Parental Alienation Syndrome (PAS) of ouderverstoting
Parental Alienation Syndrome (PAS), of ‘ouderverstoting’ in het Nederlands, werd voor het eerst als syndroom beschreven door Richard Gardner in 1985. We zien dit syndroom vooral in de context van conflicten rond het ouderlijk gezag.
Bij ouderverstoting start de ene ouder een lastercampagne om de relatie die het kind heeft met de andere ouder te schaden. Het kind wil niet geloven dat de mensen van wie hij houdt, en die van hem houden, slecht zijn.
Het meest opvallende symptoom van ouderverstoting is dan ook dat het kind een van de ouders begint af te wijzen na een moeilijke scheiding. Deze tekenen van afwijzing variëren in intensiteit.
Wanneer het ouderverstotingssyndroom in contact komt met het rechtssysteem, wordt het een gerechtelijk-familiare kwestie. De verantwoordelijkheid strekt zich dus uit tot zowel de rechters en advocaten als de ouders.
“De vader of moeder probeert het kind of de kinderen te hersenspoelen en zo op te zetten tegen de andere ouder.”
-Pablo Nieva, Spaanse Vereniging voor Neuropsychiatrie en de Universiteit van Castilla de la Mancha-
Bij ouderverstoting wordt de ‘slechte ouder’ veracht en zwartgemaakt. De ‘goede ouder’ wordt geliefd en geïdealiseerd. Volgens Gardner indoctrineert de ‘programmerende’ ouder het kind om deze dingen te geloven. Bovendien draagt het kind zelf bij aan de belastering van de ouder die het doelwit is.
Geen enkele wetenschappelijke organisatie (zoals de Wereldgezondheidsorganisatie of de American Psychiatric Association) erkent het ouderverstotingssyndroom. In Spanje beveelt de Algemene Raad van de rechterlijke macht aan om ouderverstoting niet als argument te aanvaarden. De rechters hebben echter het laatste woord.
Wat veroorzaakt ouderverstoting?
Psychologen beschrijven verschillende mogelijke motieven die een ouder zou kunnen hebben om te proberen zijn kind op te zetten tegen de andere ouder. De belangrijkste zijn de volgende:
- Onvermogen om te accepteren dat de relatie voorbij is.
- Een poging om de relatie in stand te houden door middel van conflict.
- Een verlangen naar wraak.
- Vermijden van pijn.
- Zelfbescherming.
- Verwijten.
- Angst om de kinderen te verliezen of hun rol als primaire ouderfiguur te verliezen.
- Het verlangen naar exclusieve controle over de kinderen (in termen van macht en eigendom).
Het ouderverstotingssyndroom kan optreden wanneer een van de ouders niet accepteert dat de relatie voorbij is of na de scheiding een of ander financieel voordeel wenst.
De indoctrinerende ouder kan jaloers zijn op de ander. Hij of zij zou ook kunnen proberen de overhand te krijgen bij het nemen van beslissingen over de verdeling van bezittingen.
Psychologen doen ook aannames over de pathologie van het individu. Ze stellen dat er een persoonlijke geschiedenis kan zijn van verlating, verstoting, fysiek of seksueel misbruik of zelfs identiteitsverlies (Gardner, 1998b; Dunne en Hedrick, 1994; Walsh en Bone, 1997; Vestal, 1999.)
Symptomen bij kinderen met het ouderverstotingssyndroom
Gardner (1998b) beschrijft een reeks ‘primaire symptomen’ die gewoonlijk samen voorkomen bij kinderen die getroffen zijn door het ouderverstotingssyndroom:
- Ze voelen zich niet schuldig over de wreedheid en uitbuiting die wordt getoond tegenover de verstote ouder. Met andere woorden, ze staan volledig onverschillig tegenover de gevoelens van de gehate ouder.
- Ze proberen aan te tonen dat deze ouder boosaardig is, verschrikkelijk en de bron van alles wat slecht is in hun leven.
- Hun rechtvaardiging voor hun gedrag is zwak, absurd of lichtzinnig. Het kind maakt irrationele en vaak belachelijke argumenten over waarom hij niet dicht bij de ouder wil zijn.
- Een totale afwezigheid van ambivalentie. Alle menselijke relaties, inclusief ouder-kindrelaties, zijn enigszins ambivalent. In deze gevallen vertonen de kinderen echter totaal geen gemengde gevoelens. In plaats daarvan is alles aan één ouder goed, en alles aan de andere slecht.
