Ken je de psycho-fysieke identiteitstheorie?

De psycho-fysieke identiteitstheorie heeft veel kritiek gekregen vanwege de opvatting over onze mentale processen. Aan de andere kant stelt het ook voor om na te denken over onze biologische transcendentie en onze beperkingen.
Ken je de psycho-fysieke identiteitstheorie?
Sergio De Dios González

Beoordeeld en goedgekeurd door de psycholoog Sergio De Dios González.

Geschreven door Edith Sánchez

Laatste update: 10 januari, 2023

De psycho-fysieke identiteitstheorie herleidt onze verschillende mentale toestanden tot hersenactiviteit. Dit betekent dat er een samenloop is tussen ongrijpbare mentale processen en tastbare hersenprocessen. Vandaar de naam van de theorie.

Vanuit het standpunt van de Psycho-Fysische Identiteitstheorie komt elke mentale toestand of gebeurtenis overeen met een hersentoestand of gebeurtenis. Dit noemt men een type-identiteit. Zo kan gelijkwaardigheid worden vastgesteld tussen de psychologische beschrijving van de handelingen van de geest en de fysieke beschrijving ervan.

De Psycho-Fysische Identiteitstheorie staat ook bekend als geest-brein identiteitstheorie. Het is niet nieuw. In feite werd ze geïnitieerd in de achttiende eeuw. Toen beweerde Paul Henri Thiry, baron van Holbach  dat, net zoals de lever gal afscheidt, de hersenen gedachten afscheiden. Het is echt een radicale theorie.

De hersenen zijn geen vat dat gevuld moet worden, maar een vuur dat aangestoken moet worden.”

Plutarch

Vrouw met oplichtende hersenen
In de Psycho-fysieke Identiteitstheorie komt elke mentale toestand of gebeurtenis overeen met een toestand of gebeurtenis in de hersenen.

Psycho-fysieke Identiteitstheorie

De Psycho-fysieke Identiteitstheorie maakt deel uit van de theorie van de geest. Deze benadering stelt voor dat mentale toestanden (Spaanse link) en hun inhoud slechts neurale processen zijn.

Met andere woorden, het zijn fysisch-chemische veranderingen die in de hersenen plaatsvinden. Daarom zouden subjectiviteit en mentale processen het resultaat zijn van hersenactiviteit en geen invloed hebben op de hersenen.

Volgens deze theorie zouden de begrippen uit de psychologie, zoals emotie, geloof, verlangen, intentie, enz. niet meer zijn dan lege woorden. In feite stellen de meest radicale exponenten van de theorie van de psychofysische identiteit voor om deze begrippen te vervangen door andere die overeenkomen met een meer biologische beschrijving van hersenactiviteit.

Zij stelt bijvoorbeeld voor dat we niet moeten spreken van pijn, maar van activering van de A-Delta vezels.

In feite zou je vanuit dit perspectief kunnen zeggen dat de psychologie als zodanig betekenisloos is. Idealiter wordt ze geassimileerd door de neurowetenschappen.

Op die manier zou ze een objectievere en nauwkeurigere beschrijving en verklaring van menselijk gedrag opleveren. Om deze reden wordt de Psycho-Physical Identity Theory geclassificeerd als neurologisch monisme of fysicalistische theorie.

De hersenen en de geest

Hoewel de Psycho-Physical Identity Theory een absolute overeenkomst vaststelt tussen de hersenen en de geest, zijn de meeste specialisten momenteel van mening dat de ene werkelijkheid en de andere niet hetzelfde zijn. Dat gezegd hebbende, twijfelen weinigen eraan dat er een nauw verband bestaat tussen de twee concepten. Het is echter de vraag of er een absoluut verband is.

In de regel ziet men de hersenen als een soort commandocentrum. Het is een fysiek orgaan dat de activiteit van het zenuwstelsel centraliseert en regelt. Anderzijds is de geest een geheel van vermogens die op elkaar inwerken en het bewustzijn vormen.

Daarom is de geest in principe een product van de hersenen. Maar de hersenen zijn ook een product van de geest. Door psychologische en cognitieve vermogens in te zetten, kunnen ook in dit orgaan veranderingen worden teweeggebracht. In feite kun je zeggen dat de hersenen en de geest twee onafscheidelijke werkelijkheden zijn, maar verschillend en complementair.

Oplichtende hersenen
Volgens deze theorie zijn mentale toestanden en hun inhoud slechts neurale processen.

We zijn meer dan neuronen

De psychofysische identiteitstheorie is niet zozeer een wetenschappelijke theorie, maar eerder een filosofische benadering. Ze is gebaseerd op de indrukwekkende bevindingen van de neurowetenschappen, maar interpreteert ze op een bepaalde manier en gaat verder dan redelijk is.

Denk bijvoorbeeld aan het verschijnsel licht. Een paar eeuwen geleden was dit voor de meeste wetenschappers een raadsel. Met de vooruitgang op dit gebied stelde men echter vast dat licht een uitdrukking is van elektromagnetische straling. Toch kan men niet beweren dat het straling op zich is. Hetzelfde gebeurt tussen de hersenen en de geest.

De meeste psychologen denken dat het reductionisme van het gelijkstellen van de geest als het simpele product van de verbinding van een aantal neuronen weinig zin heeft als we het hebben over geestelijke gezondheid. Dit komt omdat de mens het biologisch determinisme op vele niveaus lijkt te overstijgen.

Daar komt bij dat de wetenschap de hersenen nog lang niet volledig begrijpt. Als zodanig maakt het elke theorie die het debat probeert af te sluiten riskant.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Ramírez, A. L. F. (2001). La trama psicofísica (Argumentos del dualismo y el monismo en torno al cerebro y la mente). Revista de Filosofía de la Universidad de Costa Rica, 39(99), 29-42.
  • Stigol, Nora. (2005). Estados mentales, contenidos y conceptos. Diánoia50(54), 55-73. Recuperado en 25 de octubre de 2022, de http://www.scielo.org.mx/scielo.php?script=sci_arttext&pid=S0185-24502005000100055&lng=es&tlng=

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.