Mijn angst voor ziekte wordt mijn dood
Bijna iedereen ervaart in zekere mate wel een angst voor ziekte. Het is een van de meest universele angsten die is gerelateerd aan de angst voor de dood of waanzin. Een gezond persoon wil niet sterven omdat zijn overlevingsinstinct intact is. Soms neemt de angst voor ziekte echter dramatische vormen aan.
Dit kan op zijn beurt onze gezondheid beïnvloeden en ons verlangen om te leven compliceren. Het kan erg moeilijk zijn om een gezond leven te leiden wanneer je geest ondergedompeld is in de angst voor ziekte, pijn of dood.
Soms is vooral de angst voor de dood zo intens dat het tot ondraagbaar leed leidt. In de meest extreme gevallen kan het – hoe tegenstrijdig het ook klinkt – tot zelfmoord leiden.
De angst voor ziekte is echt
Mensen die aan hypochondrie lijden zijn meestal degenen die we met deze angst in verband brengen. Deze angst maakt hen nerveus en pessimistisch. Ze stellen zich een toekomst vol onder andere pijn, virussen, ongemak en ongeneeslijke ziekten voor.
Mensen met hypochondrie gaan er bij voorbaat al van uit dat ze vaak al ziek zijn. Dit bovenop de angst kan leiden tot compulsieve hygiëne-gerelateerde gedragingen. Iemand kan bijvoorbeeld door de dag heen zijn handen veelvoudig wassen om een gevoel van controle te behouden.
Nog een eigenschap van mensen met hypochondrie is dat ze zichzelf constant onderzoeken op ziektes. Ze zijn continu bezig met hun eigen lichaam. Ze interpreteren een beetje ongemak, een lichamelijke gewaarwording of een nieuw plekje op hun huid over het algemeen direct als een serieuze of zelfs dodelijke ziekte.
Hun lichaam wordt zodoende continu in de gaten gehouden. Ze observeren zichzelf door een denkbeeldig vergrootglas dat elk verdacht plekje dat ze ontdekken enorm uitvergroot.
Dit resulteert in enorme nervositeit. Ze gaan dan ook vaak naar de huisarts. Ze zijn echter gevuld met een constante twijfel die voortkomt uit een diepgewortelde onzekerheid. Meestal geloven ze hun arts ook niet wanneer deze hen vertelt dat er niks aan de hand is.
Ze begrijpen echter meestal wel dat hun denkpatronen en gedrag niet “normaal” zijn. Toch zijn ze nog steeds ervan overtuigd dat hun angsten waar zullen worden.
Wanneer de ziekte psychologisch is
Mensen met hypochondrie hebben een psychologische stoornis. Ze willen hier dikwijls echter niet voor behandeld worden. In plaats daarvan eisen ze veelal de meest geavanceerde tests en scans om er zeker van te zijn dat er iets (of juist niets) aan de hand is. Hierbij kun je denken aan röntgen foto’s, CT scans, hartfilmpjes, enzovoorts.
De resultaten van deze analyses zijn vaak nog niet goed genoeg voor hen. Ondanks de resultaten – waaruit meestal blijkt dat er niks aan de hand is – geloven ze om een goede reden zo nerveus en bezorgd zijn. Daarom geloven ze dus ook vaak dat hun arts simpelweg niet in staat was om te ontdekken wat er mis met hun is.
Aan de andere kant geloven ze vaak ook niet dat de medicatie die hun arts hun voorschrijft, echt werkt – als ze al iets voorgeschreven krijgen. Ze lezen de bijsluiters grondig door en worden vaak nerveus over de mogelijkheid dat ze bijwerkingen gaan ervaren.
Als ze de medicatie ook daadwerkelijk slikken, wat vaak niet gebeurt, is de suggestie van bijwerkingen alleen al vaak genoeg. Ze krijgen er per direct last van. Daardoor wisselen ze ook regelmatig van arts of vragen ze vaak voor een second opinion voordat ze aan een behandeling beginnen.
Hun wereld draait om hun angst voor ziekte
Mensen met hypochondrie kopen en lezen vaak medische encyclopedieën of medische websites. Sommigen bezoeken zelfs medische conferenties die bedoeld zijn voor opgeleide artsen.
Ze raadplegen encyclopedieën of medische websites zodra ze ook maar het geringste symptoom ervaren. Dit doen ze veelal ook als ze over een ziekte horen die een bekende van hun heeft opgelopen.
Praten over ziektes maakt mensen met hypochondrie vaak nerveus. Het is echter ook meteen hun favoriete gespreksonderwerp, hoe tegenstrijdig dit ook mag klinken. Dit onderwerp interesseert hen namelijk het meeste. Op een zekere manier draait hun hele leven om hun angst voor ziekte en dood.
De moderne samenleving, waarin pijn steeds minder betekent, bevordert de opmars van hypochondrie. Dat komt doordat we leven in een samenleving die zo comfortabel mogelijk wil zijn, koste wat het kost.
Soms heeft de angst voor ziekte natuurlijk een goede oorzaak. Juist dan kan de angst voor de dood ook extreem intens zijn. Het kan leiden tot een depressie, zoals men vaak ziet in mensen die ongeneeslijk ziek zijn en zich in hun laatste levensfase begeven.
Samenvattend kunnen we zeggen dat de levens van mensen die bang zijn voor ziektes juist om dit onderwerp draaien. Ironisch genoeg weerhoudt dit hen ervan om een rustig leven te leiden. Een goede geestelijke gezondheidszorgdeskundige is in feite de enige die iemand met hypochondrie echt kan behandelen.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
Pearlman, J. (2010). Hypochondria: The Impossible Illness. PsycEXTRA Dataset. https://doi.org/10.1037/e641322009-019