Het psychologisch behaviorisme van Arthur W. Staats
Psychologisch behaviorisme stelt dat we persoonlijkheid kunnen verklaren aan de hand van waarneembaar gedrag. Het was Watson die het behaviorisme, de algemene theorie die psychologisch behaviorisme omvat, voor het eerst ontwikkelde in 1912.
Skinner breidde de theorie verder uit met zijn radicale behaviorisme. De meest recente benaderingen van Staats spreken van psychologisch behaviorisme, iets dat de nadruk legt op iemands persoonlijkheid en innerlijke wereld.
Het psychologisch behaviorisme van Arthur W. Staats breidt het algemene behaviorisme uit naar het terrein van de psychologie. Daarom stelt het dat we psychologie kunnen verklaren door waarneembaar gedrag. De componenten van psychologie omvatten persoonlijkheid, leervermogen en emoties.
In die zin was Staats de eerste persoon die stelde dat persoonlijkheid bestaat uit een repertoire van aangeleerd gedrag. Dit gedrag komt voort uit de interacties tussen iemands omgeving, biologie, cognitie en emoties.
Deze persoonlijkheidstheorie vormt het voornaamste component van het psychologisch behaviorisme en onderscheidt het van de behavioristische theorieën die ervoor kwamen.
Psychologisch behaviorisme en persoonlijkheid
Volgens Staats bestaat een persoonlijkheidstheorie uit drie gedragsrepertoires:
- Ten eerste heb je het sensorisch-motorische repertoire, dat sensorische-motorische vaardigheden en aandachts- en sociale vaardigheden omvat.
- Ten tweede, het cognitief-linguïstische repertoire.
- Tot slot, het emotioneel-motiverende repertoire.
Een pasgeboren baby beschikt nog niet over al deze repertoires. Hij verwerft ze echter naarmate hij ouder wordt door middel van ingewikkelde leerprocessen, waardoor hij in staat wordt met verschillende situaties om te gaan. Een individu ervaart het leven aan de hand van zijn bagage uit het verleden en ontwikkelt op basis daarvan een bepaalde gedragsrepertoire.
Het basale gedragsrepertoire van een individu en zijn levenservaringen bepalen zijn gedrag en daarmee dus ook zijn persoonlijkheid. Volgens dit model interageert biologie met de omgeving en draagt het bij aan de vorming van persoonlijkheid.
Aan de andere kant stelt het psychologisch behaviorisme dat de studie van persoonlijkheid erg belangrijk is. Persoonlijkheidstests zijn daarom van essentieel belang en zouden deskundigen in staat moeten stellen te voorspellen welk gedrag mensen zullen vertonen en of ze een bepaald risico lopen.
Deze tests helpen ook om gedrag en de contexten die dit gedrag bevorderen te identificeren. Dit helpt op zijn beurt om omgevingen te creëren die gewenst gedrag produceren. Tegelijkertijd kunnen dit soort tests ook helpen voorkomen dat iemand ongewenst gedrag ontwikkelt.
Psychologisch behaviorisme en educatie
Het psychologisch behaviorisme beweert dat, naarmate kinderen zich ontwikkelen, ze bepaalde basisrepertoires ontwikkelen waarop weer andere, meer complexe repertoires worden voortgebouwd. Dit noemen we ook wel cumulatief leren. Volgens het psychologisch behaviorisme zijn het uitsluitend mensen die op deze manier leren.
Dit cumulatieve leermodel stelt dat kinderen, wanneer ze een repertoire ontwikkelen zoals het leren van een taal, hier weer nieuwe repertoires op kunnen voortbouwen, zoals lezen en grammatica. En deze repertoires leiden weer tot de verwerving van meer complexe repertoires.
Het onderzoek van Staats benadrukt het belang van opvoeding. In het bijzonder toonde hij aan dat als je kinderen al op jonge leeftijd taal en cognitieve ontwikkeling leert, dit kan leiden tot een meer gevorderde taalontwikkeling. Ook kan het leiden tot een beter resultaat bij intelligentietests. Er zijn meerdere studies die zijn bevindingen ondersteunen.
Taal
Staats geeft aan dat veel woorden een positieve of negatieve emotionele reactie kunnen uitlokken. Volgens het psychologisch behaviorisme hebben emotionele woorden daarnaast nog twee functies. Allereerst helpen ze bij het leren van ander gedrag. Ten tweede lokken ze ook aanpassings- of vermijdingsgedrag uit.
Dit behaviorisme bestudeert verschillende aspecten van taal. Zo was dit artikel van Staats dat in 1972 in het tijdschrift Behavior Therapy werd gepubliceerd, bijvoorbeeld erg behulpzaam bij het introduceren van cognitieve gedragstherapie (taal) op het gebied van gedrag.
Gedragsstoornissen
Psychologisch behaviorisme accepteert het concept van geestesziekte niet. In plaats daarvan gaat het ervan uit dat gedragsstoornissen kunnen worden veroorzaakt door aangeleerde abnormale gedragsrepertoires.
Daarnaast kan ook een gebrek aan belangrijke aangeleerde repertoires die het individu kunnen helpen om beter met situaties om te gaan, leiden tot gedragsstoornissen.
In feite verwerpt het psychologisch behaviorisme dus het concept van psychische aandoeningen en stelt het dat gedragsstoornissen worden veroorzaakt door een gebrek aan assimilatie van de basisrepertoires die individuen nodig hebben.
Daarom suggereert het psychologisch behaviorisme ook dat er om gedragsstoornissen te behandelen gebruik kan worden gemaakt van gedragsassociaties. Ook suggereert het dat gedragsstoornissen voorkomen kunnen worden door de omstandigheden die ze veroorzaken te identificeren en te blokkeren.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Carrillo, J. M., Collado, S., Rojo, N., & Staats, A. W. (2003). Personalidad, emociones y dolor. Clínica y Salud, 14(1).
- Staats, A. W. (1979). Conducta social y problemas sociales. Modificación de conducta: Aplicaciones sociales, 75-102.
- Staats, A. W., & tr Carrillo, J. M. (1997). Conducta y personalidad: Conductismo psicológico.
- Staats, A. W. (1979). El conductismo social: un fundamento de la modificación del comportamiento. Revista Latinoamericana de psicologia, 11(1).