Psychopathologie en cinema: werkelijkheid of fictie?
Psychopathologie is in films vaak aanwezig. Een ontelbaar aantal films hebben ons verhalen verteld over psychologen, psychiaters en vooral over mensen die aan geestelijke stoornissen lijden. Zelfs wanneer de verhaallijn niet rechtstreeks te maken heeft met psychopathologie, is de psychologie toch in elk personage aanwezig.
De waarheid is echter dat de beschrijvingen van de psychologische stoornissen, de symptomen of de relaties tussen de patiënten en de beroepskrachten op het scherm niet altijd correct weergegeven worden.
Vaak breidt men die elementen uit of overdrijft men ze om ervoor te zorgen dat de film meer effect heeft. Deze neiging zorgt ervoor dat scenarioschrijvers, regisseurs en acteurs afwijken van de feiten en de wetenschappen. Dat leidt er op zijn beurt toe dat zij zich in een richting bewegen die dan eigenlijk een vervormd beeld weergeeft.
“Als de psychiatrie niet bestaan zou hebben, dan zou de cinema het moeten uitvinden hebben. En in zekere zin hebben ze dat ook gedaan.”
-Irving Schneider-
Tegenstrijdigheden in functie van het verrassingseffect
We begrijpen allemaal dat het soms nodig is om in een film de dingen een beetje te overdrijven. De bedoeling is immers dat wat een publiek op het scherm ziet, echt effect heeft en krachtig is.
Meestal gaan we naar de cinema op zoek naar ontspanning en niet naar kennis. Als we geïnformeerde filmkijkers willen zijn, dan moeten we toch op drie belangrijke aspecten letten.
Geweld en agressie
Veel te vaak zijn geweld en agressie verbonden met geestelijke stoornissen. Vele filmpersonages met een psychologisch probleem komen agressief of sadistisch over. Ze hebben een duistere kant die eigenlijk niets te maken heeft met hun stoornis.
Deze negatieve afbeelding van iemand met een geestelijke stoornis bevordert het sociale stigma over hoe “gevaarlijk” mensen met een geestelijke stoornis kunnen zijn. Statistisch staat dit echter veraf van de waarheid.
Verschillende stoornissen
In boeken over psychopathologie vinden we vele verschillende aandoeningen die gelijksoortige symptomen en kenmerken hebben. In deze gevallen overlappen de diagnostische grenzen. Films verwarren bijvoorbeeld vaak de borderline persoonlijkheid met de bipolaire stoornis.
Bovendien zien we hoe men in films de depressieve of manische perioden niet op een juiste manier weergeeft. Sommige films tonen zelfs liefde als een manier om een geestelijke stoornis te genezen.
Het beeld van de therapeut
Films geven ook een vervormd beeld van een therapeut. De psychiater Pilar de Miguel stelt dat professionele hulpverleners in films ofwel een heel goede behandeling of een heel slechte krijgen. We zien in films vaak ook beroepskrachten die niet in staat zijn om professionele grenzen te stellen ten aanzien van hun patiënten.
We weten nu dus waarop we moeten letten. Toch bestaan er ook films die een juiste weergave van de psychopathologie tonen. We begrijpen dat het nodig is om dramatische elementen te beklemtonen en krachtige verhalen en gevoelens uit te beelden.
Misschien moet de toeschouwer het volgende onthouden. Een film zal nooit op een volledig juiste manier iets kunnen weergeven dat zo ingewikkeld is als een geestelijke stoornis.
Psychopathologie in films
As Good as it Gets
As Good as it Gets is een film die we allemaal associëren met de obsessieve-compulsieve stoornis. We doen dit omdat het hoofdpersonage symptomen heeft die we in het algemeen zouden typeren als symptomen van een obsessieve-compulsieve stoornis.
Het lichtgeraakte personage, Melvin, kan ons echter laten geloven dat mensen die aan deze stoornis lijden, dezelfde persoonlijkheidskenmerken hebben.
Het is dus onze taak om zijn vervelende symptomen te scheiden van de symptomen van de obsessieve-compulsieve stoornis. Tot deze symptomen behoren extreme rituelen die met netheid, symmetrie en herhaling te maken hebben. We zien ze allemaal in de film.
