Verslaving richt de meeste schade aan wanneer je geen uitweg ziet
Mensen hebben op allerlei manieren geprobeerd om verslaving en drugsgebruik te verklaren. En misschien zijn al deze verklaringen ergens wel juist. Een van de perspectieven spreekt over omgevingsfactoren als risicofactoren voor het gebruiken van en verslaafd zijn aan een specifieke drug.
Proberen om een verslaving te verklaren zonder rekening te houden met de omstandigheden en kenmerken van de persoon die gebruikt, is een vergissing. Om het probleem echt te begrijpen, moet je verder kijken dan de drug. Je moet goed onthouden hoe verslavend drugs zijn. En je mag niet vergeten dat elke persoon die drugs gebruikt anders is.
Dit roept vragen op. Waarom zijn er bijvoorbeeld mensen die vaak en in grote hoeveelheden alcohol drinken, maar niet verslaafd raken?
De ratten die alleen drugs hadden en de ratten die een ontsnappingstrechter hadden
Je kunt het fenomeen van verslaving beter analyseren door het in een labomgeving te bekijken. In één experiment werd een rat in een kooi geplaatst met twee flessen water. Eén fles zat vol met zuiver water en in de tweede fles zat heroïne of cocaïne door het water heen gemengd.
Vrijwel elke keer dat ze het experiment herhaalden, raakte de rat verslaafd aan het met drugs gemengde water en bleef hij van de fles drinken totdat hij stierf. Dit is logisch vanwege het effect dat drugs op de hersenen hebben. In de jaren ’70 herzag en herontwikkelde Bruce Alexander, een hoogleraar psychologie uit Vancouver, het experiment echter.
Deze psycholoog creëerde een park voor de ratten. Het was een kooi vol entertainment waar de ratten kleurrijke ballen hadden, tunnels om te verkennen, veel vrienden en heel veel eten. Kortom, de beestjes hadden alles wat ze maar wilden. Alle ratten in het rattenpark probeerden het water uit beide flessen omdat ze niet wisten wat erin zat.
De ratten in het rattenpark werden vergeleken met ratten die in kleine laboratoriumkooitjes zaten. Het verschil was dat de ratten in rattenpark over het algemeen de fles met drugs erin vermeden. Ze consumeerden minder dan een kwart van de drugs die werden geconsumeerd door de geïsoleerde ratten. Niet één stierf. Ondertussen raakten de ratten die alleen en ongelukkig waren verslaafd en hadden ze minder geluk.
Het belang van alternatieven
Het eerste experiment hield geen rekening met het feit dat de rat niets anders deed dan het volgen van reflecties en fundamentele stimuli. De rat kon of dat doen, of hij kon drinken van het gedrogeerde water, wat op zijn minst een nieuwe motorische activiteit was. Dit had niets te maken met de aantrekkingskracht van het gedrogeerde water voor de rat.
Het tweede experiment geeft de ratten een ALTERNATIEF. Het alternatief was op zich erg aantrekkelijk, interessant en versterkend. De ratten die een alternatief hadden of zelfs maar een aangename routine in hun leven, hadden geen behoefte om het water te blijven drinken dat hun genot stimuleerde. Of ze merkten de disbalans in ieder geval niet op.
Het werd nog verrassender toen iemand een derde revisie van het experiment deed. Hierin gebruikten ze ratten die 57 dagen in kooien hadden doorgebracht, waar ze alleen de drug konden innemen. De onderzoekers merkten op dat toen de ratten eenmaal over de ontwenningsverschijnselen heen waren en zich in een gelukkige omgeving bevonden, ze allemaal genazen.
Een goed leven – de beste manier om niet in een slechte gewoonte te vervallen
Als je gelukkig bent, hoef je geen leegtes op te vullen. En als je niet tevreden bent, dan zou het zo kunnen zijn dat je probeert om de ontbrekende chemicaliën te compenseren met een drug. De nucleus accumbens fungeert als een soort genotscentrum in de hersenen. Het speelt tevens een belangrijke rol bij positieve belevingen en reageert op de belonende effecten van gedrag. Dit deel van onze hersenen is als een koning die hofhoudt over zijn ecologische- en chemische onderdanen.
Er zijn trouwe onderdanen die hem voortdurend goederen en diensten leveren. Deze onderdanen zijn de chemische dienaren voor dopamine: water, voedsel, versterkende sociale interactie, een goed bed om in te slapen. Als deze geneugten ontbreken, wanneer ze zich in beperkte mate en op een individuele wijze voordoen, betekent dit meer plezier.
Duizenden soldaten tijdens de Vietnamoorlog veranderden in heroïneverslaafden. Toen ze eenmaal thuis waren en over hun ontwenningsverschijnselen heen waren, pakten ze allemaal hun normale leven weer op.
Verslaving voorkomen
Drugs kunnen heel veel controle over je gedrag hebben. Dit gebeurt vaak als je iets mist, zoals liefde, gezonde routines of een goede baan. Zodra ze een voet tussen de deur hebben, kunnen ze gemakkelijk tot een verslaving leiden. En het herhaaldelijk gebruik zal je leven beginnen te vernietigen.
Dit is een hoopvolle verklaring die logisch is, zonder moralistische of chemisch reductionistische ideeën die mensen met een verslaving verbeelden als mensen zonder karakter. Het helpt ons om in te zien dat verslaafden misschien wel net als de ratten in de eerste kooi zijn: geïsoleerd, alleen, met slechts één uitweg, of die ene vorm van genot in hun leven.
Als iemand die drugs gebruikt echter terugkeert naar een bevredigende omgeving, dan zou dit verslaving kunnen voorkomen. Diegene zal dan tenslotte omringd zijn door allerlei andere stimuli die het beloningssysteem in zijn hersenen in werking zetten.
De sleutel ligt dan ook in het creëren van een ‘kooi’ die vrij aanvoelt. Een ‘kooi’ met alernatieven die je kunt veranderen om genot te creëren. Op deze manier zul je nooit ergens afhankelijk van worden. Want drugs zijn duidelijk slecht. Maar ze worden nog slechter als ze worden gebruikt in een wanhopig scenario waarin de persoon geen ander alternatief kan zien. We willen ons allemaal tenslotte gewoon goed voelen, al is het maar voor een paar seconden.