn voor de impulsen en de controle van de emoties, kan men dit vaststellen.
Wanneer de vrijgemaakte hoeveelheid van deze belangrijke neurotransmitter onvoldoende is, dan kan dit leiden tot de ontwikkeling van angststoornissen. Maar dat is niet de enige factor die deze problemen kan veroorzaken. Want nog drie andere neurotransmitters spelen een rol bij angststoornissen: gamma-aminoboterzuur, dopamine en epinefrine.
Een te laag serotonineniveau wordt geassocieerd met algemene angststoornis, paniekstoornis en obsessief-compulsieve stoornis.
De cognitieve vermogens takelen af
Serotonine is een belangrijk chemisch bestanddeel voor een normaal cognitief functioneren. Onderzoek heeft aangetoond dat een geschikte hoeveelheid het cognitieve vermogen verbetert. Het helpt ook om een beperkte cognitieve werking te compenseren.
Men gelooft dat het een rol speelt in alle denkvermogens. Maar eigenlijk heeft het de grootste impact op het geheugen. Mensen met weinig serotonine hebben meer kans op geheugenproblemen.
Verteringsproblemen als gevolg van te weinig serotonine
Serotonine is een belangrijk chemisch element voor het overbrengen van boodschappen tussen de hersenen en het verteringssysteem. We associëren dit bestanddeel bijna altijd met de hersenen, de gemoedstoestand en het mentale welzijn. Verrassend genoeg wordt bijna vijfennegentig procent van het serotonine echter geproduceerd in de darmen en niet in de hersenen. Maar de hersenen kunnen alleen maar het element gebruiken dat zich in de hersenen vormt. Want het serotonine dat in de darmen geproduceerd wordt, kan de hersenen niet bereiken.
Het onderzoek naar de werking van dit chemische element in de darmen is relatief nieuw. Toch weten we dat het een belangrijke rol speelt in de eetlust en in de vertering. Eigenlijk is het nog een mysterie waarom er zoveel activiteit van serotonine in de darmen is.
Bovendien hebben wetenschappers ontdekt dat er een verband bestaat tussen prikkelbaredarmsyndroom en onvoldoende serotonine. Want wanneer de tekorten opgelost worden, werkt de vertering bij mensen met dit syndroom vaak weer normaal.
Vermoeidheid of uitputting
Het speelt ook een belangrijke rol in de productie van energie. Bij sommige mensen met chronische vermoeidheid stelt men een te laag serotonineniveau vast. Wanneer het tekort hersteld wordt, dan kan men vaak vaststellen dat het energieniveau opmerkelijk verbetert.
Vermoeidheid of uitputting kunnen het gevolg zijn van veel verschillende aandoeningen. Maar je mag de mogelijkheid niet uitsluiten dat het probleem te maken kan hebben met serotonine. Op lange termijn zorgt chronische vermoeidheid zelfs voor een nog grotere daling in serotonine.
Veranderingen in het libido
Deze neurotransmitter bezit dus vele eigenschappen. Het heeft onder andere een effect op het libido (het seksuele verlangen). Er is immers een rechtstreeks verband tussen een groter verlangen naar seks en weinig serotonine. Tegelijkertijd zal iemand minder in staat zijn om zich emotioneel te verbinden met de andere persoon. Dit is uiteraard geen goed recept voor een bevredigende relatie.
Bovendien beïnvloedt het ook de houdingen en lichamelijke vermogens die nodig zijn voor de seksuele activiteit.
Wat kan je doen als je serotonineniveau te laag is?
Als het enigszins mogelijk is, probeer dan de hoeveelheid serotonine op een natuurlijke manier te doen stijgen. Gebruik geen medicatie. We stellen je hier enkele mogelijkheden voor:
- Beweeg meer en doe activiteiten waarvan je geniet. Het is niet de bedoeling dat je tijdens deze oefeningen afziet.
- Eet voedingsmiddelen die veel eiwitten en tryptofaan bevatten.
- Kies voor koolhydraten: groenten, gedroogde vruchten, bonen en volkoren (de hersenen hebben suikers nodig om het tryptofaan te verwerken).
- Vermijd voeding die veel verzadigde vetten en enkelvoudige suikers bevat.
- Eet ook voeding met veel omega-3. Dit zorgt voor een optimale werking van de hersenen.
- Beperk het gebruik van cafeïne.
- Zorg dat je voldoende slaapt.
- Eet voedingsmiddelen met grote hoeveelheden B-vitaminen, vooral vitamine B6 (deze vitamine is belangrijk voor de ontwikkeling en de werking van serotonine in de hersenen).
- Ga veel naar buiten en zorg dat je veel zonlicht krijgt.
- Beoefen meditatie en mindfulness.
De neurotransmitter serotonine speelt een belangrijke rol in je gezondheid. Soms doen zich problemen voor met de vrijmaking van serotonine. Dit kan een ernstige impact hebben op belangrijke processen zoals de gevoelens en de slaap.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Marmot M. Self esteem and health. BMJ. 2003;327(7415):574-575. doi:10.1136/bmj.327.7415.574
-
Wolfe F, Russell IJ, Vipraio G, Ross K, Anderson J. Serotonin levels, pain threshold, and fibromyalgia symptoms in the general population. J Rheumatol. 1997 Mar;24(3):555-9. PMID: 9058665.