Negen toevallige ontdekkingen in de psychologie
Toevallige ontdekkingen zijn een constante in de wereld van wetenschap en technologie. Het zijn eureka-momenten die niet het resultaat zijn van magie, maar van doorzettingsvermogen. Toevallige ontdekkingen in de psychologie zijn niet zo bekend als die in de wereld van de geneeskunde of de scheikunde, maar ze bestaan wel.
Op wetenschappelijk gebied is vooruitgang zoals penicilline, het Pruisisch blauwe pigment, teflon, röntgenstralen of aspirine niet het resultaat van geluk. Ze waren het resultaat van een open geest. Een geest die in staat was alle mogelijke oplossingen voor een probleem te waarderen, zelfs als die op dat moment het meest onwaarschijnlijk leken.
Psychologische toevallige ontdekkingen zijn de fantastische combinatie van toeval met een flexibele mentale aanpak die openstaat voor innovatie. Ook nieuwsgierigheid. Laten we eens kijken naar elf theorieën en concepten in de psychologie die zijn ontstaan als gevolg van toeval.
“Ontdekken bestaat uit zien wat iedereen heeft gezien en denken wat niemand heeft gedacht.”
Negen toevallige ontdekkingen in de psychologie
De term serendipiteit werd voor het eerst bedacht door de Britse schrijver Horace Walpole in 1754. Het komt uit een Perzisch verhaal, De drie prinsen van Serendip, waarvan de hoofdpersonen altijd ontdekkingen deden door toeval of toeval.
Toevallige ontdekkingen op het gebied van de psychologie (evenals de wetenschap in het algemeen) zijn een veel voorkomend verschijnsel geweest door de geschiedenis heen. Sommigen vragen zich af hoeveel ontdekkingen we misschien gemist hebben omdat onderzoekers deze onverwachte variabelen niet op waarde schatten of er geen rekening mee hielden.
Hoe dan ook, in dit artikel gaan we hulde brengen aan negen van die toevallige ontdekkingen in de psychologie waar misschien niet iedereen van weet. Hier zijn ze.
1. Pavlov’s klassieke conditionering
Ivan Pavlov’s theorie van de klassieke conditionering is een essentieel onderdeel van de gedragswetenschappen. Het is dankzij zijn bijdrage dat we de grondslagen van associatief leren begrijpen.
Het is echter interessant te weten dat deze beroemde fysioloog eigenlijk geïnteresseerd was in het begrijpen van de processen van de spijsvertering. In het bijzonder, de neiging van honden om te watertanden wanneer ze voedsel krijgen voorgeschoteld.
Plotseling gebeurde er iets waardoor Pavlov de theorie van de geconditioneerde respons in de psychologie ontwikkelde. De honden begonnen te watertanden alleen al bij het zien binnenkomen van hun laboranten, ongeacht of zij voedsel bij zich hadden of niet.
Dit maakte het voor hem gemakkelijker om het leerproces te omschrijven waarbij een organisme een geconditioneerde stimulus (CS) en een ongeconditioneerde stimulus (US) associeert, waarbij de CS in staat is een geconditioneerde respons (CR) op te roepen.
Veel van de toevallige ontdekkingen in de psychologie zijn gedaan op het gebied van onderzoek in de neurowetenschappen of de fysiologie.
2. Psychofarmaca en LSD
Tricyclische antidepressiva waren geneesmiddelen die aanvankelijk werden gebruikt om tuberculose te behandelen. Na verloop van tijd werd echter hun voordeel bij het verbeteren van de stemming gezien. Dit was een vooruitgang in de behandeling van depressieve stoornissen.
In de jaren ’40 werkte de Zwitserse chemicus Albert Hofmann voor het farmaceutische bedrijf Sandoz. Hij probeerde lyserginezuur te stabiliseren, een derivaat van ergotamine (een bestanddeel van een schimmel) dat werd gebruikt om migraine te behandelen. Als resultaat van dit onderzoek vond hij bij toeval lyserginezuurdiethylamide -25 (LSD).
3. De manier waarop de hersenen visuele informatie verwerken
David Hubel en Torsten Wiesel ontvingen in 1981 de Nobelprijs voor een toevallige en serendipitotische vondst. Zij probeerden te begrijpen hoe de ontvankelijke velden van neuronen in de visuele cortex werken.
Tot dan toe was men ervan uitgegaan dat dit gebied van de visuele hersenen bestond uit een structuur van duizenden cellen die samenwerkten om alles wat de ogen opvingen te reconstrueren.
