Hypochondrie en nosofobie: twee vormen van de angst voor ziekte

Heb je een grote angst om een ziekte op te lopen? Heb je de neiging de signalen van je lichaam verkeerd te interpreteren en te overdrijven? Zo ja, dan zul je geïnteresseerd zijn om meer te leren over hypochondrie en nosofobie, twee soortgelijke maar toch verschillende aandoeningen.
Hypochondrie en nosofobie: twee vormen van de angst voor ziekte
Elena Sanz

Geschreven en geverifieerd door de psycholoog Elena Sanz.

Laatste update: 27 december, 2022

Heb je ooit een klein knobbeltje op je huid opgemerkt en er bijna zeker van geweest dat het een tumor was? Heb je een lichte pijn in je borst gevoeld en je voorbereid op een hartaanval? Dit soort interpretaties maken het dagelijks leven uit van veel mensen die zich permanent zorgen maken over ziekten en kwalen. Ze zijn echter niet de enige manifestatie van deze bijzondere angst. Daarom willen we het vandaag met je hebben over de verschillen tussen hypochondrie en nosofobie.

Hypochondrie is een tamelijk bekende aandoening. In feite wordt de term, ondanks dat hij technisch is, vaak in de volksmond gebruikt. We weten dat het verwijst naar de overtuiging die iemand heeft dat hij lijdt aan een niet gediagnosticeerde ziekte.

Op andere momenten manifesteert deze angst voor ziekte zich als anticipatie. Patiënten vrezen dus in de toekomst een ziekte te krijgen, die hen veel ongemak bezorgt. Als je meer over deze twee aandoeningen wilt weten, lees dan verder.

Vrouw met pijn op haar borst
Angst voor de dood ligt vaak ten grondslag aan hypochondrie en nosofobie.

Hypochondrie: de angst om ziek te zijn

In de nieuwste versie van het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) is de term hypochondriasis vervangen (Spaanse link) en ondergebracht in twee nieuwe categorieën somatische symptoomstoornis en angststoornis.

Hypochondrie duidt de vaste overtuiging aan dat iemand aan een ernstige ziekte lijdt, meestal ten gevolge van een mild symptoom. Het is dus een foutieve en overdreven interpretatie van een lichamelijk signaal in het lichaam.

Er zijn verschillende kenmerkende gedragingen van mensen die aan hypochondrie lijden:

  • Hun aandacht is gericht op het lichaamsdeel waarvan ze denken dat het aangetast is. Het is gebruikelijk dat ze er herhaaldelijk naar kijken of eraan voelen om hun hypothese te bevestigen of een verandering op te merken.
  • Ze besteden veel tijd aan het zoeken naar informatie op het Internet, in tijdschriften, of in boeken over de ziekte die ze denken te hebben, de symptomen ervan, en eventuele diagnostische tests.
  • Ze vragen voortdurend aan familie en vrienden of ze denken dat ze gezond zijn. Maar als die hen proberen gerust te stellen en hun symptomen rationaliseren, voelen ze zich daardoor alleen maar geïsoleerd, onbegrepen en nog meer bezorgd.
  • Ze gaan van dokter naar dokter op zoek naar een diagnose. Op korte termijn stelt de bevestiging door een deskundige dat ze gezond zijn hen gerust. Maar, binnen korte tijd komen hun twijfels weer boven. Ze zullen denken dat de dokter het bij het verkeerde eind had. Dat de uitgevoerde tests niet adequaat waren, of dat ze op het verkeerde moment werden uitgevoerd.
  • De overtuiging ziek te zijn wekt veel leed en niveaus van angst op, die op hun beurt de lichamelijke symptomen die ze ervaren en verkeerd interpreteren kunnen versterken. Bovendien worden, naarmate de veronderstelde ziekte vordert, hun werkprestaties, financiën en sociale relaties vaak aangetast.

Nosofobie: een anticiperende angst

Bij nosofobie is er ook een angst voor ziekte. In dit geval is het echter een angst om in de toekomst ziek te worden. De lijder ervaart een intense, irrationele, en oncontroleerbare angst om een ziekte op te lopen. Zijn manier om met deze angst om te gaan is echter anders:

  • Ze vermijden naar de dokter te gaan of onderzoeken te laten doen, zelfs als ze die nodig hebben. Dit om niet te bevestigen dat ze ziek zijn.
  • Ze proberen niet over symptomen of ziektes te praten. Ook kijken ze niet naar films of series over het onderwerp, en vermijden ziekenhuizen of tijd doorbrengen met zieke mensen. Dat komt omdat, in deze situaties, hun angst de pan uit kan rijzen.
  • Ze hebben een grote angst voor hun eigen dood en die van hun dierbaren.
  • Ze zijn ook erg bang voor het ouder worden en het afwijzen van ouderdom. Om dezelfde reden proberen ze jong te blijven en er jong uit te zien.
Bezorgde vrouw
De nosofobie-patiënt ervaart een irrationele, intense en oncontroleerbare angst om in een onbepaalde toekomst aan een ernstige ziekte te lijden.

De belangrijkste verschillen tussen hypochondrie en nosofobie

Zoals je ziet, vertonen hypochondrie en nosofobie, ondanks het feit dat angst voor ziekte centraal staat in beide stoornissen, belangrijke verschillen. De hypochonder vreest dat hij nu ziek is. De nosofobie-patiënt bang is om in de toekomst ziek te worden.

In het eerste geval besteedt de lijder aandacht aan lichamelijke symptomen en zoekt informatie en antwoorden. In het tweede geval proberen ze alles wat met de ziekte te maken heeft te vermijden en willen er niets van weten.

Het is heel gewoon dat hypochondrische mensen een jeugd gehad hebben waarin ze overbeschermd waren of die getekend werd door ziekte. Hetzij van henzelf, hetzij van hun dierbaren. Evenzo hebben ze vaak moeten leven met of zorgen voor zieke mensen die nu gestorven zijn, waardoor ze ziekte zien als iets dat voortdurend aan de horizon opdoemt.

Hypochondrie komt meestal voor na het 40e levensjaar. In feite houdt het verband met de angst voor veroudering, verval en dood. Als gevolg van de Covid-19 pandemie zijn de gevallen omhoog geschoten (Spaanse link).

Ondanks hun verschillen veroorzaken deze twee aandoeningen veel leed en moet er altijd behandeling gezocht worden. In beide situaties is cognitief-gedragstherapie de meest aanbevolen behandeling (Spaanse link).

Door ontspanningstechnieken, blootstelling, en herstructurering van overtuigingen kan de lijder zijn angst verlichten. Ook kan hij zijn waarnemingen bijstellen en de invloed van zijn angst voor ziekte verminderen.


Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.


  • Fernández, C., & Fernández, R. (2001). Tratamientos psicológicos eficaces para la hipocondría. Psicothema13(3), 407-418.
  • Lara, G. E., Baca-Salinas, J., & Reyes-Mendoza, L. G. (2021). Nosofobia como impacto negativo de la pandemia derivada del COVID-19. Boletín Científico de la Escuela Superior Atotonilco de Tula8(15), 56-60.
  • Vallejo, M. Á. (2014). De los trastornos somatomorfos a los trastornos de síntomas somáticos y trastornos relacionados. Cuadernos de medicina psicosomática y psiquiatría de enlace, (110), 75-78.

Deze tekst wordt alleen voor informatieve doeleinden aangeboden en vervangt niet het consult bij een professional. Bij twijfel, raadpleeg uw specialist.