Hoe kunnen we kinderen helpen zelf hun problemen op te lossen?
Kinderen moeten leren om zélf hun problemen op te lossen. Dit probleemoplossende vermogen is namelijk één van de belangrijkste vaardigheden – en levenslessen – die we hen als ouder sowieso kunnen bijbrengen. Boven alles ten bate van hun eigen toekomst. De grootste gift die we hen kunnen geven, is dan ook hen te helpen met, en de randvoorwaarden te creëren waaronder, zij zichzelf kunnen blijven verbeteren. En wacht daar niet mee tot ze de adolescentie bereiken. Zelfs peuters en kleuters horen al gestimuleerd te worden in het ontwikkelen van hun zelfredzaam- en zelfstandigheid.
Door steeds prematuur tussenbeide te komen, en bij voorbaat onze kinderen uit de spreekwoordelijke brand te helpen, voeden we afhankelijke, zwakke en onverantwoordelijke jongvolwassenen-in-de-dop op. Deze overmatige bescherming blijkt bijvoorbeeld al in alledaagse zaken en taken, zoals wanneer vader of moeder zich bij het minste of geringste bemoeit met het huiswerk van zijn/haar zoon of dochter, of zich ongevraagd mengt in diens conflicten met leeftijdsgenoten.
Helaas zijn een hoop ouders zich niet erg bewust ván, noch buitengewoon bekend mét dit leer-, groei- en rijpingsproces. Zelf gebruiken ze simpelweg de aanpak of methode die – in dat specifieke geval – het meest pragmatisch is, waaraan ze gewend zijn geraakt, of wat er spontaan in hen opkomt. Het is dan ook lastig om hun eigen ervaring, hun eigen kennis en kunde, helder en stapsgewijs te onderwijzen, of didactisch te delen, met hun kinderen. Ze weten zelf wel hoe ze dingen doen, maar zijn doorgaans niet bijzonder bedreven in het uitleggen van het hoe, wat en waarom.
Waarom kinderen hun eigen problemen moeten oplossen
Kinderen krijgen dagelijks met allerlei problemen te maken: op het schoolplein of in de klas, met leeftijdsgenootjes (dan wel broertjes en zusjes), tijdens sport- en spelactiviteiten, gedurende het uitvoeren van (huishoudelijke) taken, of het kiezen van de juiste kleding voor een bepaalde gelegenheid (padvinderstocht, bruiloft, ziekenhuisbezoek enz.).
Door die problemen zélf te lijf te gaan, zo veel mogelijk zélf op te lossen, groeit hun eigenwaarde, hun zelfverzekerd- en hun vindingrijkheid. Stuk voor stuk kwaliteiten waar ze later alleen nog maar meer profijt van zullen hebben. Ze leren zo, al doende, te vertrouwen op hun eigen onafhankelijkheid, en worden ze hun eigen steun en toeverlaat.
Aan de andere kant: als een kind niet beschikt over voldoende vaardigheden om een probleem naar behoren op te lossen, en zich er zelfs overweldigd en inadequaat door voelt, dan zal het – haast instinctief – zijn toevlucht nemen tot één of meerdere vermijdingsstrategieën. Stel dat een kind door klasgenootjes gepest wordt, en hij zich geen houding weet te geven, of daar geen actie tegen durft te ondernemen, dan zal hij de schuld automatisch verleggen of de oorzaak ergens anders zoeken. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Ik houd niet van school’, ‘Ik ben ziek vandaag, ik ga niet’ – alles om zich maar te onttrekken aan de pijnlijke situatie, in plaats van die te confronteren of hulp in te roepen.
Sommige kinderen reageren hun gebrek aan probleem-oplossend vermogen via impulsief of agressief gedrag, door – zonder erbij na te denken – dingen te doen die hen verboden zijn.
Kinderen helpen met het zoeken naar oplossingen, en het vinden van de beste opties, betekent niet dat je hen dit besluitvormingsproces helemaal uit handen neemt, maar dat je hen daarin, dan weer op de achter-, dan weer op de voorgrond, begeleidt.
Hoe kunnen we kinderen leren zelf hun problemen aan te pakken?
Het begint met her- en erkenning. Dat kinderen zelf zien en snappen: dit of dat, zus en zo, is een probleem. Want soms zijn ze zich daar nauwelijks van bewust, of hebben ze nog niet de moed om dat überhaupt hardop uit te spreken. Het kind dient allereerst te beseffen, en vervolgens toe te geven, aan zichzelf: ‘hé, ik heb een probleem’. Zoals Wittgenstein al zei: als een probleem kan ontstaan, dan bestaat er, logisch- en noodzakelijkerwijs, ook een oplossing voor. Hij had het waarschijnlijk eerder over schijnbaar contradictoire kwesties binnen de zogeheten transcendentaal-analytische filosofie, maar – in essentie – is de benadering hetzelfde bij onze alledaagse beslommeringen.
