De legende van de Toh: een les in bescheidenheid
De legende van de Toh is een verhaal dat de Maya’s jarenlang onderling gedeeld hebben. Mede met behulp hiervan wilden ze jonge mensen het belang van bescheidenheid, behulpzaamheid en vriendelijkheid aan anderen leren.
De Toh zou een inmiddels uitgestorven vogel zijn. Deze leefde alleen in afgezonderde plekken zoals grotten en andere donkere hoekjes. Zijn gezang was geheel uniek en zijn staart was zijn meest herkenbare kenmerk.
Deze staart was felgekleurd en leek haast te gloeien in het zonlicht. Bovendien kon het net als een pendulum op hypnotische wijze heen en weer zwaaien. Men kan wel stellen dat deze vogel erg verschilt van de rest van de vogels in deze regio, vooral vandaag de dag.
De legende van de Toh gaat als volgt: lang geleden maakte de Toh deel uit van het natuurlijk koningshuis. In die tijd had hij een lange, kleurrijke staart. Hij was zo’n mooie vogel, dat iedereen hem als een superieur wezen zag. Elk ander dier bewonderde zijn prachtig gevederte en respecteerde hem enorm.
De legende van de Toh
Volgende legende van de Toh was deze vogel zodanig prachtig en bewonderenswaardig dat hij ontzettend arrogant werd. Hij zei dat hij geen werk kon verrichten omdat hij bang was dat hij zijn prachtige staart vies zou maken.
Daardoor moesten de andere vogels al het eten en water verzamelen — ook voor de Toh. Ook moesten de anderen nesten bouwen en dus ook de slaapplek van de Toh voorbereiden.
De Toh deed uiteindelijk niks. Hij stond laat op en vertoefde zijn dagen in de royale tuinen, waar de mooiste vogels uit de hele jungle verbleven. Ze hadden het dan met zijn allen over koetjes en kalfjes en lachten zich kapot om allerlei onnozelheden. Zo spendeerden zij het liefste hun tijd.
Naast het feit dat de Toh een prachtig maar lui dier was, was hij ook nog eens veeleisend. Hij wilde niet zomaar iets te eten; hij wilde het beste eten uit de hele jungle. Ook al deden de andere vogels veel moeite om de Toh blij te houden, hij was nooit tevreden met wat hij kreeg.
Een rare storm
Op een nacht zei een wijze uil dat een verschrikkelijke storm op komst was. Hij wist zeker dat dit een zeldzame storm zou zijn die zich slechts eens in de 50 jaar voordeed. Donder en bliksem zou de hele jungle teisteren. Iedereen moest dus snel aan de slag om een schuilplaats te maken zodat ze de storm konden overleven.
Alle vogels gingen meteen aan het werk. De specht, de ara’s en andere papegaaien en de toekans begonnen de takken te snijden om te gebruiken bij het bouwen van een schuilplaats. Grotere vogels zoals de kalkoenen droegen zwaardere takken. Kleinere vogels zoals kraaien en kwartels verzamelden kleinere plantjes.
De legende van de Toh vertelt ons vervolgens dat de wolken in de lucht steeds donkerder werden naarmate de tijd vorderde. De Toh deed echter niks. Hij wachtte simpelweg totdat de andere vogels klaar waren met het bouwen van de schuilplaats.
Juist op dat moment kregen de andere vogels echter het gevoel dat ze wel genoeg hadden van de Toh zijn houding. Ze besloten hem een standje te geven. Ze vroegen hem met een zekere mate irritatie of hij nu ook eens zou kunnen komen helpen.
Het verhaal eindigt
De Toh was ontzettend overstuur door deze eis. Toch besloot hij mee te werken uit angst dat hij achter zou blijven zonder schuilplek. Hij werkte echter slechts enkele minuten omdat hij al snel erg moe werd.
Hij wilde geen werker zijn. Daar was hij helemaal niet voor bedoeld! Dus, zodra de andere vogels even niet opletten, zocht hij een grot op en verborg hij zich daar.
Toen hij eenmaal in de grot was, ging hij liggen en viel hij in slaap. Hij merkte helemaal niks van de storm. De donderslagen wekten hem ook niet omdat die paar minuutjes werk hem compleet gesloopt hadden. Het nadeel van zijn huidige schuilplek was echter dat hij erg klein was en zijn mooie staart er net niet in paste…
De storm duurde de hele dag en nacht. Toen de zon eenmaal terugkeerde, verlieten de andere vogels hun schuilplaats en verliet de Toh zijn grot.
De legende van de Toh begint
De legende van de Toh vertelt ons vervolgens dat hij dacht dat alles weer terug zou keren naar normaal. Zodra de Toh dus zag dat het niet meer regende, ging hij terug naar de royale tuinen om zijn gebruikelijke routine daar te volgen.
“Onderken het belang van bescheidenheid niet. Dit is vele malen waardevoller dan trots.”
-Kristen Butler-
Wanneer hij hier echter arriveerde, begon iedereen te lachen. De storm had zijn prachtige, indrukwekkende staart bijna geheel verwoest. Overkomen door schaamte keerde de Toh terug naar zijn grot, die hij hierna nooit meer zou verlaten.
De straf voor zijn trots en egoïsme was dus dat hij de rest van zijn leven in zijn eentje zou moeten leven, volledig geïsoleerd. Niet alleen dat, maar hij moest ook nog eens gaan werken om de verkenners van de jungle de weg te wijzen.