De verschillen tussen multiple sclerose en ALS
Multiple sclerose (MS) is een auto-immuunziekte die de hersenen en het ruggenmerg aantast, met andere woorden, het centrale zenuwstelsel (CZS). Het is dus een neurologische ziekte. Bovendien lijden miljoenen mensen over de hele wereld eraan.
Maar amyotrofische laterale sclerose (vanaf nu ALS) is een degeneratieve ziekte van het neuromusculaire type, waarbij de motorische neuronen worden vernietigd. De incidentie is vier gevallen per 100.000 mensen per jaar. Beide zijn neurologische ziekten. Toch zijn er verschillen tussen multiple sclerose en ALS. We bespreken ze hieronder.
De verschillen tussen multiple sclerose en ALS
Er blijken veel verschillen te zijn tussen multiple sclerose en ALS. In dit artikel noemen we er acht, hoewel er nog meer kunnen zijn.
Symptomen bij multiple sclerose en ALS
Hoewel er bij het begin van beide ziekten gemeenschappelijke symptomen kunnen optreden (spierzwakte en stijfheid, moeite met het bewegen van de ledematen, motorische incoördinatie, enz.
Wanneer multiple sclerose voor het eerst optreedt, ervaren patiënten meestal de volgende symptomen: tintelingen, onvast lopen en ataxie. Naarmate de ziekte voortschrijdt, treden emotionele en cognitieve verschijnselen op (angst, depressie en geheugenstoornissen). Deze symptomen kunnen per patiënt sterk verschillen.
In het geval van ALS verschijnen de symptomen meestal niet op cognitief niveau. Aan de andere kant verschijnen er wel veel motorische symptomen. Deze verminderen geleidelijk de controle over vrijwillige bewegingen.
Patiënten verliezen ook kracht in hun armen en benen. In de laatste stadia van de ziekte krijgen ze ook problemen met spreken, slikken en ademhalen.
Oorzaken
Elk van de aandoeningen lijkt een andere oorzaak te hebben. In het geval van multiple sclerose is de precieze oorzaak niet bekend. Het wordt echter erkend als een auto-immuunziekte.
Er wordt ook melding gemaakt van de mogelijke werking van een onbekend virus of ziekteverwekker, die ervoor kan zorgen dat het immuunsysteem de myeline gaat aanvallen. Dit is de stof die de zenuwvezels van het zenuwstelsel bedekt en beschermt. Aan de andere kant worden oligodendrocyten, een ander type zenuwcel, ook vernietigd.
In het geval van ALS is de oorzaak ook niet bekend. De gevolgen zijn echter anders, omdat de aanval niet plaatsvindt op de myeline, maar op de motorische neuronen. Deze cellen regelen de vrijwillige bewegingen. Bij ALS leiden de laatste stadia van de ziekte tot spieramyotrofie, omdat de zenuwimpulsen niet kunnen worden doorgegeven aan de spieren van het lichaam.
Incidentie
Er is een verschil in de incidentie van multiple sclerose en ALS. In de VS lijden ongeveer 400.000 mensen aan multiple sclerose, vergeleken met 20.000 mensen die ALS hebben. Multiple sclerose komt dus vaker voor dan ALS.
Begintijd en geslacht
Multiple sclerose treedt meestal veel eerder op dan ALS. De beginleeftijd ligt meestal tussen de 20 en 40 jaar. De gemiddelde leeftijd waarop het zich ontwikkelt is 29 jaar. ALS treedt echter meestal later op, tussen de 40 en 70 jaar.
Wat betreft het geslacht: multiple sclerose komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, terwijl ALS meer bij mannen voorkomt. De reden? Het is niet precies bekend waarom.
Erfelijkheid
Het is niet bewezen dat multiple sclerose erfelijk is. Toch is bekend dat het hebben van een familielid met dezelfde ziekte een risicofactor is om eraan te lijden, vooral bij eerstegraads familieleden, zoals ouders of broers en zussen.
In het geval van ALS is bekend dat tien procent van de gevallen verband houdt met een mutatie van een gen dat van de ouders wordt geërfd.
