Voogdijopties en hun effect op kinderen
Een echtscheiding is een gebeurtenis die erg emotioneel kan zijn en gemengde gevoelens kan oproepen. In dit kader besteedt de rechtspsychologie extra aandacht aan dit soort processen en de gevolgen daarvan voor kinderen. Wanneer een echtpaar gaat scheiden, zijn er veel vragen over hun kinderen. Bij wie gaan ze blijven? Wanneer zien ze de andere ouder? Kortom, hoe kies je tussen de voogdijopties?
In termen van gedeelde of exclusieve voogdij, dit is iets dat een psycholoog gemakkelijk kan oplossen: is gedeelde voogdij de beste optie? Heeft het alleen gezag geen invloed op het kind? Zijn er welzijnsverschillen tussen beide opties?
Voogdijopties en hun effect op kinderen
Gedeelde of exclusieve voogdij
Tejeiro en Gómez (2011) voerden een onderzoek uit met de titel Divorcio, custodia y bienestar del menor: una revisión de las Investigaciones en Psicología (In het Engels: Echtscheiding, voogdij en het welzijn van het kind: een herziening van psychologisch onderzoek). Uit hun onderzoek bleek dat er verschillen zijn in welzijn tussen kinderen in gedeelde of alleenstaande voogdij.
Beide auteurs stellen vast wat Bauserman (2002) stelde na het selecteren van 33 studies met de beste parametrische activa: kinderen in gedeelde voogdij waren beter aangepast dan die in de voogdij van een ouder. Hij vergeleek hoe het met kinderen met gedeelde voogdij verging tussen degenen met nog steeds getrouwde ouders.
Enkele van de verschillen tussen voogdijopties zijn:
- Ouders zijn meer betrokken bij het delen van het gezag.
- Er was minder depressie in gezinnen met gedeelde voogdij.
- Kinderen in de voogdij hadden meer emotionele problemen.
- Er was meer rivaliteit tussen broers en zussen en meer zelfrespect bij kinderen in gedeelde voogdij.
- Er was een gevoel van zich afgewezen te voelen door hun enige voogd.
- Kinderen hadden een beter beeld van zichzelf en een betere plaats van emoties en een betere relatie met hun ouders in gedeelde voogdij.
Uit andere onderzoeken bleek echter dat beide voogdijopties de emotionele gezondheid van kinderen beïnvloedden.
De effecten van gedeelde voogdij op het gezin
Gedeelde voogdij lijkt de beste optie, niet alleen voor kinderen, maar ook voor hun scheidende ouders. Dit is de mening van Marín Rullán (2015), die ontdekte dat lage niveaus van onenigheid en hogere niveaus van communicatie verband houden met een betere relatie met ouders en, dankzij dit, beide een hogere mate van tevredenheid hebben dan andere ouders.
De ruzie tussen ouders heeft een negatiever effect op hun kinderen. Daarom hangt hun welzijn af van hoe hun ouders met elkaar overweg kunnen. Hoewel men denkt dat gedeeld gezag het beste is voor het kind, betekent het ook meer contact tussen mensen en een verslechterde relatie.
Tejeiro en Gómez bestudeerden deze variabele echter ook en ontdekten dat gedeelde voogdij ervoor zorgde dat ouders minder ruzie maakten.
Een andere zorg bij gedeelde voogdij is dat ouders elkaar af en toe moeten zien en dat ze geen open wonden kunnen helen. Studies suggereren dat dit slechts een ongegronde angst is. Zo neemt de afstand tussen beide ouders, zoals gemeten door Pearson en Thoennes (1990), na twee jaar toe, ongeacht het soort voogdij.
Wat gebeurt er 12 jaar later met deze gezinnen?
Dit is wat Emery, Laumann, Waldron, Sbarra en Dillon (2001) zich afvroegen toen ze besloten te kijken wat er gebeurde in gezinnen die hadden gekozen voor gedeelde of alleenstaande voogdij. Tijdens dit laatste waren er meer conflicten tussen ouders. Van de vele conclusies die ze hebben getrokken, is de meest interessante dat ouders van kinderen die in de voogdij staan, niet geïnteresseerd waren in elkaars leven.
Bovendien ontdekten deze auteurs dat ouders met gedeelde voogdij meer veranderingen aanbrachten in hun leven en dus in het leven van het kind, maar dat dit niet meer conflicten tussen de ouders betekende. Dit had te maken met aspecten als flexibiliteit en samenwerking.
De impact op de aanpassing van de minderjarige aan het leven
Bauserman meet in zijn meta-analyse Child Adjustment in Joint-Custody Versus Single-Custody Arrangements: A Meta-Analytic Review de mate van aanpassing bij kinderen in verschillende voogden. De aanpassing betekent dus:
- Gedragsaanpassing. Gedragsstoornissen.
- Emotionele aanpassing. Depressie, angst, problemen met locus control, zelfbeeld, etc.
- Eigenwaarde.
- Familie relaties.
- Academische prestatie.
Het feit dat al deze categorieën beter waren voor het kind met gedeelde voogdij dan voor het kind met alleen gezag, ondersteunt de theorie dat gedeelde voogdij een betere impact heeft op het leven van een kind.
Voogdijopties: gedeelde voogdij
Na een ingewikkeld en pijnlijk proces beginnen mensen te twijfelen wat de beste optie is. Misschien weten ouders niet hoe ze de gedeelde voogdij moeten beheren, zelfs als ze er het beste bij lijken te hebben om hun kind een normaal leven te geven.
In deze context lijkt Marín Rullán ergens heel duidelijk over te zijn: vier factoren kunnen het maken of breken. Dit zijn:
- Toewijding en toewijding, verder dan wat de rechtbank zegt.
- Ondersteuning van de andere ouder. Respect voor de band tussen de andere ouder en het kind.
- Flexibele verdeling van verantwoordelijkheden.
- Psychologische kenmerken. Coöperatief zijn is een eigenschap van empathische mensen, minder kwetsbaar en met een positieve ouderlijke houding.
Kortom, rekening houdend met de ervaringen van ouders en kinderen, gaat het niet om de voogdijmogelijkheden. De vraag zou moeten zijn: hoe geef je ouders de vaardigheden die ze nodig hebben om tot een goede gedeelde voogdij te komen?
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Bauserman, R. (2002) Child Adjustment in Joint-Custody Versus Sole-Custody Arrangements: A Meta-Analytic Review. Journal of Family Psychology, 16(1), 91-102.
- Emery, R., Laumann, L., Waldron, M., Sbarra, D. & Dillon, P. (2001). Child Custody Mediation and Litigation: Custody, Contact, and Coparenting 12 Years After Initial Dispute Resolution. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 69(2), 323-332.
- Marín Rullán, M. (2015). La influencia de las actitudes parentales sobre el bienestar del menor y la elección preferente de la custodia compartida: una disertación. Psicopatología Clínica, Legal y Forense, 15, 73-89.
- Tejeiro, R. y Gómez, J. (2011) Divorcio, custodia y bienestar del menor: una revisión de las investigaciones en Psicología. Apuntes de Psicología, 29(3), 425-434.