Eetstoornissen en persoonlijkheid
Het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5) van de APA stelt dat “voeding en eetstoornissen worden gekenmerkt door een aanhoudende verstoring van het eten of eetgerelateerd gedrag dat resulteert in een veranderde consumptie of absorptie van voedsel en dat de lichamelijke gezondheid of het psychosociale functioneren significant schaadt.”
De meeste mensen begrijpen de basis van deze aandoeningen wel. Wist je echter ook dat er een verband bestaat tussen eetstoornissen en persoonlijkheid?
Deze stoornissen komen de laatste twintig jaar steeds meer voor. Hoewel ze vooral jonge vrouwen treffen, zien gezondheidswerkers ook steeds meer gevallen van jonge mannelijke patiënten.
De classificatie van eetstoornissen
In de meest recente editie van de DSM, de DSM-5, zijn onder andere de volgende eet- en voedingsstoornissen opgenomen:
- anorexia nervosa
- boulimia nervosa
- binge-eating stoornis
- selectieve eetstoornis
- ruminatiestoornis
- pica
De eerste twee ondersoorten zijn, zoals bekend, de meest voorkomende van alle eetstoornissen. Daarom richten we ons alleen op anorexia en boulimia.
Het is echter het vermelden waard dat andere voedings- en eetstoornissen ook steeds vaker voorkomen in de moderne samenleving, zoals:
- overgewicht en obesitas (gerelateerd aan de levensstijl en een slecht dieet)
- bigorexie (obsessie met spiermassa)
- permarexie (obsessie met calorie-inname en “wonderdiëten”)
- drunkorexie (eetstoornis in combinatie met alcoholmisbruik)
Kenmerken van eetstoornissen
Wetenschappelijke literatuur die eet- en voedingsstoornissen behandelt, benadrukt het multifactoriële karakter van de aandoeningen. Aan de andere kant speelt ook de druk van de conventionele schoonheidsnormen een grote rol. Deze hebben namelijk een diepgaande invloed op het maladaptieve lichaamsbeeld, wat de oorzaak is van deze stoornissen.
Eetstoornissen en persoonlijkheidskenmerken
De relatie tussen deze twee factoren suggereert dat bepaalde eigenschappen een belangrijke rol zouden kunnen spelen bij het ontstaan en het verloop van eet- en voedingsstoornissen. Over het algemeen geeft onderzoek aan dat een neurotische persoonlijkheid bijvoorbeeld vaak gerelateerd is aan eetstoornissen.
Elke specifieke subcategorie heeft echter andere kenmerken. Zo vertonen veel patiënten met anorexia nervosa ook obsessief gedrag en een verlangen om de controle te hebben.
Onderzoekers benadrukken ook inflexibele denkpatronen, een daarbij vooral degene die gerelateerd zijn aan maladaptieve overtuigingen. Ook hebben mensen met anorexia nervosa ook de neiging tot afhankelijkheid en zijn ze vaak introvert.
Aan de andere kant hebben boulimia nervosa-patiënten vaak een lage tolerantie voor frustratie en lage impulscontrole. Ze hebben ook vaak een laag gevoel van eigenwaarde, zijn angstiger en zijn meer “interpersoonlijk gevoelig” dan mensen met anorexia (Macias et. al., 2003). Hun impulsiviteit maakt hen ook vatbaar voor onvoorspelbaar gedrag.
Persoonlijkheidsstoornissen en een eetstoornis
We kunnen het dus niet over persoonlijkheidskenmerken hebben, zonder het te hebben over persoonlijkheidsstoornissen. Er is een hoge correlatie tussen persoonlijkheidskenmerken en eetstoornissen. Uit bepaalde studies blijkt zelfs, dat het gaat om 53 tot 93 procent.
Onderzoekers hebben kunnen aantonen, dat er een verband bestaat tussen anorexia nervosa en de volgende stoornissen:
- vermijdingsstoornis
- afhankelijkheidsstoornis
- obsessief-compulsieve stoornis
Boulimia nervosa is dan weer gekoppeld aan:
- emotionele stoornissen
- angststoornissen
- stoornissen die samenhangen met middelenmisbruik
Omdat het zo ingewikkeld is om eetstoornissen te behandelen, speelt de persoonlijkheid van de patiënt een bepalende rol. De behoefte aan controle, impulsiviteit, en het gebrek aan mentale flexibiliteit maken het moeilijker voor patiënten om met therapeuten en andere gezondheidswerkers samen te werken.
Daarom is het zeer belangrijk om door therapie aan deze persoonlijkheidskenmerken te werken. Ze spelen immers een belangrijke rol bij het in stand houden van cognitieve verstoringen (mentale inflexibiliteit), eetbuien en overgeven/laxeren (impulsiviteit), en restrictieve diëten (behoefte aan controle).
Alle siterte kilder ble grundig gjennomgått av teamet vårt for å sikre deres kvalitet, pålitelighet, aktualitet og validitet. Bibliografien i denne artikkelen ble betraktet som pålitelig og av akademisk eller vitenskapelig nøyaktighet.
- Behar, R., Barahona, M., Iglesias, B., & Casanova, D. (2008). Trastornos de la conducta alimentaria y trastorno obsesivo-compulsivo: Un estudio de prevalencia. Revista chilena de neuro-psiquiatría, 46(1), 25-34.
- Macías, L. G., Unikel, C., Cruz, C., & Caballero, A. (2003). Personalidad y trastornos de la conducta alimentaria. Salud mental, 26(3), 1-8.
- Vázquez Arévalo, R., López Aguilar, X., Ocampo Tellez-Girón, M. T., & Mancilla-Diaz, J. M. (2015). El diagnóstico de los trastornos alimentarios del DSM-IV-TR al DSM-5. Revista mexicana de trastornos alimentarios, 6(2), 108-120.
- https://es.wikipedia.org/wiki/Trastornos_de_la_conducta_alimentaria
- http://www.acab.org/es/que-son-los-trastornos-de-la-conducta-alimentaria
- https://www.alboranpsicologia.es/psicologo/anorexia-y-bulimia/