Het verhaal van de lobotomie, een uitvinding van Egas Moniz
De lobotomie is één van de meest omstreden methoden uit de geschiedenis van de geestelijke gezondheid. Egas Moniz heeft deze techniek in de jaren 30 “uitgevonden.” De lobotomie werd toen over de hele wereld populair. Overal voerde men tot de jaren 50 lobotomieën uit. Op dat moment raakte het in onbruik omdat de effecten onvoorstelbaar waren en er ook ernstige bijwerkingen waren.
De lobotomie is een chirurgische ingreep waarbij men de verbindingen tussen één of twee hersenkwabben dóórsnijdt. Het scheidt de prefrontale cortex van de andere hersendelen. De ingreep staat ook bekend als een “leucotomie.”
Egas Moniz was niet de eerste die dit type techniek uitprobeerde. In 1890 voerde de arts Gottlieb Burkhardt zes chirurgische ingrepen van dit type uit. Twee van de patiënten overleden. Hij zette dus zijn onderzoeken stop. Aan het einde van de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw zorgde de lobotomie overal ter wereld voor talrijke slachtoffers.
“Leer alle theorieën kennen. Beheers alle technieken maar als je een menselijke ziel raakt, wees dan gewoon ook een andere menselijke ziel.”
Het bedenkelijke onderzoek van Egas Moniz over de lobotomie
Egas Moniz was een neuroloog en professor aan de Universiteit van Lissabon. In 1935 startte hij zijn eigen “onderzoek” over de lobotomie. We zetten het woord “onderzoek” tussen aanhalingstekens omdat hij chirurgische ingrepen uitvoerde op een chimpansee. Toen hij vaststelde dat het dier volgzamer werd, leidde hij af dat het ook kon toegepast worden op menselijke wezens.
Tientallen jaren heeft men deze “onwetenschappelijke” methode in twijfel getrokken. Maar geen enkele serieuze onderzoeker kan op basis van één enkel geval de gevolgtrekkingen op alle gevallen en alle patiënten toepassen. Het is waar dat eenmalige onderzoeken van grote waarde voor de wetenschap kunnen zijn. Dit geldt vooral voor zeldzame aandoeningen of om ruimere onderzoeksgebieden te openen. Maar een onderzoek als dit kan je niet veralgemenen als de besluiten niet stevig genoeg zijn.
En in dit geval was er iets dat de veralgemening zelfs nog meer tegenhield. De lobotomie was op een primaat uitgevoerd en niet op een menselijk wezen. Toch won Egas Moniz voor zijn “uitvinding” in 1949 de Nobelprijs voor Geneeskunde.
Egas Moniz werkte samen met nog een andere neuroloog, Almeida Lima. De twee voerden samen de eerste lobotomieën uit. De procedure bestond erin dat men twee gaatjes in de schedel van de patiënt maakte. Daarna spoot men alcohol in de hersenschors in om dat hersendeel te doden. Hij en zijn partner evalueerden na de operatie de vooruitgang bij de patiënten. Het hoeft niet te verbazen dat ze bij elk geval vooruitgang vaststelden.
De verdere toepassing van de lobotomie
Zodra Egas Moniz begon zijn uitvinding in Europa bekend te maken, begonnen neurologen overal zijn toepassing te kopiëren. De beroemdste onder hen was Walter Freeman. Deze man was niet echt een chirurg. Toch ontwikkelde hij een techniek die bekend raakte als de “ijspriemlobotomie.”
Deze Amerikaanse arts kwam tot de ontdekking dat hij via de ogen gemakkelijker toegang kon krijgen tot bepaalde hersendelen. Hij bracht via de ogen een instrument in dat leek op een ijspriem. Daarna “roerde hij een beetje” en raakte op die manier bij de hersenen. In slechts vijf minuten kon hij een lobotomie uitvoeren.
De impact van de “industrialisatie” van deze techniek was zo groot dat Freeman het aanbod lanceerde om de dienst “aan huis” te leveren. Hij had een busje dat hij de “Lobotomobiel” noemde. In dit busje toerde hij rond in de Verenigde Staten en voerde links en rechts lobotomieën uit. Hij gebruikte het voor allerlei soorten psychologische problemen. Men schat dat er in die jaren wereldwijd tussen 40.000 en 50.000 patiënten een lobotomie ondergingen.
Wanneer werd een lobotomie voorgeschreven?
Veel patiënten die een lobotomie ondergingen, overleden. Anderen leden aan ernstige hersenbeschadiging. Soms was deze beschadiging onmiddellijk zichtbaar. Maar in andere gevallen trad ze pas jaren later op. Een groot deel van hen kwam uiteindelijk in een vegeterende toestand terecht. Anderen leden aan cognitieve regressie. Toch bleef men deze techniek toepassen. De reden was dat de symptomen bij één derde van de patiënten verbeterden.
De bedoeling van de lobotomie was niet om geestelijke ziekten te genezen. Het doel van Moniz was de patiënt “kalmeren.” Men voerde de lobotomie bij mensen met angstgevoelens, obsessieve-compulsieve stoornissen en suïcidale depressie toe. De wreedheid van deze techniek was dus heel duidelijk. Chirurgen deden de ingreep bij veel schizofrene patiënten. Maar vooral deze mensen vertoonden geen enkele verbetering.
Wat de lobotomie eigenlijk doet, is de patiënten afsnijden van de wereld. Dat is de reden waarom zij “rustiger werden.” Vele mensen keken hoopvol naar de toepassing van de lobotomie. Want in die tijd leefden patiënten met mentale problemen als gevangenen in geestelijke gestichten en psychiatrische ziekenhuizen. Zelfs vandaag de dag is dit op sommige plaatsen nog steeds het geval. De lobotomie maakte het voor velen van die patiënten mogelijk om vrijgelaten te worden.
In de jaren 50 begon de lobotomie in onbruik te raken. Dat kwam door de uitvinding van “Thorazine,” het eerste antipsychoticum. Interessant om weten is dat de uitvinder van dit medicijn het een “chemische lobotomie” noemde. In de jaren 70 verboden de meeste landen de toepassing van de lobotomie. We weten echter dat sommige lobotomieën tegenwoordig nog in het geheim uitgevoerd worden.
Recentere nieuwsberichten melden dat een groep burgers eist dat Egas Moniz de Nobelprijs voor Geneeskunde ontnomen wordt. Want zij vinden dat zijn “verwezenlijking” de mensheid meer schade dan goede dingen toegebracht heeft.