Behandelingen
Een ander verschil tussen de twee ziekten zijn de behandelingen. Hoewel er geen behandeling is die beide aandoeningen geneest, zijn er wel behandelingen die de symptomen en de levenskwaliteit van patiënten verbeteren.
Bij multiple sclerose zijn er tot nu toe alleen effectieve behandelingen goedgekeurd voor mensen met de relapsing-remitting variant. Bij de primair progressieve variant zijn er geen effectieve behandelingen. Er zijn echter hypotheses over behandeling met corticosteroïden zoals dexamethason.
Wat betreft de behandelingen die effectief zijn gebleken, worden meestal drie interferonen gebruikt: Avonex, Betaferon en Rebif. Copaxone (reeks polypeptiden), Mitoxantrone (immunosuppressivum) en Natalizumab (monoklonaal antilichaam) worden ook gebruikt.
In het geval van ALS is er momenteel maar één gecommercialiseerd geneesmiddel. Dit is Riluzole. Het bestaat uit een glutamaatblokker die voorkomt dat neuronen door deze stof worden vernietigd. Wat betreft andere soorten behandelingen (psychologisch, fysiotherapeutisch, logopedie) zijn er voor beide ziekten verschillende opties.
Lees ook dit artikel: Een functionele neurologische stoornis (FND)
Ziekteverloop
Hoe verloopt elk van deze ziekten? Is dit nog een van de verschillen tussen multiple sclerose en ALS? Het antwoord is ja. In feite heeft 85 procent van de patiënten met multiple sclerose een relapsing-remitting beloop (met specifieke uitbraken die remiteren, waardoor enig [volledig of gedeeltelijk] herstel mogelijk is).
De symptomen die bij elke uitbraak optreden duren 24 tot 72 uur, maar stabiliseren zich daarna. Toch is het de moeite waard om hier te vermelden dat er mensen zijn die jaren kunnen doorgaan zonder uitbraken te krijgen.
Aan de andere kant lijdt tot 50 procent van de patiënten met multiple sclerose aan de zogenaamde “secundair progressieve vorm van de ziekte,” met een langzaam en sluipend verloop na tien tot vijftien jaar. Tot slot vertoont 15 procent van de gevallen de zogenaamde “primair progressieve vorm,” wat een langzame en progressieve verslechtering van de ziekte inhoudt.
Dit verschilt echter sterk in het geval van ALS, omdat het verloop altijd progressief is (niet zoals bij multiple sclerose, waarbij flare-ups optreden). De snelheid van deze verslechtering kan echter per persoon sterk verschillen.
Sterfte en ernst
Als we kijken naar de symptomen en sterfte die gepaard gaan met ALS, in vergelijking met multiple sclerose, kunnen we zeggen dat ALS veel ernstiger is. De levensverwachting van een lijder is meestal slechts drie tot vijf jaar na de diagnose. Dit is echter niet altijd het geval. Kijk maar naar Stephen Hawking bijvoorbeeld.
In het geval van multiple sclerose is dit niet per se een dodelijke ziekte, hoewel veel patiënten vaak merken dat hun levenskwaliteit sterk afneemt. Hun levensverwachting is echter normaal.
Verschillende ziekten, verschillende realiteiten
Multiple sclerose en ALS zijn totaal verschillende ziekten, ook al tasten ze allebei het centrale zenuwstelsel (CZS) aan. Maar de realiteit van beide en nog meer de realiteit van elke persoon die ermee leeft, verschilt aanzienlijk. Het verschil kennen is noodzakelijk, vooral als je een patiënt kent en wilt helpen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Bogaert, E.; C. d’Ydewalle, L. Van Den Bosch (21 de abril de 2010). «Glutamate excitotoxicity and amyotrophic lateral sclerosis». CNS & Neurological Disorders Drug Targets.
- Kinsley, L., y Siddique, T. (2001) Amyotrophic Lateral Sclerosis Overview. GeneReviews. 1-27.
- OMS (Organización Mundial de la Salud).
- Rubin, S.M. (2013). Management of multiple sclerosis: an overview. Dis Mon.;59(7):253-260.