- Vaak accepteren de kinderen onvoorwaardelijk de gegrondheid van de beschuldigingen. Ze keren zichzelf tegen de ‘gehate’ ouder. Zelfs al krijgen ze bewijs te zien dat de hersenspoelende ouder liegt over de beschuldigingen.
- Geleende argumenten. Het kind geeft argumenten die lijken te zijn gerepeteerd. Het kind kan bijvoorbeeld woorden of zinsdelen gebruiken die door kinderen meestal niet worden begrepen.
Geen enkel kind mag worden behandeld als een verrader alleen omdat hij beide ouders liefheeft.
Andere indicatoren van ouderverstoting
Andere auteurs beschreven de volgende indicatoren van ouderverstoting (Waldron en Joanis, 1996):
- Tegenstellingen. Het kind heeft de neiging zichzelf tegen te spreken in zijn verklaringen en zijn verslag van gebeurtenissen in het verleden.
- Soms heeft het kind ongepaste en onnodige informatie over de scheiding van zijn ouders en het juridische proces.
- Het kind vertoont een gevoel van urgentie en kwetsbaarheid. Dientengevolge lijkt alles van levensbelang te zijn.
- Het kind voelt zich beperkt in zijn vermogen om lief te hebben en geliefd te worden.
Kinderen met ouderverstotingssyndroom en hun angst
Angst komt zeer vaak voor bij kinderen met het ouderverstotingssyndroom. Bijgevolg kunnen ze de volgende symptomen vertonen:
- Verlatingsangst. De verstotende ouder probeert het kind zich schuldig te laten voelen omdat hij tijd doorbrengt met de andere ouder, ook al is het maar een paar uur. De ouder kan pijn uiten als het kind even weg van hem of haar geweest is.
- Angst voor de geliefde ouder. Sommige kinderen zien de boze en gefrustreerde aanvallen van de verstotende ouder op hun doelwit. Daarom hebben ze de neiging zich verantwoordelijk te voelen. Ze zijn bang dat ze uiteindelijk zelf het doelwit van de aanvallen zullen worden en dus worden ze psychologisch nog afhankelijker. Vervolgens komen ze tot de conclusie dat de beste manier om geen doelwit van de woede te worden, is om aan de zijde van de aanvallende ouder te blijven.
Kinderen zijn echter niet de enigen die angst ervaren. Vaak neigen ook de familieleden van de verstotende ouder ernaar hem of haar te ondersteunen. Bijgevolg versterken ze de overtuiging dat deze gelijk heeft.
Welke strategieën gebruikt de verstotende ouder om het kind bij de andere ouder weg te houden?
De verstotingstechnieken kunnen behoorlijk divers zijn. Er wordt gebruikgemaakt van een breed scala aan strategieën, van de meest schaamteloze tot de meest subtiele. De ‘geaccepteerde’ ouder kan bijvoorbeeld het bestaan van de andere ouder gewoon ontkennen. Hij of zij bestempelt het kind als kwetsbaar en stelt zich beschermend op. Hierdoor ontstaat een hechte loyaliteit tussen hen.
Een andere techniek is om normale meningsverschillen tussen ouders om te zetten in zaken van goed/slecht of correct/incorrect. Onbetekenend gedrag wordt omgezet in generalisaties of negatieve eigenschappen. Het gevolg is dat het kind midden in de ruzie geplaatst wordt.
Een andere strategie is om goede en slechte ervaringen te vergelijken met de ene ouder en de andere. De verstotende ouder kan ook het karakter of de levensstijl van de ander in twijfel trekken, of het kind ‘de waarheid’ vertellen over gebeurtenissen in het verleden om zijn sympathie te winnen.
De verstotende ouder kan het slachtoffer spelen of angst, schuldgevoelens of intimidatie bij het kind opwekken. Tot slot kan hij of zij ook juist extreem toegeeflijk of tolerant zijn. (Waldron en Joanis, 1996).
Bibliografie
Bowen, M. (1989). Family Therapy in Clinical Practice. Jason Aronson (1993)
Bolaños, I. (2000). Estudio descriptivo del Síndrome de Alienación Parental. Diseño y aplicación de un programa piloto de mediación familiar. Tesis doctoral no publicada. Universidad Autònoma de Barcelona.
Suares, M. (1996). Mediación. Conducción de disputas, comunicación y técnicas. Barcelona: Paidós.