3 vreemde identificatiesyndromen die de werkelijkheid vervormen
Voor de wetenschap is de menselijke geest nog steeds een mysterie. De geest is in staat om de meest indrukwekkende ideeën te creëren maar ook de meest verrassende onzin. Identificatiesyndromen zijn hiervan een voorbeeld. Het zijn vervormingen in het denkproces waardoor de getroffen persoon een vervormd beeld van de werkelijkheid heeft.
Eén van de voornaamste symptomen van identificatiesyndromen zijn waanvoorstellingen in de inhoud van het denken. Een waanvoorstelling is een overtuiging die de persoon als waar beschouwt maar dit geen enkele logische of empirische grond heeft.
Die waanvoorstellingen of denkbeeldige overtuigingen zijn aanwezig bij identificatiesyndromen. Ze zorgen ervoor dat de persoon een volledig verkeerde waarneming van zichzelf heeft. Vaak zijn ze een onderdeel van meer complexe psychiatrische aandoeningen of neurologische stoornissen. In dit artikel zullen we hierover wat meer leren.
Het syndroom van Capgras is één van de identificatiesyndromen
Het syndroom van Capgras of de waanvoorstelling van Capgras is een stoornis waarbij de persoon gaat denken dat één van de naaste personen in zijn leven door een oplichter vervangen is. Ze geloven dus dat die persoon een dubbelganger is.
Ze kunnen onmogelijk herkennen wat de werkelijkheid is. Dit betekent dus dat deze waanvoorstelling een identificatiesyndroom is.
Wat gebeurt er precies bij het syndroom van Capgras? Iemand is in staat om een vertrouwde persoon fysiek te herkennen. In hun geest ontstaat echter niet dat gevoel van vertrouwelijkheid. Het is een zintuiglijke waarneming zonder subjectieve gewaarwordingen of gevoelens.
In het geval van deze waanvoorstelling vindt er een ontkoppeling plaats tussen het visuele herkenningssysteem en het emotionele geheugen. Een persoon kan dit waanbeeld ook op zichzelf richten.
In dat geval denkt de getroffen persoon dat iemand anders zijn plaats heeft ingenomen. Dit gebeurt meestal als onderdeel van een psychose of als resultaat van een hersentrauma.
Het syndroom van Frégoli
Een ander identificatiesyndroom is de waanvoorstelling van Frégoli. Dit is verbonden met paranoia. Het treedt ook op verschillende manieren op. De meest typische vorm is wanneer een persoon denkt dat iemand hem achtervolgt. Ze denken dan ook dat die achtervolgers in staat zijn om verschillende gedaanten aan te nemen.
Telkens als ze iemand zien die ze kennen, kunnen ze dan denken dat het eigenlijk hun achtervolger is die zich vermomt heeft als een bekende met het doel hen te misleiden.
Deze waanvoorstelling kan zich ook op een heel andere manier uiten dan de vorige. In dit geval denkt de persoon dat hij vreemden kent. Die ziet hij dan met vertrouwde gezichten. Ze kunnen ook denken dat ze plekken of voorwerpen kennen die ze eigenlijk niet kennen.
De wetenschap heeft de oorzaak voor deze waanbeelden niet precies kunnen vaststellen. Toch is het bekend dat dit waanbeeld te maken heeft met een verkeerde werking van de associatieve knooppunten.
Dit zou ertoe leiden dat een persoon niet in staat is om mentale en fysieke waarnemingen op elkaar af te stemmen. Hersenletsel kan dit veroorzaken. Het kan echter ook optreden als onderdeel van een episode van paranoïde wanen.
Het Othello-syndroom
De verbeelding kan vaak een groot deel uitmaken van jaloezie. Vaak heeft het meer met fantasie te maken dan met de werkelijkheid. Er is dan sprake van voortdurende achterdocht. Die komt zelden overeen met de feiten of wordt zelden gecheckt. In het geval van het Othello-syndroom bereikt deze achterdocht de hoogst mogelijke piek.
Een persoon met dit syndroom heeft de dwangmatige overtuiging dat zijn partner ontrouw is. Hij weet het absoluut zeker. Het enige wat hij wil, is zijn partner “op heterdaad betrappen.” Waarom is dit een identificatiesyndroom?
De persoon met het Othello-syndroom kan zijn partner niet zien (of herkennen) als wie hij of zij echt is. Ze zien hen alleen maar als een verrader. Dit zorgt ervoor dat de persoon veel tijd en energie investeert in manieren om de ontrouw van de partner te bewijzen.
Een opvallend kenmerk van het Othello-syndroom is dat de persoon voortdurend het gevoel kan hebben dat er in zijn relatie een derde partij aanwezig is. Wanneer iemand echter vraagt hoe die persoon eruit ziet, heeft hij niets te zeggen. Hij zal slechts heel zelden op bepaalde feiten wijzen.
Dit zijn niet de enige identificatiesyndromen. Er bestaan ook nog andere. De gemeenschappelijke factor bij al deze syndromen is de moeilijkheid om zichzelf en anderen te herkennen. Deze syndromen zijn bijna altijd verbonden met ernstige psychiatrische pathologieën. Ze hebben dus een professionele behandeling nodig.