Hyperactieve kinderen: gevolg van een trauma of van stress in de kindertijd
Bij hyperactieve kinderen kan er sprake zijn van gevoelige realiteiten. Soms pakken we deze gedragingen echter gewoon met medicatie aan.
Hoe vanzelfsprekend het wellicht lijkt, we doen dit zonder eerst de factoren te begrijpen die tot bepaalde gedragingen leiden. Sommige kinderen lijden namelijk onder stress. Ze komen uit gebroken gezinnen of hebben hechtingsproblemen.
We willen beginnen met vooraf te vermelden dat dit een heel gevoelige kwestie is. Voor beroepskrachten in de gezondheidszorg is het een gevoelig thema.
Tegelijkertijd is het ingewikkeld voor de families met kinderen die de diagnose ADHD gekregen hebben. Eerst en vooral zijn er vele psychologen, psychiaters en neurologen die geloven dat aandachtsstoornissen met of zonder hyperactiviteit niet bestaan.
Dit gedragssyndroom vertegenwoordigt een uitgebreid spectrum van uitingsvormen. Volgens Murphy en Gordon (1998) treft het 2% tot 5% van alle kinderen. Het kan tot uiting komen voor de leeftijd van 17 jaar.
Als het niet op de juiste manier gediagnosticeerd en behandeld wordt, dan is de kans heel groot dat deze kinderen als volwassenen last kunnen krijgen van angststoornissen of zelfs van een depressie.
Sinds de 19e eeuw zijn we al bekend met de vroegtijdige gevallen van hyperactieve en impulsieve kinderen met aandachtsproblemen.
De Britse kinderarts Sir George Frederic Still (1868 – 1941) was de eerste persoon die deze aandoening beschreven heeft. Tot op de dag van vandaag blijven klinische psychologen en psychiaters het bestaan van ADHD verdedigen.
Er is echter iets dat ze bovenal beklemtonen: het belang van een juiste diagnose.
Hyperactieve kinderen hebben niet altijd ADHD
Sommige zenuwachtige kinderen vertonen uitdagend, gewelddadig en verstorend gedrag op school. Er zijn echter ook kinderen die rusteloos zijn. Deze kinderen zijn dan niet in staat om hun volledige cognitieve potentieel aan te tonen. Dat komt omdat de omstandigheden in de klas niet aangepast zijn aan hun opvoedingsbehoeften.
We hebben hier dus twee heel verschillende werkelijkheden. Die kunnen we niet op dezelfde manier klasseren onder de term ADHD. Niet alle leerlingen die lui, onhandelbaar, storend of vatbaar voor woedeaanvallen zijn, vallen namelijk onder dezelfde categorie. Deze kinderen zouden geweldige voordelen halen van een specifiek leerprogramma dat aangepast is aan hun gedragssyndroom.
Andere kinderen hebben echter andere vormen van hulp nodig. In sommige gevallen kan er bij hyperactieve kinderen sprake zijn van een soort achterliggend trauma.
Het kan bijvoorbeeld te maken hebben met omgevingen van misbruik, chaos of gebroken families. In deze gevallen zullen aanpassingen aan het lesprogramma of medicatie dus niet kunnen helpen.
Een beroemd onderzoek
Nicole Brown is een kinderpsychiater die in het John Hopkins-ziekenhuis in Baltimore werkt. Verschillende soorten media hebben haar bijzondere studie met een heel specifiek doel gepubliceerd. Ze wilden namelijk bewustwording creëren voor de nood aan meer precieze, gevoelige en geschikte diagnoses.
Op een jaarlijkse bijeenkomst van de Pediatric Academic Societies heeft Dr. Brown de informatie voorgesteld die ze verzameld had.
Ze vermeldde dat vele kinderen die de diagnose ADHD gekregen hadden, niet hyperactief waren. Eigenlijk waren deze kinderen overdreven waakzaam en gestrest. Ze vertoonden met andere woorden tekenen van een trauma.
In die gevallen kunnen gedragstherapie en stimulerende middelen niet werken. Deze situaties waren dus delicater. Ze ontdekte ook dat de oorzaken van de hyperactiviteit bij deze kinderen niets anders waren dan disfunctionele families of traumatische gebeurtenissen waaronder deze kinderen op een bepaald moment geleden hadden.
Het belang van een juiste diagnose
De artsen Marc Ferrer, Oscar Andión en Natalia Calvo hebben ook een interessant onderzoek uitgevoerd. Hun doelstelling was om bij volwassenen een onderscheid te kunnen maken in de symptomatologie van trauma, borderline-persoonlijkheidsstoornissen en ADHD.
We weten dat een trauma gedragingen kan veroorzaken die lijken op hyperactiviteit. Wanneer het kind opgroeit en volwassen wordt, dan zijn de effecten van een trauma veel nadeliger.
- Het is dus essentieel om dit soort realiteiten in een vroeg stadium vast te stellen.
- Verstrooid, impulsief en zenuwachtig gedrag zijn niet altijd tekenen van ADHD. Dit is iets wat leraren en iedereen die dagelijks met kinderen werkt, moeten weten.
- Bij hyperactieve kinderen is er soms sprake van tegenslag, familiaal lijden en stress in de kindertijd.
- Goede beroepskrachten, kinderpsychiaters en klinische psychologen weten dus dat ze ook de familie van een kind en de complexe omgeving waarin ze leven, moeten onderzoeken.
We moeten eveneens op nog een ander belangrijk aspect wijzen. Ouders van kinderen die op de juiste manier de diagnose ADHD gekregen hebben, weten dat zij niet verantwoordelijk zijn voor dit syndroom.
Ze hebben echter een moeilijk proces in het vooruitzicht. Met de hulp van de school moeten ze aan de specifieke behoeften van het hyperactieve kind voldoen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Ferrer, M., Andión, Ó., Calvo, N., Ramos-Quiroga, JA, Prat, M., Corrales, M., y Casas, M. (2017). Diferencias en la asociación entre el historial de trauma infantil y el trastorno límite de la personalidad o el diagnóstico de trastorno por déficit de atención / hiperactividad en la edad adulta. Archivos Europeos de Psiquiatría y Neurociencia Clínica, 267(6), 541–549. https://doi.org/10.1007/s00406-016-0733-2
- Ladnier, RD, y Massanari, AE (2000). Tratar el TDAH como trastorno de hiperactividad por déficit de apego. En TM Levy & TM Levy (Ed) (Eds.), Manual de intervenciones de apego.(pp. 27-65). Prensa Académica. https://doi.org/10.1016/B978-012445860-4/50003-4