De ziekte van Alzheimer: advies en hulp voor familieleden
In dit artikel willen we het hebben over de ziekte van Alzheimer, waarbij we ons richten op de fasen en hoe je een aantal symptomen kunt herkennen die erop wijzen dat iemand aan deze aandoening lijdt. Daarnaast bieden we een aantal richtlijnen om je te helpen zo goed mogelijk met de situatie om te gaan.
De fasen van de ziekte van Alzheimer
Volgens de Spaanse Alzheimer Stichting heeft een Alzheimerpatiënt gemiddeld tussen de tien en twaalf jaar te leven nadat de diagnose is gesteld.
De ziekte van Alzheimer heeft een langzame maar progressieve ontwikkeling, waarbij de autonomie van de persoon geleidelijk afneemt totdat hij of zij volledig afhankelijk wordt.
Als de ziekte eenmaal begint, kunnen er verschillende moeilijkheden en twijfels ontstaan. Bovendien moet de hele omgeving van de zieke worden gereorganiseerd om elke vorm van schade te voorkomen en het omgaan met gecompliceerde situaties te vergemakkelijken.
Er zijn in principe drie stadia in de ontwikkeling van de ziekte van Alzheimer
Vroege (milde) fase
Deze fase wordt gekenmerkt door het feit dat de patiënt alledaagse dingen vergeet, zoals afspraken, familienamen, rekeningen betalen, enz. Ze hebben de neiging om stemmingswisselingen te hebben en kunnen boos worden als ze zich hun fouten realiseren. Ze hebben ook de neiging om zich in zichzelf terug te trekken en worden minder sociaal.
Daarnaast beginnen ze communicatieproblemen te ervaren. Ze kunnen bijvoorbeeld niet de juiste woorden vinden of zijn niet in staat om een gesprek goed te volgen. Over het algemeen gaat het in deze fase nog goed met de patiënt, blijft hij of zij adequaat redeneren en kan hij of zij zonder problemen het dagelijkse leven leiden, inclusief werken.
Midden (matig) stadium
In deze fase gaat het geheugen van de persoon sterk achteruit. Ze vergeten recente gebeurtenissen en hoewel ze zich het verleden herinneren, slagen ze er soms niet in om gebeurtenissen in de juiste volgorde te plaatsen. Ze vragen vaak naar overleden familieleden en ze ervaren hallucinaties en bepaalde angsten.
Ze zijn meestal ook agressief. Ze spreken steeds minder, hebben een verminderde woordenschat en hebben de neiging om dezelfde zinnen te herhalen. Daarnaast hebben ze moeite met het coördineren van hun bewegingen, zoals het vastmaken van knopen en het vasthouden van bestek. Ze vallen vaak en botsen tegen dingen op. In feite wordt hun dagelijks leven steeds moeilijker.
Late (ernstige) fase
In deze fase is de patiënt volledig afhankelijk van de mensen die voor hem zorgen. Ze zijn hun geheugen volledig kwijt en kunnen geen onderscheid meer maken tussen het verleden en het heden.
Ze herkennen hun kinderen, echtgenoot of de rest van hun familie niet. Hun stemmingen zijn extreem onvoorspelbaar. Ze praten niet meer, ze brabbelen alleen nog maar onverstaanbaar. Bovendien zijn ze niet in staat om iets te doen. In feite brengen ze de meeste tijd in bed door.
Vroege diagnose
Zo snel mogelijk naar de dokter gaan is essentieel. Op die manier kunnen de juiste richtlijnen worden gevolgd met betrekking tot het verlies van autonomie van de patiënt. Er kan ook een geschikte behandeling worden gekozen.
Bovendien moeten de familieleden zoveel mogelijk informatie krijgen, zowel over de prognose en de evolutie van de ziekte, als over de gewoonten of aanbevelingen die ze moeten volgen.
Advies om met een Alzheimerpatiënt om te gaan
- Houd je aan dezelfde routine.
- Scheld ze niet uit.
- Vat niets verkeerd op van wat ze zeggen of doen. Hun fouten zijn het product van hun ziekte.
- Maak nooit ruzie met ze. Probeer kalm te blijven.
- Prijs ze voor hun prestaties. Moedig ze aan en leer ze, maar breng ze nooit in verlegenheid. Help ze met hun eigenwaarde. Laat bijvoorbeeld een klein geldbedrag achter dat ze zelf kunnen beheren en betrek ze bij familiebijeenkomsten en -gesprekken, enz.
- Laat ze hun eigen ritme aannemen.
- Toon hen genegenheid.
Zorg voor jezelf
Het is heel belangrijk dat je je ervan bewust bent dat, als je de verzorger bent van iemand met de ziekte van Alzheimer, je voor jezelf moet zorgen.
Steun daarom op de mensen om je heen. Praat over hoe je je voelt en hoe hun ziekte je beïnvloedt en gun jezelf wat vrije tijd. Deze maatregelen zijn essentieel. Onthoud dat als je hun steun moet zijn, je zelf ook gezond moet zijn.
Er is tot op heden geen duidelijk antwoord op de vraag of Alzheimer voorkomen kan worden of niet. Lichaamsbeweging en dieet, het onderhouden van sociale banden en intellectuele mentale activiteit kunnen echter in sommige gevallen helpen om het begin en de progressie van de ziekte te vertragen.