Op je 30e is de kwaliteit van je vrienden belangrijker dan de kwantiteit

Een recent onderzoek door de APA (American Psychological Association), dat gepubliceerd is in het tijdschrift Psychology and Aging, heeft laten zien wat velen al hebben vermoed: als de jaren voorbijgaan veranderen de parameters van vriendschap, specifiek gezien rond je dertigste, als de kwaliteit van je vrienden belangrijker wordt dan de kwantiteit.

Deze studie onthult dat we op ons twintigste omgaan met heel veel mensen die ons leven verrijken als het gaat om onze wereldvisie, die onze persoonlijkheid en breed scala aan verwachtingen beïnvloeden. Maar op ons dertigste zijn we sociaal uitgeput van het entertainen van anderen en prefereren we meer kwaliteit in onze relaties.

Beide soorten relaties in deze twee leeftijdscategorieën hebben een langdurig effect: mensen die op hun twintigste veel vrienden hadden en minder op hun dertigste, maar van betere kwaliteit, lieten zien dat ze op hun vijftigste mentaal gezonder waren. De conclusie betekent niet dat je nu heel veel vrienden de rug toe moet keren als je dertig wordt… maar liever dat we de mensen die ons welzijn verbeteren selecteren.

Vriendschap voor het leven

Het belang dat we aan vriendschap hechten blijft constant gedurende ons hele leven, maar in ieder van de periodes komt het op een bepaalde manier tot uitdrukking.

Als kind hechten we meer waarde aan de mensen met autoriteit om ons heen: ouders en leraren. We communiceren met andere kinderen om ons na verloop van tijd bewust te worden van onze individualiteit, om onze emotionele, cognitieve en sociale vaardigheden door spelen en school te ontwikkelen.

In de puberteit verandert het concept van vriendschap radicaal. Op deze leeftijd zoeken we relaties met onze leeftijdsgenoten en niet met autoriteitsfiguren en deze relaties bepalen onze persoonlijkheid en onze identiteit. Dit kan een turbulente tijd zijn als we ons niet kunnen identificeren met andere tieners.

Op deze leeftijd is de vriendschap intens, maar wordt later wat normaler, omdat vriendschap een cruciale rol speelt bij het ontwikkelen van onze persoonlijkheid, gewoontes en interesses. Als we de dertig naderen, zijn deze relaties minder veelvuldig en meer selectief.

Vriendschap op je twintigste

Als we twintig zijn, staat onze hele wereld op springen. We hebben niet zoveel duidelijkheid, maar we zijn onbevreesd en spontaan, waardoor we mensen ontmoeten. Ook verdriet wordt intens beleefd en we worstelen vaak om een balans te vinden tussen intimiteit en isolatie.

We moeten nieuwe mensen ontmoeten om door hen gekoesterd te worden, zonder vooroordelen of verwachtingen. We riskeren onszelf continu op sociaal gebied met mensen die we niet kennen, omdat we dit nodig hebben, we willen genieten van onze vrijheid en leren wat we echt willen.

In dit onderzoek werd een heel interessant feit blootgelegd: als we op ons twintigste weinig vrienden hadden, kan onze gezondheid op ons vijftigste daaronder lijden. De behoefte om iedere fase van ons leven te leiden met veel intensiteit en de houding die daarvoor nodig is, is geen mythe.

Op ons twintigste moeten we nieuwsgierig zijn, een vrije ziel zijn en energie hebben om alle ervaringen mee te maken die bij deze leeftijd horen: verliefd worden, dingen duidelijk zien, reizen, dansen… En hoe meer mensen we om ons heen hebben, hoe beter. Dit is de tijd waarop we dingen moeten ervaren, niet waarop we dingen uitsluiten zonder ze gedaan te hebben.

Vriendschap op je dertigste

Als we de dertig naderen, worden we enigszins verzadigd van het voortdurend ontmoeten van mensen, het maken van plannen met mensen die we misschien niet volledig vertrouwen of van het elk weekend uitgaan. We gaan op zoek naar een betere kwaliteit in onze vriendschappen, of ze nu talrijk zijn of niet. We willen dingen blijven ervaren, maar in de aanwezigheid van aangenaam gezelschap.

Dit wordt bepaald door onze verlangens, maar ook door de omstandigheden: veel van onze vrienden van het vorige decennium zijn andere wegen ingeslagen. Ze hebben een gezin of ze werken ergens anders. Dus we worden gedwongen om van een kleinere, maar ook meer ontspannen vriendengroep te genieten, een groep die bij elkaar is door waarden en interesses.

Deze longitudinale studie (wat betekent dat dezelfde onderwerpen gedurende vele jaren werden bestudeerd) toonde aan dat mensen die veel vrienden en sociale ervaringen hadden op deze leeftijd angst, verveling en een gevoel van het beu zijn ervaren en tevens dat dit tot uiting kwam op de leeftijd van vijftig. Ze leken ongelukkiger dan degenen die deze levensfase op een meer intieme en rustigere manier hadden geleefd.