De mythe van Charon: bootsman van de onderwereld
De mythe van Charon vertelt over een van de meest raadselachtige personages in de Griekse mythologie. Hij was de veerman van de onderwereld. Zijn missie was om de zielen van de overledenen naar Hades te brengen, waar ze voor eeuwig zouden blijven.
Charon wordt beschreven als een haveloze en onverzorgde oude man, met een gematteerde witte baard. Zijn gezicht was grimmig en somber en zijn karakter zuur. De mythe over Charon beweert dat hij zijn roestige en bouwvallige boot voortduwde met behulp van een paal.
Charon maakte zijn reis door de rivier Aqueronte, wat ‘rivier van pijn’ betekent. Zijn werk was eindeloos en routineus, vandaar zijn norse karakter. De enige dingen die hem uit zijn eindeloze routine haalden, waren de uitzonderlijke situaties waarin levende mensen de onderwereld in wilden. Dit gebeurde met Hercules en Orpheus. Voor de rest van de tijd was zijn activiteit een eeuwige herhaling van hetzelfde.
“Je zult de grenzen van de ziel niet ontdekken door te reizen, zelfs niet als je over alle denkbare paden dwaalt, zo diep is haar verhaal. “
De oorsprong van de mythe van Charon
De mythe van Charon vertelt dat de veerman uit de onderwereld de zoon was van Nyx en Erebos. Bovendien was hij zo lang geleden geboren dat niemand zich hem herinnerde. Nyx was de godin van de nacht. Ze was begiftigd met zo’n overweldigende schoonheid dat zelfs Zeus haar vreesde. Ze was de dochter van Chaos en was aanwezig geweest bij de schepping van het universum.
Erebuswas de god van de duisternis en de schaduwen. Hij heerste over de diepe nevels die de uiteinden van de Aarde omringden en was aanwezig in al het ondergrondse. Hij was de broer van Nyx en verwekte bij haar twee kinderen: Ether, de helderheid en lichtkracht, en Hemera, de dag.
Volgens de mythe van Charon verwekte Nyx de andere kinderen zelf, zonder tussenkomst van haar broer en echtgenoot Erebo. Zo werden de broers en zussen van de veerman geboren, zij waren:
- Moros (Bestemming)
- Ker (Gewelddadige Dood)
- Thanatos (Dood)
- Hypnos (Slaap)
- Geras (Ouderdom)
- Oizys (Ellende)
- Apate (Bedrog)
- Nemesis (Wraak)
- Eris (Tweedracht)
- Philotes (Genegenheid)
- Momus (Spot)
- de Hesperiden (Dochters van de Avond)
- de Oneiros (Dromen)
- de Keres (Doodgeesten)
- de Fates (Bestemming)
Charon de bootsman
De mythe van Charon beweert dat de naam van dit personage ‘scherpe blik’ betekent, verwijzend naar flitsende of koortsige ogen. Er wordt gezegd dat het de ogen van mensen voorstellen, een seconde of zo voordat ze sterven. Ze zouden ook kunnen verwijzen naar de boze en opvliegende aard van Charon, zoals die vaak in de literatuur wordt afgebeeld.
De mythe beweert dat degenen die hem opriepen om zijn plicht te doen de schikgodinnen waren, zijn zussen. Zij riepen bij hem een woedend ongeduld op als iemand op het punt stond te sterven.
Het was dan dat Charon aan de kust wachtte op de zielen van de onlangs overledenen. Ze konden echter niet allemaal Acheron, de rivier van rampspoed, oversteken. Bovendien moesten ze voor hun overtocht betalen met een munt.
Hoewel vaak wordt gezegd dat Charon zielen over de rivier de Styx vervoerde, verwijzen de meeste bronnen naar Acheron.
Dit was de reden waarom de Grieken hun doden begroeven met een munt, de obolus, onder hun tong. Het was de betaling die ze aan de veerman moesten geven om hen naar Hades te brengen. Als ze geen munt hadden, of ze waren op een ongeschikte manier begraven, waren ze gedoemd om te blijven leven als geesten die bekend staan als de rusteloze doden.