Maar na verschillende proeven kwam het toeval tussenbeide en ontdekten deze twee wetenschappers dat dit niet het geval was. In feite ontdekten zij dat er selectieve cellen zijn die alleen bij bepaalde stimuli worden geactiveerd.
4. Het rechteroor bij dichotisch luisteren
Binnen de cognitieve psychologie en de neurowetenschappen is dichotisch luisteren een belangrijk fenomeen. Het vergemakkelijkt namelijk aandachtsprocessen en is een procedure die vaak wordt gebruikt om selectieve aandacht in het auditieve systeem te onderzoeken. In het algemeen hebben mensen altijd een zeker voordeel bij het horen met het rechteroor in vergelijking met het linkeroor.
Dit is een van de bekendste toevallige ontdekkingen in de psychologie. De ontdekking werd gedaan door dr. Doreen Kimura en haar onderzoek (Engelse link) werd gepubliceerd in 1964.
5. Oriëntatie is afhankelijk van de hippocampus
De hippocampus maakt deel uit van het limbisch systeem en is een essentieel gebied bij processen als leren, geheugen en emotionele regulatie. Ook speciale oriëntatie.
John O’Keefe is een neurowetenschapper, psycholoog en Nobelprijswinnaar. Hij ontdekte dat de hippocampus ook oriëntatieprocessen faciliteert. Dit was een toevallige ontdekking toen hij geheugenprocessen bij dieren onderzocht.
6. Het McGurk Effect
Soms, als je iemand niet goed kunt horen, kijk je naar zijn mond. Bij dit liplezen maak je echter kleine foutjes.
Het McGurk-effect vertelt ons dat wanneer iemand de lettergreep ‘ga’ uitspreekt, wat wij verstaan ‘da’ is als gevolg van een fout in de hersenen wanneer we spraak proberen te ontcijferen door te kijken.
Dit was weer een van die toevallige ontdekkingen in de psychologie in de jaren zeventig. Het waren de cognitief psychologen Harry McGurk en John MacDonald die hiervoor verantwoordelijk waren.
“Men vindt soms wat men niet zoekt.”
-Alexander Fleming-
7. Het Thatcher illusie-fenomeen
De Thatcher illusie is een uiterst merkwaardig optisch effect. Het doet zich voor wanneer je het beeld van een persoon verandert door het ondersteboven te draaien. Soms weten je hersenen niet echt wat er aan de hand is. Ze nemen een soort anomalie waar, maar kunnen niet duidelijk maken wat ze precies zien.
Dr. Peter Thompson was verantwoordelijk voor deze ontdekking. Hij publiceerde een onderzoek (Engelse link) over zijn onverwachte bevindingen in 1980. Weer een toevallige ontdekking in de psychologie.
8. Spiegelneuronen
De ontdekking van de spiegelneuronen door de neurobioloog Giacomo Rizzolatti was eveneens het gevolg van toeval. Toen hij de hersenactiviteit van een makaak analyseerde die verband hield met de grijphandeling, kon hij zien dat bepaalde neuronen in het dier werden geactiveerd door alleen maar naar de experimentator te kijken.
De handeling van het kijken stelde het dier later in staat om mensen te imiteren en van mensen te leren. Dit soort processen wordt bemiddeld door spiegelneuronen, die tot dan toe onbekend waren.
9. Herhalingsblindheid
Een andere toevallige ontdekking in de psychologie betreft herhalingsblindheid. Die ontstaat wanneer de hersenen een visueel element (beelden en woorden) waaraan ze vele malen zijn blootgesteld, niet meer herkennen. Bijvoorbeeld wanneer je een woord vele malen herhaalt en het uiteindelijk geen zin meer heeft.
Dit fenomeen was een toevallige ontdekking die Nancy Kanwisher deed tijdens een onderzoek in 1987.
Dit soort historische feiten zijn een constante op elk gebied van kennis. Ze komen echter vooral voor in wetenschappelijke disciplines, omdat die de neiging hebben op experimenteel vlak te worden ontwikkeld. Toeval en het onverwachte maken deel uit van ons leven. Het is belangrijk te weten hoe we voordeel kunnen halen uit deze toevallige gebeurtenissen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Kimura, Doreen. (1967). Functional Asymmetry of the Brain in Dichotic Listening. Cortex. 3. 10.1016/S0010-9452(67)80010-8.
- MCGURK, H., MACDONALD, J. Hearing lips and seeing voices. Nature 264, 746–748 (1976). https://doi.org/10.1038/264746a0
- Thompson, P. (1980). Margaret Thatcher: A New Illusion. Perception, 9(4), 483–484. https://doi.org/10.1068/p090483