Vier verschillen tussen menselijke en dierlijke seksualiteit
Menselijke en dierlijke seksualiteit hebben bepaalde elementen gemeen, maar ook veel verschillen. In feite kan het niet anders, rekening houdend met het feit dat de mens ondergedompeld is in cultuur en beschaving, twee symbolische realiteiten die in de dierenwereld ontbreken.
Dit betekent dat de menselijke seksualiteit historisch is, in tegenstelling tot de dierenwereld. Daarom hangt de manier waarop we denken over seks en de manier waarop we die beoefenen af van de context. In de jaren twintig bijvoorbeeld werd een kus in een filmscène verwijderd, omdat die als pornografisch werd beschouwd. Tegenwoordig roept zo’n scène niet zo’n reactie op.
Menselijke seksualiteit is geen genitaliteit of pornografie, hoewel het gebruikelijk is dat deze begrippen worden verward. Bovendien zijn er bepaalde taboes en elementen die we delen met dieren. Het verschil tussen menselijke seksualiteit en die van andere soorten ligt echter vooral in de vier aspecten die we hieronder op een rijtje zetten.
“Men kan niet schrijven van liefde terwijl men de liefde bedrijft.”
1. Geen ‘opwinding’
Een van de grote verschillen tussen de seksualiteit van mensen en dieren ligt in het proces van ‘opwinding’. Andere diersoorten hebben alleen geslachtsgemeenschap op specifieke tijdstippen . Mensen daarentegen hebben seks en uiten hun seksualiteit zonder deze organische beperking.
Dieren hebben nooit seks als het vrouwtje zwanger is. Bij de mens bestaat die beperking niet. Ook paren andere soorten niet als het vrouwtje menstrueert. Bij mensen (en enkele primaten) bestaat dit patroon niet.
In feite is de menselijke seksualiteit veel actiever en uitgebreider. Er zijn geen specifieke tijden of plaatsen voor nodig. De enige vereiste is dat het seksuele verlangen (Spaanse link) en de anatomische en fysiologische capaciteit om tot copulatie te komen aanwezig zijn.
2. Mensen hebben veel meer erogene zones
Terwijl sommige zoogdieren, vooral primaten, plezier ontlenen aan lichamelijk contact en handelingen als wrijven en likken, hebben alleen mensen erogene zones (Spaanse link) als zodanig. Dit zijn delen van het lichaam met echt rijke zenuwuiteinden, die zorgen voor aangename sensaties die met seksualiteit te maken hebben.
Zulke zones bevinden zich op de lippen, oorlellen, tepels, borsten en genitale organen. Als gevolg daarvan kan de menselijke seksualiteit vele vormen aannemen en is er veel ruimte voor seksueel spel. In feite gaat het plezier verder dan de geslachtsorganen.
Sommige dieren vertonen echter ook seksueel gedrag dat samenhangt met erogene zones. Zo doen kortneuzige fruitvleermuizen aan orale seks. Dit zou de copulatie verlengen en de bevruchting efficiënter maken. Bruine beren in gevangenschap doen ook aan orale seks, maar het is niet duidelijk of ze dit gebruik in het wild handhaven.
3. Gedrag na orgasme
Een ander verschil tussen dierlijke en menselijke seksualiteit ligt in het gedrag na het orgasme. Dit is veel opvallender bij vrouwtjes. Bijvoorbeeld, zodra de copulatie eindigt, keren vrouwelijke primaten terug naar hun normale activiteiten, alsof er niets gebeurd is. Hetzelfde geldt voor alle dieren in het algemeen.
Dit geldt niet voor mensen, zelfs niet als het gaat om ongedwongen seks. Zowel mannen als vrouwen lijken een soort overgang nodig te hebben tussen geslachtsgemeenschap en het normale dagelijkse leven. In de regel kunnen binnen het kader van een stel uitingen van genegenheid of zelfs verdriet en onzekerheid voorkomen. Het hangt allemaal af van de relatie.
4. Menselijke seksualiteit duurt langer
Het vierde verschil tussen menselijke en dierlijke seksualiteit ligt in de geldigheid ervan in termen van leeftijd. Bij oude dieren is er meestal geen seksueel gedrag, vooral niet bij vrouwtjes. Inderdaad, zodra ze hun voortplantingsfase hebben beëindigd, sterven de meesten. Anderen houden het nog een paar jaar vol, maar hun seksualiteit is praktisch nihil.
Bij mensen is het anders. Een mens kan zelfs op hoge leeftijd nog seksueel actief zijn. Dit geldt zowel voor vrouwen als voor mannen. Hoewel er met de jaren minder seksuele activiteit is, hoeft die niet echt te stoppen.
Tenslotte heeft de menselijke seksualiteit geen strikt reproductief doel. Ze wordt doorkruist door symbolische elementen die haar betekenis geven voor het individu en zijn cultuur. In feite impliceert het de bevrediging van een instinct, maar ook een behoefte aan verbinding en transcendentie.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Diamond, J. (2020). ¿Por qué es divertido el sexo?: la evolución de la sexualidad humana. Debate.
- Ortega, V., Sierra Freire, JC., Zubeidat, I. (2004). Evaluación de algunos factores determinantes del deseo sexual: estado emocional, actitudes sexuales y fantasías sexuales. Análisis y modificación de conducta, 30(129),105-130. https://dialnet.unirioja.es/servlet/articulo?codigo=856927
- Ramírez Márquez, D. (2018). Experimentación en la sexualidad a través de un objeto que se adapta a la mano para estimular zonas erógenas en el cuerpo – Sexsations. Pontificia Universidad Javeriana. https://repository.javeriana.edu.co/handle/10554/39027