“Dr. Green, hoe kan je bij mij de diagnose van een obsessieve-compulsieve stoornis stellen en dan verrast zijn dat ik hier uit het niets opduik?”
-Melvin-
Na de première van de film legde een groot deel van het publiek een verband tussen de obsessieve-compulsieve stoornis en vervelende mensen met een slecht humeur.
Deze onjuiste overtuigingen bevatten ook het idee dat de symptomen met een beetje liefde en een goede vriendschap kunnen afnemen of zelfs verdwijnen. Films hebben ons laten geloven dat deze ideeën waar zijn. Niets is echter minder waar.
The Aviator
The Aviator is een film van Martin Scorsese. Het vertelt een deel van het leven van de miljonair, regisseur en ondernemer Howard Hughes, een personage gespeeld door Leonardo DiCaprio.
Vanuit het standpunt van de psychopathologie toont deze film ons op een heel succesvolle manier de ontwikkeling en de evolutie van een obsessieve-compulsieve stoornis.
Alles begint met een kindertijd die gekenmerkt is door de angst van een moeder dat haar kind ziek zal worden. Hij maakte een excentrieke kindertijd vol manieën door. Zijn volwassen leven raakte doorzeefd van obsessies en dwangmatige gedragingen.
In de film zien we hoe Howard Hughes doodsbang was voor ziektekiemen. Overal nam hij zijn zeep mee. Op een dwangmatige manier waste hij zijn handen tot bloedens toe om te vermijden dat ze besmet raakten.
In die tijd bestond er nog een definitie van de stoornis zoals we die nu hebben. Een arts heeft het dus nooit behandeld. Al zijn symptomen en het leed die ze veroorzaakten (wat in de film tot in de perfectie weergegeven wordt) wijzen uit dat hij heel veel geleden heeft.
Memento
Vóór we deze film van Christopher Nolan bespreken en hoe succesvol het was, moeten we eerst uitleggen wat anterograde amnesie is. De retrograde amnesie is beter bekend. Bij deze stoornis vergeten mensen dingen uit het verleden. De anterograde amnesie is echter anders.
Dat komt omdat deze aandoening het ons onmogelijk maakt om nieuwe dingen te leren en te onthouden. De persoon met anterograde amnesie vergeet alles op hetzelfde moment dat het gebeurt. De reden is dat ze niet in staat zijn om de informatie in hun langetermijngeheugen op te slaan.
Niets blijft dus aanwezig omdat ze in een spatio-temporele (in ruimte en tijd) desoriëntatie leven. Elk moment is immers steeds opnieuw hetzelfde moment.
Zonder veel van de film en de verhaallijn te onthullen, kunnen we wel zeggen dat Memento de angstgevoelens redelijk juist weergeeft van een persoon die aan deze geheugenstoornis lijdt.
Door de film heen maken we kennis met het systeem van het hoofdpersonage. Hij maakt gebruik van notities, foto’s en tatoeages. Hiermee probeert hij te ontcijferen wat er in zijn leven gebeurt. Zijn strategie is dus niet om dingen te onthouden maar eerder om ze te bevestigen.
Het doel van de regisseur is om de kijker empathie te laten voelen voor het hoofdpersonage en voor zijn toestand van onafgebroken verbijstering. In het begin lijkt de regisseur hierin te slagen.
Memento is geen perfecte weerspiegeling van anterograde amnesie. Toch is de film in staat om ons empathie te laten voelen voor de voortdurende onzekerheid en verwarring van het hoofdpersonage.
“Het is een gebrekkig soort geheugen dat alleen achterwaarts werkt.”
-Lewis Carroll-
Tot slot
Meer dan alleen maar vermaak is cinema ook een open deur tot kennis, reflectie en empathie. Dit heeft te maken met de verhalen en de personages. We verplaatsen ons namelijk in de situatie van anderen, ook al is het door middel van fictie.
Dankzij films en boeken ligt dit binnen ons bereik. Als we echter meer willen weten en dieper ingaan op de wereld van de psychopathologie, dan moeten we onszelf door middel van wetenschappelijke boeken en deskundigen informeren.