Als kinderen eenmaal in staat zijn om het probleem te identificeren, dan kunnen ze in principe ook zelf potentiële oplossingen visualiseren, en die op hun respectievelijke merites beoordelen, voordat ze tot A, B of C besluiten. Een manier die vaak in de smaak valt – net als bij volwassenen overigens – is het klassieke brainstormen. Oftewel: door alle oplossingen – hoe gek, onwaarschijnlijk of vergezocht ook – die ons (spontaan) te binnen schieten, gewoon uit te spreken en op te schrijven, laten we onze verbeelding en creativiteit de vrije loop. Juist door deze wilde en non-lineaire associaties, waar we na afloop verstandig en weloverwogen op zullen reflecteren, bereiken we nieuwe, of zelfs geniale en voorheen in het geheel gemiste oplossingen.
Zodra het kind zich realiseert welke opties het precies heeft, en wat de bijbehorende consequenties zijn, dan is het tijd om daadwerkelijk te kiezen. Daarbij is het belangrijk om te communiceren – naar het kind toe – dat mocht zijn plan onverhoopt toch niet blijken te werken, dat hij dan altijd nog iets anders kan proberen. Aldus motiveren we kinderen om vooral niet op te geven, om met alternatieve oplossing op de proppen te komen, net zo lang tot het wél werkt.
Actief problemen bespreken
Wanneer problemen zich plots aan ons presenteren dan hoeven we, tenzij er sprake is van acute dreiging of onmiddellijk gevaar, niet overhaast of te gestrest een oplossing te forceren. Als je een kind ziet worstelen met een bepaalde uitdaging, laat het hem dan toch, hoe langzaam ook, zélf uitzoeken – zelfs als jíj het binnen een handomdraai gedaan zou krijgen. Waardeer het feit dat hij, vol goede moed en met enthousiasme, zijn energie steekt in deze, voor hém, grote opgave.
Pas als ze echt volledig de weg kwijt raken, steeds dezelfde vergissing begaan, of op het punt staan om er (boos) de brui aan te geven, kan je ze een hint geven, een duwtje in de juiste richting, een steuntje in de rug. Niet door het probleem vóór hen op te lossen, maar door ze te tonen waar en waarom ze vastlopen, en hoe ze anders – vanuit een veelbelovender perspectief – naar het probleem zouden kunnen kijken.
Als een kind niet in staat is om een conflict zelfstandig op te lossen, of wanneer hij niet op eigen houtje uit een problematische positie lijkt te geraken, straf hem dan niet, en scheld hem ook niet uit. Stel dat hij dikwijls ruzie maakt met zijn broer- of zusjes, of dat hij stelselmatig slechte cijfers haalt, wees dan behulpzaam door met hem mee te denken, over het probleem, en over mogelijke oplossingen. Want negatieve kritiek en emotionele afwijzing werkt – uiteindelijk – altijd averechts.
Laat het kind de gevolgen van zijn beslissingen zelf ondergaan
Als kinderen de vrijheid wordt gegund en gegeven om de gevolgen van hun handelen zelf aan den lijve te ervaren, dan bieden wij hen – als ouders en als docenten – het optimale leerklimaat voor het bevorderen van hun intrinsieke probleem-oplossende vermogen. Sta kinderen daarom toe om op eigen conto in actie te komen, en vervolgens de implicaties daarvan – zij het goed of slecht – ook zélf te dragen, te verklaren, en te verantwoorden, vanuit hun eigen, intieme belevingswereld.
Wanneer een kind – of tiener – zélf de repercussies ondervindt van een op eigen initiatief gemaakte keuze, dan zal hij ook veel meer en veel eerder openstaan voor een vruchtbare discussie over: wat er is gebeurd, waarom eigenlijk en of er misschien ook andere, betere opties waren geweest, achteraf gezien, voor de volgende keer.
Als we onze kinderen geen risico’s laten nemen, en geen stappen laten zetten in de ‘boze buiten-‘ of de ‘volwassen mensenwereld’, dan zullen ze nooit bevredigende beslissingen leren nemen en zullen ze blijven terugdeinzen voor de kleinste twijfel of tegenslag, omdat ze herhaaldelijk het gevoel hebben gekregen totaal onbekwaam te zijn. Onthoud alsjeblieft dat ze zichzelf alleen echt ontwikkelen, en doortastend besluiten zullen durven nemen, als we hen het héle proces laten meemaken: van het definiëren van het probleem, via het voorstellen van mogelijke oplossingen, naar en tot het omgaan met de praktische consequenties van hun acties.
Als ouders zijn we er om onze kinderen te helpen
Als ouders hebben we een belangrijke taak, de taak van het helpen van onze kinderen. Dit is iets waar we niet over nadenken als we het doen… Lees meer.