Charon en Hades
De mythe van Charon vertelt dat slechts twee personages erin slaagden om de reis naar Hades te maken zonder daarbij te sterven. Een van hen was Hercules. Charon vervoerde hem naar de onderwereld, zonder echt te weten waarom en zonder betaling te vragen. Daarom straften de goden hem en moest hij een jaar de gevangenis in.
De andere sterveling die de oversteek kon maken was Orpheus. Hij slaagde erin Charon te betoveren met de magie van zijn muziek en zijn wil te buigen. Charon liet ook de godin Psyche, die de ziel vertegenwoordigde, passeren door de trucjes die zij gebruikte om hem te verwarren.
Hoewel Charon alleen de rivier Acheron overstak, had hij ook het recht om andere rivieren van de onderwereld te bevaren, zoals Cocytus, de rivier van klaagzangen, Phlegethon, de rivier van vuur, Lethe, de rivier van vergetelheid, en Styx, de rivier van haat.
Charon in literatuur en kunst
Volgens de World History Encyclopedia werd Charon voor het eerst genoemd in het gedicht “Minyas,” rond de 6e eeuw voor Christus. Hij verscheen ook in Griekse werken, zoals Aristophanes’ “Frogs,” en in Romeinse werken, zoals Vergilius’ “Aeneis” en Lucianus’ Dialogen van de Doden.
De vroegste afbeelding van de veerman van Hades was te zien op grafvazen uit de 4e en 5e eeuw. Afbeeldingen zijn ook te zien in de Kinidian Lesche in Delphi, in Etruskische kunst en op sarcofagen.
Zowel in de literatuur als in de kunst draagt dit mythologische personage altijd een hoed en drijft hij de boot voort met een roeispaan. Op de voorkant heeft het schip een getekend oog dat bescherming biedt tegen boze geesten.
Conclusie
De mythe van Charon is een van de meest raadselachtige in de Griekse mythologie. Zijn figuur is op verschillende manieren afgebeeld. De bekendste voorstelling is echter die van een haveloze en bebaarde oude man die zijn boot met een paal bestuurt.
Zijn rol als veerman en vervoerder van zielen naar de onderwereld betekent dat hij een uiterst belangrijk mythologisch personage is. Zo belangrijk dat er zelfs vandaag de dag nog over hem wordt gesproken als symbool van de dood en de reis naar het hiernamaals.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Cartwright, M. (2021). Charon. World History Encyclopedia. Consultado el 05 de mayo 2023. https://www.worldhistory.org/Charon/
- De Velasco, F. P. D. (1988). El origen del mito de Caronte. Investigación sobre la idea del paso al más allá en la Atenas clásica [Tesis Doctoral, Universidad Complutense de Madrid]. Archivo digital. https://dialnet.unirioja.es/servlet/tesis?codigo=150309
- Goñi, C. (2008). Las narices de los filósofos: una historia de la filosofía a través de 50 pensadores esenciales. Ariel. https://www.google.es/books/edition/Las_narices_de_los_fil%C3%B3sofos/3SouuTZlFUoC?hl=es&gbpv=0
- Herrera Valenciano, M. (2019). El mundo de los muertos en la Eneida: un lugar de ejemplos. Humanidades, 9(2), 1–27. https://doi.org/10.15517/h.v9i2.37658
- González Zymla, H. (2021). La iconografía de Thanatos, el dios muerte en el arte griego, y la percepción de lo macabro desde la sensibilidad clásica. Eikón Imago, 10, 107–128. https://doi.org/10.5209/eiko.74140
- Aristófanes. (2021). Las ranas. Greenbooks Editore. https://www.google.es/books/edition/Las_ranas/qHshEAAAQBAJ?hl=es&gbpv=0
- Hörl, S. G. (2006). La enunciación en los Diálogos de los Muertos de Luciano Samósata. Stylos, 15. https://repositorio.uca.edu.ar/handle/123456789/3991