Zelfverdediging volgens de oosterse filosofie
Op bepaalde momenten in het leven moet je in staat zijn tot zelfverdediging. Hoe vredelievend je ook bent, vroeg of laat zal je je in een conflict bevinden waarbij iemand zich aan jou probeert op te dringen of jouw mogelijkheid om op een zekere manier te handelen probeert in te perken.
Of misschien zal iemand jou op een bepaalde manier beledigen en zal je het gevoel hebben dat je moet reageren. De meestvoorkomende reactie op agressie of beledigingen is terugslaan. Iemand schreeuwt tegen jou, dus schreeuw je ook.
Of iemand valt jou op een fysieke manier aan en je reageert op dezelfde manier. Dit is de vanzelfsprekende reactie. In het westerse wereld bestaan er namelijk geen echte richtlijnen over hoe je jezelf op een andere manier kan verdedigen.
“Meesters en heiligen kunnen dwazen lijken. Diegenen die aanmatigend zijn, verklaren aan de wereld dat ze gewoon beginnende leerlingen of krijgskunstenaars zijn.”
– Gichin Funakoshi –
De oosterse filosofie heeft daarentegen veel aandacht geschonken aan oorlog, strijd en conflict. De krijgskunsten zijn slechts één product hiervan. Een kernaspect hiervan is zelfverdediging. Als je dus door de lens van de krijgskunsten een beetje wil leren over zelfverdediging, blijf dan verder lezen en ontdek enkele sleutelelementen.
De filosofie achter zelfverdediging
De krijgskunsten vermijden confrontatie behalve als laatste toevlucht. Dat is de basis van de strategie zowel in termen van aanval als van verdediging. Alle betrokken tactieken hebben te maken met jouw tegenstander neutraliseren of hem gewoon van bij het begin ervan te overtuigen niet te vechten.
Alles wat je bij zelfverdediging doet of zegt, moet beantwoorden aan de basisprincipes: jouw tegenstander niet vernietigen, verwonden of vernederen. Dat doen zou alleen maar hun verlangen naar geweld laten toenemen. Onthoud echter dat het niet het doel is van de krijgskunsten. Het doel is harmonie.
Oosterse filosofen wisten dat een conflict altijd een hoge kostprijs eist. Wanneer de harmonie verbroken is, dan is het beste wat je kan doen, een manier vinden om het terugbrengen, niet het probleem intenser maken of het nog verder laten gaan. Dit is het eerste principe dat je bij zelfverdediging in gedachten moet houden.
De houding is fundamenteel
Als jij je in een situatie van lichamelijke agressie bevindt, dan raden oosterse filosofen aan om rustig te blijven. Die kalmte moet ook in jouw lichaam aanwezig zijn. Het moet er ontspannen en niet gespannen uitzien.
Dat is iets wat je met oefenen en controle van de ademhaling kan bereiken. Als je traag en diep ademt, dan zullen je spieren niet zo gespannen zijn.
De kunst om jezelf te verdedigen tegen fysieke aanvallen houdt ook de volgende handelingen in:
- Houd zoveel mogelijk afstand van de aanvaller.
- Maak geen mechanische of automatische bewegingen. Beweeg altijd doelgericht.
- Neem een stap terug en denk na. Probeer te begrijpen wat de andere persoon bedoelt.
- Leer vallen en opnieuw opstaan.
- Probeer jouw blik op de omgeving te gebruiken om een meer volledige beeld te krijgen.
- Hou jouw lichaam recht, met je voeten stevig op de grond. Toch moeten jouw spieren nog steeds ontspannen zijn.
Dit is een erg vereenvoudigde versie van wat de krijgskunsten zeggen dat je in een conflict moet doen. Elk van die punten heeft een specifieke achterliggende filosofie. Jaren ervaring zijn nodig. Dat betekent echter niet dat je ze niet als een handig kader en als richtlijnen kan gebruiken voor jouw praktijk.
In wezen lijken lichamelijke aanvallen ook heel erg op verbale aanvallen. Ze omvatten gelijksoortige mechanismen. Alleen de instrumenten verschillen. Eigenlijk kan je dus dezelfde basisprincipes van de lichamelijke zelfverdediging toepassen op verbale aanvallen.
Verbale aanvallen
De oosterse filosofie zegt dat je iemand nooit mag toelaten jou op een verbale manier te beledigen of te vernederen. Dat betekent echter niet dat je met dezelfde tactieken moet reageren. Er zijn andere strategieën die je kan gebruiken.
Vele van die strategieën hebben eigenlijk te maken met lichaamstaal. Je wil dat jouw lichaam een boodschap van kordaatheid en vrede zendt. Dit zijn enkele tips voor de houding en handelingen:
- Kijk de verbale aanvaller eventjes kordaat in de ogen. Verzacht dan jouw blik zonder neerwaarts te kijken.
- Kijk de andere persoon met een rustige blik aan en beweeg dan achteruit.
- Laat je schouders niet hangen. Blijf een rechte en evenwichtige houding bewaren.
- Ga oogcontact niet uit de weg, hoe ongemakkelijk de situatie ook is.
- Spreek ten slotte niet als de andere persoon niet luistert.
Als je tegenover de andere persoon begripvol en voldoende meevoelend bent, dan zal je weten hoe je jezelf moet verdedigen. Om dat te doen moet je uiteraard eerst jezelf kennen, begrijpen en weten hoe je jouw eigen emoties moet overbrengen.
Bevind jij je in een verbale confrontatie, dan zijn er drie strategieën die de oosterse filosofie aanbeveelt.
- Je terugtrekken. Dit is een goede keuze wanneer de houding van de andere persoon of de situatie je laten denken dat de dingen waarschijnlijk erg vervelend zullen worden. Dit betekent dat je ofwel niets zegt, of weggaat of van onderwerp verandert.
- Een wapenstilstand afroepen. Je moet dit doen wanneer je ziet dat de andere persoon redelijk is of gekwetst lijkt door het conflict. In dit geval moet je proberen om tot een overeenkomst te komen.
- Niets doen. Dit is wat je moet doen als je het gevoel hebt dat de aanval onterecht is of als je niet zeker bent dat degene gelijk heeft. In dit geval blijf je rustig en zwijg je, in het ideale geval met de ogen dicht.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Avelar-Rosa, B., Gomes, M., Figueiredo, A., & López-Ros, V. (2015). Caracterización y desarrollo del “saber luchar”: contenidos de un modelo integrado para la enseñanza de las artes marciales y de los deportes de combate. Revista de Artes Marciales Asiáticas, 10, 16-33.