Isaac Newton, een clair-obscure man
Het meest interessante aan Isaac Newton is dat hij nogal tegenstrijdig was. Hoewel we hem vooral kennen als de vader van de moderne fysica, besteedde hij in werkelijkheid veel meer tijd aan mystieke zaken. Hoewel we hem zien als een model van rationaliteit, was zijn leven toch vrij irrationeel.
Achter de buitengewone wetenschapper die de universele gravitatiewet formuleerde, was er een man die fantaseerde, zijn fantasie gebruikte en pijnigde over wat hij voelde en aanvoelde.
Hoewel velen hem classificeren als de grootste wetenschapper aller tijden, wijdde hij een groot gedeelte van zijn leven aan de alchemie, aan de geheime boodschappen van de Bijbel…aan waanzin.
“Waarheid is altijd te vinden in eenvoud, en niet in de veelheid en verwarring van dingen.”
-Isaac Newton-
Isaac Newton is misschien wel het grootste bewijs dat rede en onredelijkheid naast elkaar kunnen bestaan in dezelfde mens, en dat ze elkaar niet uitsluiten. Het is ook een model van hoge intelligentie dat wordt toegepast op hard werken, gebaseerd op rigoureuze observatie en werkwijze, en dat alles is gewoonweg briljant.
Isaac Newton had een ongelukkige jeugd
Isaac Newton kwam op de wereld onder ongunstige omstandigheden. Zijn vader stierf drie maanden voor zijn geboorte. Hij werd te vroeg geboren, zo klein en zwak dat niemand dacht dat hij het zou overleven. Tegen alle verwachtingen in overleefde hij wel.
Zijn moeder hertrouwde een man genaamd Barnabas Smith, die niet voor de kinderen van anderen wilde zorgen. Daarom stuurde hij Isaac naar zijn eigen ouders, die Newton als zijn grootouders kende. Hun relatie met de jongen was nogal giftig. Later maakte Newton een lijst van zijn zonden, met daarin het verlangen om zijn grootouders levend te verbranden.
Toen hij tien jaar oud was, stierf zijn stiefvader. Zo keerde hij terug om bij zijn moeder en twee nieuwe broers te gaan wonen. Op 12-jarige leeftijd stuurde zijn moeder hem naar een kostschool.
In die jaren leerde hij Latijn en wiskunde en studeerde hij ook de Bijbel. Hij was een zwak en eenzaam kind dat niet veel opviel in de klas. Daarom lieten de leraren hem altijd op de achterste rij zitten.
Een rusteloze en vijandige jongeman
Isaac Newton stotterde het grootste deel van zijn leven. Hij was ook een ziekelijk persoon die niet veel met zijn leeftijdsgenoten omging. Als hij dat wel deed, was het om slechte grappen te maken of hen op een of andere manier aan te vallen.
Hij besloot om leergieriger te worden na een gevecht met een klasgenoot die hij op de een of andere manier publiekelijk versloeg en vernederde.
Hij bracht veel tijd door in zijn kamer. Daar begon hij mechanische objecten, modellen en verschillende apparaten te bouwen. Daarnaast studeerde hij hard en was nieuwsgierig naar alles.
Isaac ontmoette Catherine Storer toen hij nog zeer jong was, de enige vrouw waar hij mogelijk een affaire mee had. Hij maakte poppenhuizen voor haar en bood ze aan als cadeau. De relatie gaat echter niet verder dan dat en eigenlijk denken historici dat Isaac Newton als maagd is gestorven.
Op 18-jarige leeftijd schreef Isaac Newton zich in aan de Universiteit van Cambridge. Hij leerde in principe in zijn eentje, maar vond verschillende leraren die hem wat konden leren.
Hij kwam al snel in contact met de Royal Academy of Sciences, die verklaarde geïnteresseerd te zijn in zijn bevindingen en apparaten. Het was ook op dat moment dat de eerste wetenschappelijke debatten ontstonden, die Newton in stand hield gedurende zijn hele leven.
Een gekweld genie
Isaac Newton had twee zenuwinzinkingen. De eerste vond plaats in 1693 en de tweede ongeveer in 1703. Tijdens die periodes at of sliep hij niet. Hij was zeer depressief en paranoïde. Hij isoleerde zichzelf en wantrouwde iedereen.
Ondertussen formuleerde hij de gravitatiewet en de wetten van de mechanica. Ondanks dat zijn tijdgenoten hem niet mochten, werd hij al snel een begrip doordat hij simpelweg briljant was. Hij bekleedde verschillende academische functies en was zelfs lid van het Engelse parlement, een functie waarin hij in principe niets deed.
Newton wijdde de laatste dertig jaar van zijn leven aan religieuze studies en het occulte. Hij geloofde dat hij goddelijk werd gekozen om geheime boodschappen uit de Bijbel te ontcijferen. Vervolgens wees hij erop dat de wereld in 2060 zou eindigen. Ook verklaarde hij dat de katholieke kerk het beest van de Apocalyps was en dat Mozes een alchemist was.
In zijn laatste jaren was hij moreel radeloos door een bittere discussie met Leibniz en andere natuurkundigen. Bovendien leed hij aan nierstenen en stierf hij als gevolg van deze aandoening. Zijn nagedachtenis wordt vaak op vele manieren geëerd.
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Keynes, J. M. (1982). Newton, el hombre. Newton. CONACYT, México.