De hedendaagse angst voor vrije tijd
Het woord ‘ociofobia’ is bedacht door Rafael Santandreu, een Spaanse psycholoog. Het vertaalt zich losjes als ‘vrijetijdsfobie’. Het is een van die hedendaagse problemen die steeds vaker voorkomen zonder dat de wereld het zelfs maar opmerkt. Toen steeds meer mensen een psycholoog begonnen te raadplegen omdat ze niet wisten wat ze aan moesten met al hun vrije tijd, werd het probleem echter duidelijk. Deze mensen waren geobsedeerd door hun baan of carrière of gebruikten deze bezigheden om zichzelf af te leiden van problemen die ze niet onder ogen wilden komen.
Blijkbaar zijn er tegenwoordig veel mensen over de hele wereld die een gevoel van paniek ervaren wanneer ze geconfronteerd worden met vrije tijd. Of met stukken tijd waarin ze helemaal niets gepland hebben. Of wanneer ze alles hebben gedaan wat ze moesten doen en ze plotseling nog heel veel tijd over hebben. Tijd die volgens mensen die bang zijn voor vrije tijd, nergens toe leidt.
“Vrije tijd zal het meest urgente probleem zijn, omdat het zeer twijfelachtig is dat de mensheid in staat zal zijn om weerstand te bieden aan zichzelf.”
-Friedrich Dürrenmatt-
Hoe is het mogelijk dat we een angst voor vrije tijd hebben ontwikkeld? Onze ouders en grootouders zagen het als een geschenk, een voorrecht. Vrije tijd was een kans voor ontspanning of rust. Het heeft in ieder geval nooit aversie opgewekt. Precies het tegenovergestelde – vrije tijd werd gekoesterd en er werd naar verlangd. Waar is het misgegaan?
Angst voor vrije tijd en verveling
Het lijkt erop te wijzen dat verveling de status van een doodzonde heeft gekregen in onze hedendaagse wereld. Degenen die lijden aan deze ‘vrijetijdsfobie’ ervaren ook paniek over de mogelijkheid zich te vervelen. Dit gevoel is voor hen onverdraagzaam en veroorzaakt letterlijke paniek.
Mensen die zich zo voelen worden wanhopig als ze niets doen. Ze zien vrije tijd als een grote bedreiging. Als we zouden moeten omschrijven wat ze voelen, dan is het alsof ze voor een groot zwart gat staan dat hen met veel kracht naar binnen kan sleuren.
Wanneer we vrije tijd hebben, komen ook bepaalde ongedefinieerde fantasieën aan de oppervlakte. Het is alsof deze mensen het gevoel hebben dat er iets vreselijks met hen zal gebeuren. Alsof het element vrije tijd iets onbekends en angstaanjagends is waar ze liever niets mee te maken hebben.
De symptomen van deze angst voor vrije tijd
Het meest opvallende symptoom van deze angst voor vrije tijd, is zenuwachtigheid. Deze zenuwachtigheid verschijnt heel intens wanneer deze mensen worden geconfronteerd met tijd waarin ze niets gepland hebben. Wanneer ze vrije tijd onder ogen moeten zien, of voorafgaand aan een weekend waarin ze geen plannen hebben. Deze zenuwachtigheid kan nog meer toenemen vlak voordat ze op vakantie gaan.
Deze mensen worden sterk beïnvloed door ideologieën van efficiëntie en productiviteit. Bovenal zijn hun prioriteiten prestaties en succes, deze staan zelfs boven hun geluk. Het slechtste hieraan is dat ze hun prestaties kwantitatief meten, niet kwalitatief. Je zult ze vaak horen praten over hoeveel taken ze hebben uitgevoerd of hoeveel doelen ze hebben bereikt. Ze vermelden echter zelden wat de werkelijke kwaliteit of waarde van deze prestaties is.
Soms wordt dit probleem vooral ernstig wanneer deze mensen hun levensstijl proberen over te brengen op hun kinderen. Dit zijn de ouders die hun kinderen aanmelden voor elke cursus of naschoolse activiteit die ze maar kunnen vinden. Ze willen dat hun kinderen al op hun tiende vloeiend Duits spreken en perfect piano spelen op hun dertiende. Ze leren hun kinderen echter ook om angstig te zijn. Helaas brengen deze ouders het idee over dat elk minuutje waarin niets wordt geproduceerd of geleerd, de grootste zonde is.
Lang leve de vrije tijd! Lang leve de verveling!
Rafael Santandreu, de vader van het concept ‘vrijetijdsfobie’, zegt dat we moeten leren om meer verveeld te zijn. Er is niets mis mee, er is niets verschrikkelijks aan een uur lang naar een muur staren en nadenken over onzin. Er is niet alleen niets mis mee, het is ook noodzakelijk. Dit brengt balans in ons leven. Het is goed om te werken en ergens geïnteresseerd in te zijn. Maar het is net zo goed om uit te rusten en je af en toe te vervelen.
Santandreu geeft aan dat dwalende geesten veel productiever zijn. Hij stelt zelfs dat “de ideale verhouding een uur van zakendoen en 23 uur vrije tijd zou zijn.” Vergeet niet dat leeuwen slechts één keer per week jagen. En dat Cervantes Don Quichot schreef in zijn vrije tijd in Castilië. Zijn werk als belasting inner wierp helemaal geen vruchten af. In plaats daarvan brachten de resultaten van zijn vrije tijd een transformatie van taal en van de universele literatuur voort, waar we nu bekend mee zijn.
Daarom zou het goed voor ons zijn om gedurende ons leven in grote steden, onze bekwaamheid om naar landschappen te kijken opnieuw te ontdekken. We moeten langzamer gaan leven, op een lager tempo door het leven gaan. Het is beter om minder dingen met plezier te doen, dan om veel dingen te doen terwijl je gestrest bent. Het is beter voor ons om deze korte tijd die we hebben op aarde te wijden aan liefhebben en creëren, in plaats van het schrijven van rapporten en vergaderschema’s. Gelukkig is het geen zonde om niets te doen. Verveling is niet de pest. Eigenlijk is het tegenovergestelde waar: een poosje niets doen, maakt ons betere mensen.