Drie benaderingen voor de studie van persoonlijkheid
Burhams zin “iedereen weet wat persoonlijkheid is, maar niemand kan het in woorden uitdrukken” beschrijft een van de grootste problemen in de studie van dit psychologische construct. Als we op zoek gaan naar één definitieve wetenschappelijke verklaring van wat het is, zullen we zien dat bijna elke auteur een ander idee heeft.
Desalniettemin zijn we in staat om persoonlijkheid ruim te definiëren als een constructie die eigenschappen omvat die het gedrag van mensen bemiddelen.
Er zijn verschillende methodologische problemen gerezen met betrekking tot de studie van persoonlijkheid. De belangrijkste waren het creëren van instrumenten die het kunnen meten en een duidelijke focus om mee te beginnen.
In dit artikel gaan we het hebben over de verschillende benaderingen of modellen die zijn aangenomen bij onderzoek op dit gebied. Dit zijn de internalistische, situationistische en interactionistische benaderingen.
De internalistische benadering
Deze theoretische benadering beschouwt de persoon als een actief wezen en een fundamentele determinant van hun manifeste gedrag. Het bestudeert de persoonlijke variabelen van het individu. Daarom is het in dit model belangrijk om de persoonlijkheidskenmerken van elke persoon te kennen.
Omdat het een personalistisch model is, kunnen we afleiden dat het ook stabiel en consistent is. Dit betekent dat, volgens de theoretici van de benadering, de persoonlijkheid in de loop van de tijd en in verschillende situaties behouden blijft.
Op deze manier kunnen we, als we de eigenschappen van een persoon kunnen isoleren, hun toekomstig gedrag voorspellen. Uit deze aanpak is een veelvoud aan testen ontstaan. Ze proberen persoonlijkheid of zijn eigenschappen te meten. Een voorbeeld hiervan is de Big Five Inventory (BFI).
Gezien de huidige wetenschappelijke gegevens wordt dit model echter vaak als achterhaald en onrealistisch beschouwd. Dat komt omdat we ons nu realiseren dat mensen hun gedrag veranderen afhankelijk van hun context. Je gedraagt je bijvoorbeeld niet op dezelfde manier als je bij familie bent, op je werk of bij vrienden.
Bovendien is het heel moeilijk om de persoonlijkheid van een individu te groeperen in een paar stabiele factoren die hun openlijke gedrag voorspellen. Gegevens verkregen uit persoonlijkheidstests tonen ons in feite meer het zelfconcept van de proefpersoon dan hun persoonlijkheid.
Persoonlijkheid is in feite te complex en kan niet worden vereenvoudigd tot louter persoonlijke variabelen. Om deze reden moeten we grondige persoonlijkheidsstudies uitvoeren om de diepte ervan echt te begrijpen.
De situationistische benadering
In tegenstelling tot de vorige benadering, begrijpt deze de persoon als een passief subject dat reageert op zijn context. Het is inderdaad van mening dat situationele variabelen het gedrag van een individu beïnvloeden. In dit model doen de eigenschappen en kwaliteiten van een persoon er niet toe. De grootste betekenis wordt aan de situatie toegekend.
Dit model is gebaseerd op de aanname dat al het gedrag aangeleerd is. Daarom moeten de leerprocessen waarmee we nieuwe manieren van handelen verwerven, worden bestudeerd. Vanaf hier komt de stimulus-responsbenadering. Dit is heel typerend voor behavioristische paradigma’s. Om het te ontwikkelen, gebruiken onderzoekers een experimentele en zeer positivistische methodologie.
De situationistische benadering is realistischer als het gaat om het zien van de instabiliteit en specificiteit van de persoonlijkheid. Het heeft echter de neiging in de val te lopen van buitensporig reductionisme. Dit betekent dat alle persoonlijke variabelen buiten beschouwing worden gelaten.
Toch is de houding van een proefpersoon uiteraard van invloed op hun gedrag. Als dit niet het geval was, zouden alle mensen zich op dezelfde manier gedragen in dezelfde situatie.
De interactionistische benadering
In een poging om de twee voorgaande perspectieven te verenigen en hun fouten op te lossen, werd het interactionistische model van persoonlijkheid ontwikkeld.
Vanuit dit paradigma begrijpen we dat gedrag wordt bepaald door de interactie tussen de persoonlijke en situationele variabelen van het onderwerp. In feite suggereert het dat persoonlijkheid het product is van de interactie van het onderwerp met hun context.
Vanuit de interactionistische benadering wordt de persoon gezien als een actief subject dat zijn wereld observeert en bouwt vanuit zijn eigen perceptie en manier van handelen. Inderdaad, de interactie van persoonlijke variabelen met de situatie waarin het individu is ondergedompeld, is wat het ene of het andere gedrag triggert. We moeten echter rekening houden met twee aspecten:
- Wanneer we spreken over persoonlijke variabelen, verwijzen we naar de cognitieve factoren van het individu.
- Als we het over de situatie hebben, verwijzen we naar de individuele perceptie van het onderwerp van hun context, niet naar de objectieve kenmerken ervan.
Daarom vinden we met het interactionistische model er een die de beperkingen van de vorige twee overwint. Het probleem met de interactionistische benadering van de studie van persoonlijkheid is echter dat het ons een realiteit laat zien die moeilijk te onderzoeken is.
Dit komt omdat het ons vertelt dat gedrag het product is van ontoegankelijke cognitieve factoren en de constructie van een ondoordringbare context. Toch is het ongetwijfeld een buitengewoon interessant model voor de studie van persoonlijkheid.